Laatste nieuws
B.V.M. Crul; arts
10 minuten leestijd

Met één voet in de gezondheidszorg

Plaats een reactie

Jan Peter Balkenende over zijn ervaringen als patiënt



Eind vorig jaar verbleef onze minister-president noodgedwongen enkele weken in het ziekenhuis. Medisch Contact praatte met hem over zijn voet en vroeg wat hem opviel in dit ‘uit de hand gelopen werkbezoek’.



Gewoonlijk is hij niet van het scherm te zappen, onze minister-president Jan Peter Balkenende. Maar van 14 september tot 1 november vorig jaar was hij opvallend afwezig. Hij kreeg toen, nog wel tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie, noodgedwongen de patiëntenrol aangemeten. Met alles erop en eraan.


Over zijn ziekteperiode kwam tijdens zijn ziekenhuisopname niet veel naar buiten. Maar wat gebeurt er als een premier ziek wordt? Krijgt hij een voorkeursbehandeling? En hoe ervaart hij als ‘klant’ de vaderlandse gezondheidszorg? 


Medisch Contact gaat het de inmiddels herstelde en weer kwiek lopende premier vragen in zijn eigen ‘torentje’. In de hal van het belendende ministerie van Algemene Zaken staan twee katheders opgesteld voor een persconferentie, onderaan de brede trap die we van televisie en persfoto’s wel kennen. Naast onze driekleur staat een gele vlag met rode haan. Deze is van Wallonië, waarvan de minister-president Van Cauwenberghe over een halfuur wordt verwacht.


In het sober ingerichte torentje legt RVD-chef Gerard van der Wulp nogmaals uit dat we het alleen over zijn ervaringen als patiënt zullen hebben en níet over het beleid in de gezondheidszorg. Dat hoort nadrukkelijk thuis bij minister Hoogervorst.


De bode heeft inmiddels thee geserveerd. Gedronken wordt er echter niet, elke minuut is kostbaar. De rap sprekende Balkenende kan in een halfuur toch heel wat kwijt.


Hij begint te vertellen: ‘In het weekend kreeg ik last van mijn teen en daarna van mijn voet. Een klein wondje. Ik was die zondag bezig met het lezen van stukken voor de week. Dit wordt ongemakkelijk, dacht ik nog. Morgenochtend even naar de bedrijfsarts om te vragen wat het kan zijn.’

De bedrijfsarts?


‘Ik had op dat moment nog geen aanleiding om te zeggen: ik ga naar de huisarts. Maar de zaak veranderde. De volgende ochtend kon ik nauwelijks bewegen. Ik had pijn aan mijn voet, die ook dik geworden was. Mijn echtgenote heeft toen direct de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis gebeld en daar zeiden ze: “Laat uw man gelijk maar even langskomen.” ’



Ze vroegen niet of u de huisarts al had geconsulteerd?


‘Nee het was direct duidelijk. Ik heb zelfs heel even het bewustzijn verloren. De dienstauto komt mij sowieso standaard halen en we zijn naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis gereden. Daar heeft een assistent mij geholpen en daarna de chirurg. “We beginnen direct met een zware kuur anti-biotica en morgenochtend voor controle terugkomen”, werd me gezegd. Ik dacht toen weer aan de slag te kunnen gaan. Pillen halen en slikken, in de hoop dat die hun werk doen. Er werd op het ministerie in allerijl een rolstoel gehaald. Maar ik had toch behoorlijk last van die voet en ik dacht: dit heeft geen zin, ik ga gewoon naar huis.


De volgende ochtend had ik in feite dezelfde pijn. Terug in het ziekenhuis werd bloed geprikt; als dit er niet goed uit zou zien, moest ik ermee rekening houden dat ik moest blijven.’



Dat zou flink balen zijn met zo’n volle agenda?


‘Ja, maar ik ben wel buitengewoon nuchter. Je hebt niet zo veel te willen. Daarnaast ging ik ervan uit dat het allemaal betrekkelijk kort zou duren. Die maandag zeiden ze hier nog: “Denk erom, donderdag komt een buitenlandse bezoeker. Toch wel makkelijk als je dan terug bent.”


Die dinsdagochtend na het bloedonderzoek kreeg ik te horen: “U moet blijven, we gaan nu antibiotica via de bloedbaan geven.” Dat zou een dag of vijf gaan duren. De chirurg zei toen nog dat het hopelijk zou lukken zonder opereren.



