Reacties
Petra Ghuijs
1 minuut leestijd

Embryoselectie slordig geëvalueerd

Plaats een reactie

Ik ben het eens met De Wert en Dondorp dat embryoselectie en de regelgeving eromheen adequaat en objectief moeten worden geëvalueerd (op 15 maart early online). Na lezing van dit stuk is het mij onduidelijk of dit ook op deze wijze is gebeurd. Maar ook De Wert en Dondorp komen op mij niet objectief over. Dit kwam het sterkst tot uiting in het fragment:

‘In de regeling staat dat gezocht wordt naar “embryosparende alternatieven” voor PGD, en dat die vervolgens “onderdeel moeten worden van het afwegingskader”. Kennelijk denkt de wetgever hier niet aan bestaande alternatieven, waaronder het afzien van het krijgen van een voor beide partners genetisch eigen kind.’

Ik hoop dat ik dit verkeerd lees, maar moet ik hier nu uit opmaken dat de schrijvers vinden dat wensouders met een genetische afwijking dan maar geen ‘eigen’ kind mogen hebben? Dat zij maar gebruik moeten maken van donormiddelen? Voor sommige ouders zal dit zeker een optie zijn, sterker nog, velen zullen deze optie serieus overwegen, al is het maar vanwege de beduidend lagere kosten. Maar ook bij personen met een genetische afwijking kan de wens voor een biologisch eigen kind heel sterk zijn, en PGD is voor deze mensen een uitstekende methode om deze wens in vervulling te laten gaan, zonder dat zij een hoog risico lopen om deze afwijking aan hun kind door te geven. Dat mag niet zomaar over het hoofd worden gezien.

Petra Ghuijs, onderzoeker, AMC Amsterdam

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.