Schending beroepsgeheim vereist grote zorgvuldigheid
1 reactieSelectie van de Inspectie (MC 4/2012: 201) gaat over een vader die een huisarts ervan beschuldigt zijn beroepsgeheim tegen over het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) te hebben geschonden.
Ik heb een soortgelijk geval meegemaakt. Ik had telefonisch informatie aan het AMK doorgegeven en erbij gezegd dat ik bepaalde uitspraken niet in het dossier wilde hebben. Vervolgens kreeg mijn patiënte het hele dossier onder ogen met alle opmerkingen van mij erin. Zij viel daarop woedend tegen mij uit en heeft vervolgens een andere huisarts gezocht.
Het AMK heeft voor deze gang van zaken schriftelijk excuses aangeboden. Het meldpunt zou veel zorgvuldiger met zulke gevoelige informatie moeten omgaan. Ingewikkeld hierbij is dat het AMK de informatie verzamelt; als informatiegever ben je dus kwetsbaar. Het AMK moet zich realiseren dat je als huisarts nog jaren door moet met een patiënt en moet daarom extra zorgvuldig omgaan met de verstrekte informatie. Ik vind dat het AMK in deze zaak ook blaam treft. Het is absurd dat ze gevoelige informatie zonder meer doorgeven aan een patiënt. Stel dat ik dat zou doen met dingen die specialisten zeggen over patiënten?
Het tuchtcollege zal zeggen dat het niet gaat over het gedrag van het AMK. Maar het effect van onzorgvuldige omgang met dossiervorming – vooral door het AMK – is dat ik als huisarts nu heel voorzichtig ben met het geven van informatie en dat ik op mijn hoede ben. Dat is dan vervolgens een belemmering om kindermishandeling goed op te sporen. Ik vraag mij af of het tuchtcollege en het AMK zich hiervan bewust zijn.
Mirella Buurman, huisarts, Diemen
- Meer brieven
Namens VVAK bestuur, Joke Meulmeester, Nens Coebergh, Jose Valks
,
Collega Buurman deelt haar slechte ervaring met het geven van informatie aan het AMK en dat deze ongekuist onder ogen van de ouders terecht kwam. Zoals zij in haar brief aangaf, heeft het AMK hiervoor excuses aangeboden. Graag willen wij hierbij een... aantal kanttekeningen plaatsen.
Het AMK vraagt in principe met instemming van ouders om informatie bij de huisarts. Ouders hebben recht op inzage in het dossier met de verkregen informatie. Het aangeven dat bepaalde informatie wel of niet ter inzage is van ouders, vraagt dan ook om duidelijke afspraken tussen informatiegever zoals de huisarts of medisch specialist en de vrager (AMK maatschappelijk werker of vertrouwensarts).
De informatiegever dient aan te geven wat wel en niet opgenomen mag worden in het dossier. De informatievrager dient zich eveneens te vergewissen of alles dat gezegd is, opgenomen kan worden in het dossier. De huisarts als informatiegever kan zich daarbij laten leiden door de vraag welke informatie noodzakelijk is om te verstrekken om de kindermishandeling te laten stoppen.
De meeste vertrouwensartsen gaan hier heel zorgvuldig mee om. Enerzijds willen zij de huisarts ter wille zijn die mogelijk meer wil delen dan ter inzage kan zijn. Anderzijds willen zij het recht van ouders op inzage borgen met inachtneming van de veiligheid van het kind.
Bij veel AMK’s is het gebruikelijk om voor de zekerheid de verkregen informatie van de huisarts of van andere informanten te verifiëren. Dit kan meteen bij de afsluiting van het gesprek dan wel voor er een inzagendossier wordt afgerond of voor een verzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming naar ouders wordt gestuurd.
Het zou jammer zijn als wij ons als arts laten leiden door angst, waar zorgvuldigheid de leidraad zou moeten zijn. Kindermishandeling aanpakken is nu eenmaal maatwerk en alleen door kritisch naar elkaar te zijn en te blijven, kunnen we samen met hun ouders kinderen beschermen.