Nieuwe eisen voor herregistratie

De eisen voor de herregistratie van geneeskundig specialisten gaan vanaf 2019 veranderen. Nieuw is dat specialisten die een verlenging van hun registratie aanvragen, straks moeten kunnen aantonen dat ze deelnemen aan een terugkerende, cyclische evaluatie van hun functioneren. Daarnaast moeten zij gaan deelnemen aan een externe kwaliteitsevaluatie van de groep waartoe ze behoren.

Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) heeft dat vastgelegd in het ontwerpbesluit Herregistratie Specialisten. Het ontwerpbesluit wordt voor advies voorgelegd aan de wetenschappelijke - en beroepsverenigingen, het bestuur van de federatie KNMG en andere belanghebbenden.

Dr. Ted van Essen, voorzitter van het CGS: ‘Wat we met de nieuwe eisen willen bereiken is de kwaliteit van de zorg bevorderen. Het was al verplicht dat de specialist beschikt over voldoende deskundigheid binnen zijn eigen werkgebied, in de vorm van herregistratie-eisen voor de omvang van werkzaamheden als specialist en deskundigheidsbevordering. Voor een groot aantal specialismen is het nu ook al verplicht dat specialisten deelnemen aan een kwaliteitsvisitatieprogramma. Dat wordt vanaf 2019 verplicht voor alle specialisten. Voor de duidelijkheid hebben we dit gesplitst in het functioneren van de specialist als individu en het functioneren van de groep waarbinnen deze werkzaam is. We willen toe naar een systeem dat artsen meer stimuleert om hun functioneren te evalueren en verder te ontwikkelen.’

POP

Prof. dr. Edith ter Braak, voorzitter van de CGS-commissie die de herziening van de herregistratie-eisen heeft voorbereid, over de vernieuwing: ‘Uitgangspunt is het principe van “een leven lang leren”. Specialisten moeten ook na hun eerste registratie blijven werken aan hun deskundigheid en persoonlijk functioneren. Het Persoonlijk Ontwikkelplan, POP, krijgt een vliegwielfunctie: in het POP formuleert de specialist cyclisch zijn ontwikkeldoelstellingen die volgen uit de evaluatie van zijn functioneren.’ Jaarlijks kijkt de specialist terug of de ontwikkeldoelen en mogelijke verbeteracties uit zijn POP zijn gerealiseerd en actualiseert hij zijn POP. Eens in de vijf jaar bespreekt de specialist de evaluatie met iemand die daarvoor is opgeleid. Ter Braak benadrukt de ontwikkelingsgerichte insteek van het POP: ‘Het POP is bijvoorbeeld ook te gebruiken bij de planning van je loopbaan. En bij het verdelen van aandachtsgebieden en de deskundigheidsbevordering die daarvoor nodig is binnen je groep.’

Externe kwaliteitsevaluatie

Naast de individuele zelfevaluatie is het straks vereist om deel te nemen aan een externe evaluatie. Die gaat over de kwaliteit van de zorgverlening van de groep waarbinnen de specialist werkt. Van Essen: ‘We vinden het van belang dat de groep waarvan specialisten deel uitmaken zich medeverantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van de verleende zorg. De externe kwaliteitsevaluatie heeft, net als de evaluatie van het individueel functioneren, een terugkerend cyclisch karakter waarbij de groep verbeterpunten opstelt voor de zorgverlening. En deze verbeterpunten uiteraard ook opvolgt.’

Volgens Van Essen is externe kwaliteits-visitatie voor veel artsen geen nieuw instrument. ‘De medisch specialisten kennen de kwaliteitsvisitatie en de huisartsen zijn al bekend met de praktijkaccreditatie. Ook de bedrijfsartsen kennen een vorm van kwaliteitsvisitatie. Je kunt het dus zien als een bestendiging en verdere implementatie van instrumenten waar al volop mee wordt gewerkt. Dat was ook onze wens: daar waar je gebruik kunt maken van bestaande systemen, moet je dat vooral doen. Niet opnieuw het wiel uitvinden. En omdat er voor een deel van de praktijk al mee werd gewerkt én omdat herregistratie een onderwerp is dat alle specialisten direct raakt, hebben we voor dit besluit veel aandacht besteed aan vooroverleg met het veld, op meerdere momenten. Dat heeft waardevolle input opgeleverd.’

Het CGS laat het aan de wetenschappelijke verenigingen over welk systeem de specialist voor zelfevaluatie toepast, maar geeft op hoofdlijnen wel een aantal kwaliteitscriteria waaraan het systeem moet voldoen. Een aantal systemen, waaronder het IFMS (Individueel Functioneren Medisch Specialisten), heeft zijn waarde inmiddels bewezen.

Voldoende tijd

De nieuwe eisen voor herregistratie gelden vanaf 1 januari 2019. Ter Braak: ‘Voor het inrichten en implementeren van evaluatiecycli heeft het veld voldoende tijd nodig. Dat geldt ook voor het accrediteren van activiteiten of systemen. Sommige specialismen zijn er nu al klaar voor, maar voor een deel van de specialismen is deelname aan zelfevaluatie en externe kwaliteitsvisitatie pas vereist voor specialisten die na 1 januari 2019 toe zijn aan het aanvragen van hun herregistratie.’

Wat betekenen de wijzigingen voor u?

Nadere informatie voor individuele specialisten en wetenschappelijke verenigingen over de nieuwe
herregistratie-eisen is te vinden op knmg.nl/cgs/herregistratie