Reacties
1 minuut leestijd
Tuchtrecht

Impliciete toestemming bestaat niet

2 reacties

Een psychotherapeut krijgt een waarschuwing omdat hij informatie die tijdens een intakegesprek is besproken, aan de huisarts van de patiënt heeft doorgegeven (MC 7/2012: 409). Ik ben zeer verbaasd over deze uitspraak.

Ik neem aan dat dit niet geldt voor informatie tussen artsen, want anders pleeg ik al ruim veertig jaar tuchtrechtelijk strafbare verrichtingen: ik ben er als behandelend psychiater altijd van uitgegaan dat mijn patiënten impliciet toestemming gaven voor het sturen van mijn brieven naar hun verwijzers.

In het universitair medisch centrum waar ik werkte, stond weliswaar in een algemene informatiefolder dat dit gewoonte was, maar ook zonder die informatie vind ik het vanzelfsprekend dat we als artsen informatie over onze patiënten uitwisselen zonder dat die daar expliciet toestemming voor hoeven te geven.

Kortom: een onbegrijpelijke uitspraak van het Eindhovense tuchtcollege, waar de IGZ het helaas ook nog mee eens is.

M.W. Hengeveld, psychiater, Leiden

  • Meer brieven

Tuchtrecht beroepsgeheim
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • , Maastricht

    De psychiatrische patiënt een uitzonderlijk geval?

    De uitspraak van het regionaal tuchtcollege (RTC) Eindhoven dat informatie-uitwisseling tussen hulpverleners uitsluitend is toegestaan met expliciete (schriftelijke) toestemming van de patiënt (MC 7.../2012:409, MC 11/2012:670) heeft veel afkeurende reacties opgeleverd, die vooral betrekking hebben op de praktische gevolgen van de uitspraak.
    Ook vanuit de procesrechtelijke invalshoek kan kritiek geleverd worden op het RTC. Dit college legt ten behoeve van haar oordeel het primaat bij de formeel-juridische aspecten van de relatie patiënt-hulpverlener, daar waar naar onze mening geoordeeld zou moeten worden vanuit het medisch-inhoudelijk (zorg)perspectief van de ‘redelijk bekwaam’ hulpverlener.

    Wat betreft de juridische aspecten van de uitspraak leken we gerustgesteld te worden door de ‘Nieuwsreflex: Impliciete toestemming bestaat wél’ van S. Paauw (MC 12/2012:686): ‘Artsen hoeven zich geen zorgen te maken over de alledaagse praktijk van het versturen van specialistenbrieven.’ Echter, onze zorgen zijn verder toegenomen door de onderbouwing hiervan door Van Meersbergen (jurist KNMG) die refererend aan de KNMG-richtlijn ‘omgaan met medische gegevens’ stelt dat ‘als de toestemming in uitzonderlijke gevallen niet evident is, bijvoorbeeld bij psychiatrische patiënten, expliciete toestemming wel noodzakelijk is.’ De psychiatrische patiënt systematisch als ‘uitzonderlijk geval’ etiketteren vergroot het cartesiaans dualisme en stigmatiseert onnodig.

    Dr. T.O.C. Kilkens, psychiater i.o.
    mr. C.M.M. Vleugels, psychiater, geneesheer-directeur Mondriaan

  • Diederik van Meersbergen

    Jurist KNMG, Utrecht

    Reactie KNMG

    Bedoeld is aan te geven dat het veronderstellen van toestemming niet in alle gevallen uitgangspunt moet zijn. Juist niet als het om extra gevoelige informatie gaat, zoals informatie die de patiënt als zeer privé of pijnlijk ervaart. Als... een behandelaar dit soort informatie aan een verwijzer wil verstrekken, mag worden verwacht dat hij dit eerst met de patiënt bespreekt. De patiënt kan dan zo nodig bezwaar maken. Het is geenszins de bedoeling geweest psychiatrische patiënten standaard in een uitzonderingspositie te plaatsen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.