Reacties

Stralingsrisico moet anders beoordeeld

Plaats een reactie

Burger e.a. stellen voor de norm voor de hoeveelheid ioniserende straling waaraan een proefpersoon mag worden blootgesteld op een andere manier vast te stellen (MC 18-19/2015: 894). De Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie (NCS) en de commissie Stralings-normen Medisch Onderzoek (SNMO) willen op dat voorstel reageren. De SNMO is opgericht door de Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde (NVNG) om een uitspraak te doen over de hoeveelheid straling die een vrijwilliger mag oplopen bij wetenschappelijk onderzoek; de NCS is een stichting die de stralende medische beroepsverenigingen vertegenwoordigt en zich bezighoudt met het verantwoord gebruik van ioniserende straling.

Omdat het interpreteren van de richtlijn van de International Commision on Radiological Protection (ICRP, publicatie 62) voor het gebruik van ioniserende straling bij vrijwilligers lastig is voor professionals, stellen de NCS en SNMO aanbevelingen op voor interpretatie. Dit op verzoek van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) en het ministerie van VWS. Omdat dit initiatief bekend was bij in ieder geval één van de auteurs, vinden we hun artikel prematuur.

Vooruitlopend op onze aanbevelingen plaatsen we alvast twee kanttekeningen, één bij de stelling ‘voor de stralingsbelasting van vrijwilligers zou niet het aantal milliSieverts het ijkpunt moeten zijn, maar de hoogte van het additionele risico (...).’ en één bij genoemde maximum dosisniveaus. Beide stroken niet met ICRP-62. Dat stelt stralings-belasting equivalent aan het additionele risico en beveelt maatschappelijk nut, gerelateerd aan het onderzoek, als ijkpunt aan. De beoordeling daarvan gebeurt op basis van risicocategorieën en is de moeilijke en belangrijke taak van medisch-ethische toetsingscommissies. Het bieden van handvatten hierbij is precies wat wij beogen met onze aanbevelingen.

Binnen enkele maanden sturen we een leesexemplaar van onze aanbevelingen aan VWS, CCMO, geïnteresseerde METC’s en vakgenoten. De verwachting is dat het uiteindelijke rapport na de zomer klaar zal zijn, waarna we een samenvatting zullen aanbieden aan Medisch Contact.

Jeroen van de Kamer, voorzitter NCS, en Adriaan Lammertsma, voorzitter SNMO, Amsterdam

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.