Hoorzitting babysterfte legt nadruk op samenwerking

Vandaag houdt de Tweede Kamer een hoorzitting over de babysterfte. De samenwerking tussen verloskundigen en gynaecologen wordt door veel sprekers als cruciaal gezien.

Op verzoek van PvdA-Kamerlid Khadija Arib spreken vandaag twintig deskundigen in een hoorzitting met Tweede Kamerleden over de hoge babysterfte in Nederland. Aanleiding is de UMCU-studie waaruit blijkt dat er meer sterfte is bij laagrisicobevallingen onder leiding van verloskundigen dan bij hoogrisicobevallingen onder leiding van gynaecologen.

Volgens een aantal aanwezige artsen is na vele onderzoeken wel duidelijk waar het grootste probleem zit. De Rotterdamse hoogleraar obstetrie Eric Steegers wijst erop dat er vooral een probleem is met de foetale sterfte. Bovendien wordt van de baby’s met een verhoogd risico op problemen door een groeivertraging, vroeggeboorte, aangeboren afwijking of slechte start, toch nog 20 procent in de eerste lijn geboren. Volgens hem moet de risicoselectie veel beter. Dat moet gebeuren door schotten tussen eerste en tweede lijn weg te nemen.

Voor Hans Brouwers (WKZ) is duidelijk dat 15 procent van de babysterfte vermijdbaar is. Hij wijst erop dat ook de mortaliteit zorgwekkend is. Het aantal gevallen van zuurstofgebrek tijdens de bevalling ligt drie keer hoger dan in België. Het aantal gevallen van interventies met de kunstlong vanwege meconiumaspiratie is zelfs zes keer hoger. Ook Brouwers pleit voor het onderbrengen van de perinatale zorg in één organisatie.

Epidemioloog Jan Vandenbroecke roept op om vooral geen verder onderzoek te doen. ‘Deze zelfde discussie speelde dertig jaar geleden ook al. Het is bekend wat er mis is. De schotten moeten geslecht.’

Simone Buitendijk, hoogleraar eerstelijns verloskunde en ketenzorg, en Angela Verbeeten, voorzitter van verloskundigenvereniging KNOV, waarschuwen voor overhaaste conclusies uit de gegevens die nu bekend zijn. Zij vrezen dat de eerstelijnsverloskunde zonder deugdelijke wetenschappelijke argumenten overboord wordt gegooid.

Tijdens de hoorzitting werd veel gesproken over het advies van de stuurgroep Zwangerschap en geboorte dat in januari verscheen. Stuurgroepvoorzitter en hoogleraar Public Health Koos van der Velden verzuchtte dat er sinds de presentatie nog bedroevend weinig is gebeurd met de zestien aanbevelingen. Het voorstel van de stuurgroep om perinatale zorg in een beperkt aantal centra te concentreren blijkt nog steeds omstreden. Neonatoloog Willem Fetter van het VUmc is bijvoorbeeld bang dat kindergeneeskunde dan verdwijnt uit ziekenhuizen zonder verloskunde. Uiteindelijk zouden zelfs hele ziekenhuizen hierdoor ten onder kunnen gaan.

Op Twitter vatte SP-Kamerlid Nine Kooiman de conclusies van de hoorzitting als volgt samen: ‘Zorg voor meer preventie, betere samenwerking en stop perverse financiële prikkels. En dan nu: aan de slag.’

Robert Crommentuyn

Meer lezen over babysterfte:

• Onderzoek babysterfte wél goed uitgevoerd
• Minder babysterfte bij gynaecoloog
• Hoge babysterfte niet door thuisbevalling
• Dossier Perinatale sterfte
• Meer nieuws