Ooit getwijfeld of het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel wel het beste ziekenhuis was voor u? Patiënten zouden tegenwoordig moeten kunnen kiezen of een second opinion aanvragen.


‘Daar heb ik nooit bij stilgestaan. Het is ook een beetje typisch gegaan. Ik was een tijdje daarvoor in dat ziekenhuis om een WHO-certificaat uit te reiken. Toen werd de grap gemaakt: de premier hoort tot ons adherentiegebied. Niet wetende dat ik er een aantal maanden later als patiënt zou binnenkomen.


Nee, ik heb daar eerlijk gezegd nooit twijfels over gehad. Kijk, je moet natuurlijk een vertrouwensband hebben met je chirurg en die heb ik duidelijk gevoeld. Dat kwam ook omdat ik vanaf het eerste moment goede informatie kreeg. Het proces was voor mij behoorlijk transparant. Ik ben geen medicus en ik kan het allemaal niet zo goed overzien. Maar de stap-voor-stapbenadering sprak mij aan. Behalve het element vertrouwen was ook het element tempo aanwezig. Dat zijn belangrijke dingen.



Op woensdag merkten we dat de witte bloedlichaampjes onvoldoende werden teruggedrongen. De temperatuur bleef te hoog en mijn voet te dik. Dus die avond heb ik gevraagd of een zaalarts nog even wilde langskomen. Ik zag te weinig progressie. Die donderdagochtend bleek dat er ook een gemene streptokok aanwezig was en toen zei de chirurg: “Nu is het onvermijdelijk, we moeten opereren.”’



Hadden ze u moeten vertellen wat er zou gebeuren als het niet goed ging?


Aarzelend: ‘Pas achteraf heb ik de echte ernst ervan begrepen, maar misschien is het goed dat ik dat toen nog niet wist. Ik had er gewoon vertrouwen in. De arts was helder in zijn keuzen. Dat je te maken hebt met serieuze dingen als het om gemene bacteriën gaat, dat voelde ik heus wel. Maar over wat er kon gebeuren als de bacterie in de bloedbaan zou komen, dat hoefde ik op dat moment niet gedetailleerd te weten.


Het ging ook erg snel: ineens was het opereren. De anesthesist kwam langs en vroeg of ik volledige narcose wilde of niet.’

U mocht ook voor lokale anesthesie kiezen. U lijkt mij wel iemand die denkt: dat ga ik onder controle houden, daar wil ik bij zijn.


Lachend: ‘Ik had geen behoefte om dat met mijzelf mee te maken. Niet eens over nagedacht. Liever weg. Ik ben geen medicus en daar moet ik mij niet mee bemoeien. Op dat soort momenten moet je vooral niet met een politieke oriëntatie de medicus gaan beoordelen. Dat heeft helemaal geen zin.’


Hij vervolgt: ‘De eerste operatie was het belangrijkst omdat aangetaste huid werd weggehaald. De tweede operatie een dag later was om na te gaan of er op andere plaatsen nog streptokokken zaten.’



En toen was het rustig afwachten.


‘Nou, daarna heb ik toch wel een spannende tijd gehad. De specialist zei vrijdag dat hij pas maandag weer aanwezig zou zijn, maar ineens komt hij wél op zaterdagmiddag langs. Dat was wel typisch. De temperatuur bleek toch iets hoger te zijn dan hij had gehoopt.


En kijk, als je dan die operatie hebt gehad ... ja, dan ontstaat er een andere fase. Wanneer kan ik weer verder? Wanneer is de wond goed genoeg voor transplantatie? Dat is inderdaad een kwestie van afwachten, maar ook dat werd helder aangegeven: “Na een week gaan we kijken hoe het eruit ziet.”


Er kwamen ook een paar artsen van het brandwonden-centrum kijken.’



Een voorkeursbehandeling ...


‘Nee, die kwamen niet omdat ík het was. Die artsen worden meer bij dit soort operaties betrokken. Ze zeiden dat de wond als het ware moest smeken om transplantatie, dat het geen zin heeft om te transplanteren als de wond niet genoeg is geheeld. Als het misgaat, ben je verder van huis.


Kijk, een voorkeursbehandeling was het niet. Het enige bijzondere was wellicht dat het ziekenhuis te maken had met een beveiligde patiënt. Ik had dezelfde artsen en verpleegkundigen. En dezelfde maaltijden. Net als iedereen moest ik aankruisen wat ik wilde eten. Ik wilde ook als een gewone patiënt worden behandeld. Ik kan mij niet voorstellen dat ze andere patiënten met dezelfde acute aandoening laten wachten.’



