Blogs & columns
jan hein van dierendonck
2 minuten leestijd

Heksen op de divan

1 reactie

Het gaat misschien wat ver hem een voorloper van Freud te noemen, of grondlegger van de (forensische) psychiatrie, maar spraakmakend was deze zestiende-eeuwse Brabander gewis. Jan Wier (Johannes Weyer, Ioannes Wierus) protesteerde dapper tegen de gruwelijke heksenvervolgingen in zijn tijd, schreef over de hysterie in vrouwenkloosters, over seksueel misbruik en over ‘zeldzame’ aandoeningen als wondroos, syfilis en ‘lopende varen’. Zijn naam duikt nog regelmatig op, zoals in de in 1986 opgerichte Johannes Wier Stichting, een mensenrechten-organisatie van en voor (tand)artsen, verpleegkundigen en paramedici.

Wier wordt rond 1515 geboren in het welvarende Grave als zoon van een hophandelaar. Op zijn 14de wordt hij leerling van de controversiële Antwerpse humanist Agrippa von Nettesheim, occultist en scepticus (die mogelijk model stond voor Goethes Faust). Omdat zijn werk niet iedereen in de kerk welgevallig is, vertrekt Agrippa met zijn leerling naar Keulen en Bonn, waar hij een boek voltooit over de invloed van demonen. Nadat Agrippa in 1535 in Grenoble is overleden, gaat Wier medicijnen studeren in Parijs. Drie jaar later vestigt hij zich als arts in zijn geboortestad en in 1545 wordt hij benoemd als stadsgeneesheer van Arnhem. Als een groot aantal door hekserij getroffenen hem om advies vraagt, is zijn interesse blijvend gewekt.

In 1550 wordt Wier hofarts in het ruimdenkende Kleef en schrijft er de bestseller De Praestigiis Daemonum (het worden uiteindelijk vijf boeken over De Begoocheling van Demonen, Bezweringen en Gifmengerijen). Vanuit juridisch perspectief concludeert Wier dat heksenvervolgingen onhoudbaar zijn. Hij bestrijdt langdurig voorarrest en door martelingen afgedwongen ‘bekentenissen’. Vanuit medisch oogpunt ziet hij ‘heksen’ als ontoerekenbare, vaak zieke en oude vrouwen met wanen. Heksensabbatten zijn ingebeeld en wie beweert te kunnen toveren is een charlatan. Hij wordt lid van een commissie die bovennatuurlijke gebeurtenissen in een Keuls nonnenklooster onderzoekt: men weet deze te herleiden tot de seksuele frustraties van enkele zusters. Ondertussen blijft Wier schrijven, onder andere een boek over heksen en een kritiek op de Spaanse bezetting in de vorm van een medisch traktaat.

In 1578 volgt zijn zoon Galenus hem op als hofarts. Wier publiceert nog het Artsenijboek en een editie over zeldzame aandoeningen. In 1588 wordt hij voor een consult naar Tecklenburg geroepen en vindt daar zijn levenseinde.

tekst en beeld: Jan Hein van Dierendonck

Lees ook het artikel ‘Arts voor de heksen’van Henk Maassen over Jan Wiers biografie
(MC 27/2011: 1718).

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • E.L.M. Luykx

    huisarts, AMSTERDAM

    Spraakmakers is een prachtige column. Het verheugde me zeer dat u deze keer Johannes Wier gekozen heeft. Graag wijs ik op het boek van Vera Hoorens, "Een ketterse arts voor de Heksen", een lijvig maar zeer aangenaam proefschrift over hem.
    Uw column ...zeer gewaardeerd,
    Lisette Luykx, bestuurslid vd Johannes Wier Stichting


 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.