SCEN moet parttime specialisme worden (4)

De spiegelinformatie waarover Van Wijlick schrijft (MC 8/2012: 487) ken ik. Terwijl het gemiddelde aantal consulten in Nederland op negen per arts per jaar staat, heb ik er zelf in 2010 driemaal zoveel gedaan. Ik had mijn artikel niet geschreven als dit alleen mijn ervaring was. Regelmatig komt in onze intervisiebijeenkomsten in Noord-Holland-Noord het aantal consulten per week ter sprake.

Van Wijlick stelt voor om de diensten met vier of vijf SCEN-artsen te doen. We hebben echter net genoeg artsen om het dienstrooster vol te krijgen. Als we maximaal twee of drie consulten per week zouden doen, zouden er óf vier keer zoveel artsen bij moeten komen óf we zouden veel meer weken per jaar bereikbaar moeten zijn.

Samen met collega Van Ingen doe ik een analyse van het aantal SCEN-consulten in heel Nederland. Hierbij valt op dat de regionale verschillen enorm zijn: van vijf consulten per maand tot meer dan veertig per maand in bijvoorbeeld Amsterdam en Noord-Holland-Noord.

Ik doe erg veel consulten, maar ik vind het SCEN-werk dan ook buitengewoon boeiend en nuttig. Bovendien wordt het erg gewaardeerd door huisartsen en patiënten. Ik merk echter bij collega’s dat de belasting van het aantal consulten ertoe leidt dat ze overwegen om ermee te stoppen, wat heel jammer zou zijn.

Om het SCEN-werk in stand te houden heb ik geprobeerd te kijken naar een andere organisatievorm. De heer Sanders van de KNMG weet dat ik ook bereid ben om samen met de KNMG hierover mee te denken.

Annemiek Berghoef, specialist ouderengeneeskunde, palliatief arts, SCEN-arts, Grootebroek

• Meer brieven