Was het lange afwachten verenigbaar met het karakter van Jan Peter Balkenende?


Een luide lach klinkt door het torentje: ‘Liever niet, maar als je met een open wond en nog vier andere wonden ligt, heb je niet veel te willen. Kijk, natuurlijk ben je liever met andere dingen bezig. Ik moest de politieke beschouwingen missen in Den Haag. Ik hoopte vurig in Rome aanwezig te zijn bij de ondertekening van het grondwettelijk verdrag van Europa. Dat was ook voor mijn voorzitterschap van groot belang. Maar er was ook een bijeenkomst in Hanoi, waar ik medisch gezien misschien wel met wat hulpmiddelen heen zou kunnen. Maar met een open wond ging ik die kant niet op.


Ik heb mij geconcentreerd op het beter worden van die wond. De artsen zeiden wel na een week: “Nou dat gaat goed”, maar tegelijkertijd zeiden hun gezichten: “Nee, het is nog niet ver genoeg.” Bepaalde stukjes waren nog niet rood genoeg om tot transplantatie over te gaan. Dat was me goed bijgebracht. Na twee weken was het zover.’



Nog adviezen uit het land gekregen?


‘Ik heb heel veel post gekregen van lotgenoten, maar ook van artsen. Af en toe gaf ik een paar brieven mee aan de chirurg als er medische informatie in stond. Maar ik kreeg ook post van thuiszorgwinkels en orthopedische bedrijven die hun diensten aanboden. Of adviezen in de zin van let daar en daar op, over voeding die ik moest gebruiken, over therapie als ik weer zou gaan lopen of het dragen van een witte sok.’



Het medisch beroepsgeheim lijkt als het bekende Nederlanders aangaat vaak een gatenkaas. Bij u bleef veel goed verborgen.


‘Het ziekenhuis heeft mij een geweldige dienst bewezen door duidelijk aan te geven dat meneer Balkenende als een gewone patiënt werd behandeld. Dat was ook zo. Je bent natuurlijk wel een bijzondere gast met al die beveiligingstoestanden. Ik had een eigen kamer. Het personeel heeft duidelijk ook instructie gekregen: zij zouden ongetwijfeld te maken krijgen met nieuwsgierige lieden vanuit de journalistiek. Toch moest de volledige privacy worden gerespecteerd. Dat is ook gebeurd. Precies wat u zegt: de zaken zijn niet naar buiten gekomen. Sommige journalisten postten zelfs bij de deur van de afdeling. Daarom heeft de Rijksvoorlichtingsdienst om de drie à vier dagen in overleg met de chirurg een medisch bulletin uitgegeven.’



Wat viel u bij dit uit de hand gelopen werkbezoek vooral op?


‘De professionaliteit van de mensen. Dat merk je aan alles: er wordt goed werk geleverd, er is adequate informatievoorziening. Er werken gewoon hartelijke mensen. Ze hebben het allemaal druk, maar af en toe maken ze toch een praatje. Ik zat met infuus en voetpomp natuurlijk wel aan mijn kamer gekluisterd en kon dus niet zien hoe het daarbuiten anderen verging.


Ik heb op het eind een gesprek met de Raad van Bestuur gehad. Bij mijn eerdere activiteit met dat certificaat had ik ze gevraagd: hoe kijken jullie tegen de ontwikkelingen aan, en tegen de regels die gelden in de ziekenhuizen? En nu wilde ik ze natuurlijk ook bedanken. Ik heb nog een brief van ze meegekregen met een aantal suggesties, die ik naar Hoogervorst heb gestuurd. Zo gaat dat altijd in mijn functie. Als ik ergens kom, laat ik mij toch informeren over wat er gebeurt. Hoe zijn de ontwikkelingenin de gezondheidszorg? Niet dat ik specialist ben, maar ik luister wel.’



Kijkt de ervaringsdeskundige Balkenende nu in de ministerraad anders tegen problemen in de gezondheidszorg aan?


‘Dat is niet zozeer omdat je nu patiënt bent geweest. Je moet een beetje ervoor oppassen dat de ervaringen die je hebt opgedaan jouw visie op de gezondheidszorg gaan bepalen. Dat kan natuurlijk niet. Dat doe ik meer aan de hand van werkbezoeken, andere ervaringen en verhalen die ik hoor.


