Resultaatbeloning punt van aandacht in bekostiging huisartsenzorg 2015
1 reactieResultaatbeloning is één van de pijlers van de nieuwe bekostiging huisartsenzorg. Afgelopen tijd hebben zorgverzekeraars gewerkt aan een manier om resultaten (op praktijkniveau) te kunnen belonen en zorginnovatie te stimuleren. De LHV heeft deze beoordeeld en voorziet financiële schokeffecten op praktijkniveau, terwijl in het zorgakkoord is afgesproken dat hier geen sprake van mag zijn. Met de contractering 2015 voor de deur is de LHV in gesprek met zorgverzekeraars over hoe we dit kunnen voorkomen.
Resultaatbeloning.
In de nieuwe bekostiging wordt de huisartsenzorg verdeeld in drie segmenten. Segment 1 staat voor de basishuisartsenzorg, segment 2 voor multidisciplinaire samenwerking bij chronische zorg en segment 3 voor resultaatbeloning op praktijkniveau en het stimuleren van innovaties. Bij resultaatbeloning gaat het om afspraken over doorverwijzen, doelmatig voorschrijven, diagnostiek, service en bereikbaarheid, en e-health. De LHV is voorstander van het belonen van resultaten en innovatie, vooropgesteld dat er gewerkt wordt met gevalideerde indicatoren en er sprake is van een voor huisartsen werkbare systematiek.
Punt van aandacht
Punt van aandacht is de manier waarop zorgverzekeraars in 2015 resultaten willen belonen. Zo stellen zij voor alleen relatieve prestaties te belonen. ‘Doet een huisarts het beter dan zijn/haar collega’ in plaats van ‘heeft de praktijk een positieve ontwikkeling laten zien’. Bovendien kan het in de voorgestelde systematiek tot twee jaar duren voordat een praktijk betaald krijgt voor een prestatie. Waarbij de beloning deels ook afhangt van de prestaties in de tweede lijn. Ter illustratie: zorgverzekeraars willen een klein deel van de vergoeding voor kleine chirurgie afhankelijk maken van de mate waarin ziekenhuizen hun productie aan kleine chirurgie verkleinen.
Volgens de LHV strookt dit niet met de gemaakte afspraken en kan het zorgen voor financiële schokeffecten op praktijkniveau. De uitdaging is nu het derde segment zo uit te werken, dat deze effecten worden voorkomen. De LHV is hier zoals gezegd intensief over in gesprek met zorgverzekeraars
Individuele zorgverzekeraars
De LHV hoort van leden dat individuele zorgverzekeraars hun invulling van resultaatbeloning in segment 3 al presenteren aan huisartsen in het land. Wij houden alle huisartsen op de hoogte van de ontwikkelingen in de gesprekken met Zorgverzekeraars Nederland, zodat ze optimaal voorbereid zijn op het moment dat het contract van hun preferente zorgverzekeraar op de mat valt.
Wil. Bosboom
huisarts, De Meern Nederland
Segment 3 in het nieuwe bekostigingssysteem voor huisartsen, ingaande in 2015, is een voorbeeld van regieovername door de zorgverzekeraars. Overigens nadrukkelijk gewild door de zorgverzekeraars èn de minister.
De LHV heeft terecht aangegeven dat he...t bestaande bekostigingssysteem – voldoende – goed voldeed.
Segment 3 is bedoeld voor controle op doelmatigheid en voor vernieuwing (“prestaties”).
Prestatie 1: de huisarts kan scoren op zaken als doelmatig voorschrijven en (zuinig) verwijzen.
Op zichzelf prima, echter hierbij zit niet de huisarts maar de zorgverzekeraar aan de knoppen want deze laatste legt de score-eisen vast.
Prestatie 2: de huisarts kan een plan indienen en daarvoor een tarief uitonderhandelen.
Vernieuwing is prima, maar er bestaat een gerede mogelijkheid dat de zorgverzekeraar – om zich te onderscheiden van andere zorgverzekeraars - zelf met vernieuwingsplannen gaat komen die wij op straffe van inkomensverlies “moeten” volgen. Per zorgverzekeraar wisselende vernieuwingsplannen kunnen bovendien zorgen voor juist een toename (i.p.v de beoogde afname) van de administratieve rompslomp voor de huisarts.
Segment 3 wordt een definitieve voet van de zorgverzekeraars tussen onze deur van zelfstandigheid.
Met de reeds bestaande vrij onderhandelbare tarieven in segment 2 en de prescriptiegelden in segment 3 was er natuurlijk al een voetje tussen onze deur.
Maar eerlijk gezegd: hebben wij dit ook niet over ons afgeroepen door een belangrijk signaal van regieafstand aan de zorgverzekeraars te geven bij het instappen in de “Pluspraktijk”?