‘Geen koptarief in de ketenzorg’
2 reactiesIn een brief aan de vaste commissie voor VWS en het ministerie van VWS beklaagt een zorggroep uit Zuid-Kennemerland zich erover dat verzekeraars bij de inkoop van zorgketens twee methoden van financiering kunnen hanteren: het koptarief en integrale bekostiging.
De zorggroep beheert inmiddels een integraal bekostigde diabetes-mellitus-2-keten voor negenduizend patiënten. Sinds 2010 is zorggroep de Kcoetz, die tachtig huisartsenpraktijken omvat, in gesprek met Achmea, de preferente zorgverzekeraar in de regio, over een contract voor een COPD-keten. Maar Achmea wijst volgens de zorggroep de integrale financieringssystematiek af en wil deze vervangen door een zogeheten koptarief.
In geval van een koptarief onderhandelt de verzekeraar met de zorggroep over de organisatie van de zorg en rechtstreeks met de huisartsen over de kosten van de zorg. Bij integrale bekostiging lopen de onderhandelingen in zijn geheel via de zorggroep. Het gebruik van deze twee financieringsmethodieken tegelijk leidt tot administratieve belasting, stelt de Kcoetz vast. Bovendien is het de vraag wat de niet-preferente verzekeraars doen: volgen ze Achmea of niet? Zo niet, dan moet een huisarts zich bij elke individuele patiënt de vraag stellen of hij de kosten bij de Kcoetz of bij de zorgverzekeraar moet declareren. Dat maakt deelnemen aan een keten er niet populairder op.
‘Met de Overgangsregeling integrale bekostiging hebben we inderdaad de vrijheid om beide methoden toe te passen’, zegt een woordvoerder van Achmea. ‘Diabetes loopt al wat langer, dus daar hanteren zij de integrale bekostiging. Maar met COPD hebben we minder ervaring; daar zijn we nog niet overtuigd van de meerwaarde van integrale bekostiging. Voordeel van het daar gehanteerde koptarief is dat we beter zicht krijgen op de prijs-kwaliteitverhouding bij individuele zorgverleners.’ Invoering van het koptarief is volgens Achmea echter geenszins een verkapte vorm van bezuinigen: ‘Als je de zorgkosten en de kosten van de overhead bij elkaar optelt, kom je op hetzelfde bedrag uit als bij de integrale bekostiging. Soms zelfs nog op iets meer.’ Evenmin hoeft de Kcoetz bang te zijn voor al te veel bureaucratie, stelt Achmea: ‘Andere verzekeraars zullen ons voorbeeld vrijwel zeker volgen.’
SP-Kamerlid en oud-huisarts Henk van Gerven ziet in de kwestie de noodzaak van een landelijke regeling. ‘Laten LHV en NHG hierover landelijke afspraken maken met de zorgverzekeraars.’ Van Gerven pleit ervoor de diabetesketen op te nemen in het basistakenpakket van de huisarts en nieuwe vormen van ketenzorg onder te brengen in een experimenteel pakket.
Anton Maes, huisarts te Dieren en kenner van de financiering van huisartsgeneeskunde, deelt de bezwaren van de Noord-Hollandse zorggroep. ‘Er is te weinig macrobudget voor ketens, iedereen kan dat uitrekenen. Met een koptarief kan de verzekeraar makkelijker bezuinigen, omdat de declaraties gespecificeerd naar individuele zorgverleners zijn te zien. Zo controleren en contracteren de verzekeraars alle zorgverleners weer zelf. Het enige voordeel van een koptarief is dat de zorginkoop weer terugkomt bij de partij die dat ook moet doen: de verzekeraar. Verder zie ik net als de zorggroep in Kennemerland alleen maar nadelen.’
Henk Maassen en Joost Visser
Link naar interview met Anton Maes
- Meer nieuws
G K Mitrasing
Vogelvrije Huisarts, Heerhugowaard
Klopt en als de ACM de recente marktscan zorgmarkten van de NZA leest dan ziet deze ook dat er geen wezenlijke concurrentie is in de zorg.. De HHI blijft zéér hoog..
H.J. Stelma
huisarts, URETERP Nederland
Als Achmea zegt dat andere zorgverzekeraars zullen volgen, mag de ACM daar wel eens naar kijken.