Maar toch maakt het uit: ik bén nu een keer patiënt geweest, dat had ik niet eerder meegemaakt. In die zin is het zeker ver-rijkend. Je hoort opmerkingen over de werkdruk. Je hoort ook verhalen van behoorlijke zorg. Ik neem daar nu met buiten-gewone belangstelling kennis van.


Kijk, als je zelf patiënt bent, ervaar je aan den lijve wat solidariteit is. Dat het van groot belang is dát er een goede gezondheidszorg wordt geleverd, dat mensen kunnen rekenen op zorg. Dat besef je dan wel.’



In de toekomstlezing ‘De eeuw van mijn dochter’ die u op 14 februari uitsprak, zegt u dat de zorg in Nederland toegankelijk, solidair en betaalbaar moet blijven en dat we nooit meer terug willen naar de tijd dat in verpleeghuizen acht mensen op één zaal liggen.


‘Kijk, de situatie van mensen in verpleeghuizen heeft heel veel mensen recentelijk beziggehouden. Daarom heb ik dat ook bewust willen noemen. Dat mensen zo humaan mogelijk worden behandeld, dat ze goede zorg krijgen en dat je genoemde situaties probeert te voorkomen. Het is het bekende verhaal. Dat geldt nu, maar vooral ook in de toekomst. Dán moet het ook betaalbaar zijn en daar moeten we nú de voorwaarden voor scheppen. We praten over één persoon op één cel als het gaat om een crimineel, terwijl gehandicapte mensen met zovelen op een zaal moeten. Dat is toch vreemd. Gelukkig wordt die zaak nu verbeterd.’



Bemoeit u zich als voorzitter van het kabinet toch ook niet met de gezondheidszorg?


‘Dat is natuurlijk de rol die je altijd hebt, maar dan zitten we al in de beleidstoestanden en dat staat los van dit gesprek,’ haast Balkenende zich te zeggen. ‘Maar je hebt soms speciaal bewindsliedenoverleg, ook over de gezondheidszorg. In die zin heb je ook als premier te maken met de ontwikkelingen op dat terrein, maar dan vanuit je bestuurlijke rol. Net zoals bij de Algemene Beschouwingen. Dan kunnen er ook opmerkingen worden gemaakt over de gezondheidszorg waar je als premier antwoord op moet geven.’



In het recente CDA-rapport ‘Investeren in de samenleving. Een verkenning naar de missie van de maatschappelijke onder--nemingen’ wordt ervoor gewaarschuwd dat winstmotief strijdig kan zijn met de kwaliteit van de dienstverlening.


‘Ja, maatschappelijk ondernemen is bedoeld om ervoor te zorgen dat maatschappelijke instellingen en organisaties zoveel mogelijk zelfstandig kunnen opereren, dat ze niet te veel voor de voeten worden gelopen met bureaucratische regels. Dat je zo veel mogelijk de creativiteit van mensen kunt aanboren. Dat is eigenlijk de grondgedachte. Wanneer er winst wordt gemaakt, gaat dat niet naar anonieme aandeelhouders. De winst moet ten goede te komen aan het doel van de instelling. Een woning-coöperatie gebruikt haar winst om de woningsituatie te verbeteren en voor de gezondheidszorg geldt hetzelfde.’



De bode komt binnen: ‘De stoet van de gast is nu bijna in de Parkstraat.’


Balkenende: ‘Ja, dan moeten we ontvangen. Dat is vervelend. Heeft u nog een dringende vraag?’



Verantwoordelijkheid nemen is een bekend thema van u. In hoeverre geldt dat ook voor een patiënt en zijn invloed op de eigen genezing en gezondheid?


Terwijl de premier aanstalten maakt om op te stappen: ‘De patiënt heeft zelf de allereerste en grootste verantwoordelijkheid voor de eigen genezing. Dat geldt ook voor de eigen gezondheid in het algemeen. Het is heel goed dat de mensen zich ervan bewust zijn wat ze kunnen bijdragen aan hun eigen gezondheid en daarmee aan hun welbevinden.’



De bode zet een bloemstukje midden op tafel voor de volgende ontvangst. Een laatste hand wordt gegeven. Met diezelfde hand verwelkomt Balkenende vijf minuten later de Waalse premier.



Ben V.M. Crul



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.