‘Farmaceuten adviseren patiënten bij allergie’

Het is absoluut onverteerbaar dat farmaceuten adviseren over immunotherapie (MC 10/2013: 534)! Farmaceuten mogen geen rol spelen in de diagnostiek en indicatiestelling in een medische praktijk. Dit riekt naar belangenverstrengeling.

Regelmatig zien we patiënten die ook door een ‘farmadame’ zijn getest. Bijna altijd wordt hierbij reclame gemaakt, aldus de patiënten, voor het product, maar ‘de arts zal uiteindelijk beslissen’, zegt de farmadame dan. Wat het besluit van de arts in het overgroot deel van de gevallen is, laat zich raden. De service en het testmateriaal zijn veelal gratis, de arts krijgt van de verzekeraar een vergoeding omdat deze de tests doet. Dit leidt tot verkeerde indicatie-stelling, overbehandeling en dus enorme kosten. Verzekeraars lopen de open deur bij de minister binnen, met als gevolg afschaffen van de vergoeding van immunotherapie. Het doel van de immunotherapie is langdurige sterke klachtenreductie, waardoor de kwaliteit van leven sterk verbetert. Dit is onder meer zichtbaar in minder gebruik van andere anti-allergische medicatie. Zo is de wetenschappelijk aangetoonde en werkzame immunotherapie heel kosteneffectief.

Een huisarts leerde mij: een goede arts weet wat hij niet weet. In de richtlijnen staat dat de indicatiestelling en het instellen van immuno-therapie gedaan moet worden door een medisch specialist die kundig is in de allergologie.

Dit betekent dus ook dat de arts de wetenschappelijke literatuur op waarde kan schatten en geen gebruik maakt van de eenzijdige informatie van een farmaceut.

Verzekeraars zouden immunotherapie voorgeschreven door huisartsen niet moeten vergoeden, tenzij geïndiceerd, geïnitieerd en gecontroleerd door een daartoe geregistreerde medisch specialist. De richtlijn dus strikt handhaven.

R. Ossekoppele, internist-allergoloog, Almelo