Leidraad brengt meer eenheid in oordeel en verslag SCEN-artsen

Met een nieuwe leidraad ondersteunt de KNMG SCEN-artsen om te komen tot een meer eenduidige oordeelsvorming en verslaglegging bij consultaties in het kader van euthanasie.

Deze wettelijk verplichte consultaties voeren zij uit op verzoek van behandelend artsen die op een euthanasieverzoek van een patiënt willen ingaan.

De leidraad voor een verslag van de SCEN-arts is een elektronisch formulier. Het leidt de SCEN-arts langs alle relevante vragen in het kader van de consultatie bij euthanasie, maar de SCEN-arts kan zelf bepalen hoe uitgebreid deze worden beantwoord. De KNMG ondersteunt met deze leidraad de
SCEN-artsen in het streven naar uniforme oordeelsvorming en verslaglegging. De beoordeling vormt een zwaarwegend advies voor de behandelend arts, weergegeven in het verslag. De leidraad kan hierbij behulpzaam zijn, evenals de KNMG-richtlijn ‘Goede steun en consultatie bij euthanasie voor SCEN-artsen’. De KNMG streeft zo samen met de SCEN-artsen naar meer zekerheid voor consultvragend artsen en patiënten, SCEN-artsen onderling en de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.

Complexe afweging

Tijdens het KNMG-symposium ‘De puzzel van de SCEN-arts – De complexiteit van euthanasieverzoeken’ op donderdag 23 april presenteerde de voorzitter van artsenfederatie KNMG, Rutger Jan van der Gaag, de nieuwe leidraad. Deze komt op een goed moment. Zo heeft een aantal klachten bij de klachtencommissie SCEN betrekking op oordeel en verslag (zie de analyse die de klachtencommissie maakte) en komt uit een recent onderzoek onder Drentse huisartsen naar voren dat de wijze van oordeelsvorming soms weinig uniformiteit vertoont.

Van der Gaag: ‘De afweging of een euthanasieverzoek voldoet aan de wettelijke criteria is vaak complex. Niet alleen verloopt een laatste levensfase vaak grillig, ook elke patiënt en diens omgeving verschilt wat steeds opnieuw een individuele afweging vergt. We willen dus zeker niet deze oordeelsvorming bij een euthanasieconsultatie in een mal gieten, want dat zou de werkelijkheid geen recht doen. Maar hieraan moet wel steeds dezelfde uitgangspunten ten grondslag liggen. Deze uitgangspunten moeten voor elke SCEN-arts gelijk zijn en worden gewogen. De leidraad helpt hierbij.’

Oordeel SCEN-arts

Ook het gepubliceerde onderzoek ‘Wie zijn SCEN-artsen?’ van VUmc en EMGO+ laat het belang van uniformiteit in de oordeelsvorming zien. Zo bleek dat enkele SCEN-artsen ooit hebben geoordeeld dat aan de zorgvuldigheidseisen was voldaan bij een patiënt vanwege lijden door voltooid leven zonder medische grondslag. Van der Gaag: ‘Dit is opvallend, omdat dit buiten het kader van de euthanasiewet valt. Mogelijk is er sprake van een misinterpretatie van het begrip medische grondslag. Hoe dan ook, artsen en zeker SCEN-artsen moeten weten dat lijden zonder enige medische grondslag buiten het domein van de geneeskunde valt. Daarmee valt dit buiten het deskundigheidsgebied van de arts. Zo hebben we dat ook verwoord in het KNMG-standpunt De rol van de arts bij het
zelfgekozen levenseinde.’

Nieuw: code of practice toetsingscommissies

Tot slot bood de toetsingscommissie euthanasie op het symposium voor SCEN-artsen de KNMG het eerste exemplaar van hun nieuwe code of practice aan. Aanleiding voor deze code vormde de aanbeveling in het evaluatierapport over de euthanasiewet om een code of practice voor de toetsingscommissies op te stellen. De KNMG steunde deze aanbeveling van harte. Een dergelijke code kan voor artsen nog duidelijker maken wat zij mogen verwachten in het kader van de toetsing. En het kan voor de commissies zelf een instrument zijn om de eenheid in oordeelsvorming te bewaken en te verbeteren. De KNMG verwacht dat de code hierin voorziet.

Meer informatie vindt u op de website van de KNMG.
Scan daarvoor de QR-code of ga naar knmg.nl/scen (onder richtlijn en downloads).