Therapietrouw bij reuma
Plaats een reactieVoorschrijven is één, therapietrouw is twee. Wat te doen als een patiënt geen goede respons laat zien op anti-reumatische therapie? Volgens Erik de Klerk zou eerst de therapietrouw moeten worden gemeten alvorens eventueel de therapie te veranderen of hoger te doseren. De Klerk promoveerde vorige week op het proefschrift Patiënt compliance in rheumatology aan de Universiteit van Maastricht.
De promovendus maakte vooral gebruik van het micro-electronic medication event monitoring-systeem, dat het openen en sluiten van de medicatieverpakking (pillenpotje) elektronisch registreert. Hij ontdekte forse verschillen in therapietrouw zowel tussen de patiënten als ten aanzien van verschillende soorten geneesmiddelen.
Aanleiding voor verder onderzoek waren De Klerks eerste bevindingen van therapieontrouw na het elektronisch monitoren van fase III-onderzoek naar tenoxicam en piroxicam bij de ziekte van Bechterew. Slechts 20 procent van deze patiënten bleek de instructie eenmaal daags 1 tablet voor inname van de NSAIDs, te volgen.
Met dezelfde methode volgde De Klerk het daadwerkelijke gebruik van voorgeschreven geneesmiddelen in een heterogene groep van 127 reumapatiënten. Voor de NSAIDs diclofenac en naproxen was de therapietrouw bij reumapatiënten even laag als in de eerste studie bij Bechterew-patiënten; de 17 patiënten met polymyalgia rheumatica waren over het algemeen trouwer aan hun prednisonkuur. Ook de therapietrouw van reumapatiënten ten aanzien van tweemaal daags sulfasalazine was laag, in tegenstelling tot eenmaal wekelijks methotrexaat. In alle medicatiegroepen constateerde de onderzoeker een sterke afname van therapietrouw in de tijd.
Elektronisch meten geeft geen inzicht in de redenen van therapieontrouw. Omdat een gouden standaard voor het meten van therapietrouw ontbreekt, geeft een combinatie van meetinstrumenten volgens de promovendus de beste weergave. Momenteel bekijkt De Klerk ook factoren die therapietrouw in de reumatologische praktijk kunnen belemmeren. Hiervoor gebruikt hij een patiëntgeoriënteerde vragenlijst, die hij zelf ontwikkelde en valideerde. Daarnaast wordt de therapietrouw elektronisch gemeten, waarbij de resultaten worden besproken met de patiënt.
De vraag blijft, hoeveel therapietrouw voldoende is, aldus de promovendus. Variabele therapietrouw bedreigt ook de validiteit van klinisch onderzoek. De Klerk pleit daarom voor het meten van therapietrouw, waardoor de geschatte effectiviteit van geneesmiddelen kan verbeteren. << Iris Nijrolder
- Er zijn nog geen reacties