Blogs & columns
Luc Bonneux
2 minuten leestijd
Column

Geloof - Luc Bonneux

1 reactie

COLUMN

Ik was bij het afscheid van de recentelijk overleden Pierre Mercenier in de fabuleuze barokkapel van een klooster. Dat klooster maakt nu deel uit van het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen. Pierre Mercenier zal voor zowat iedereen een nobele onbekende zijn. Hij was mijn belangrijkste leermeester. Hij schreef nauwelijks, en dat deed hij in een ongebruikelijk strak Frans. Zijn invloed is onschatbaar: zijn concepten hebben zich verspreid als een virus, brein na brein infecterend.

Als cardioloog, pneumoloog en tropenarts werd hij expert in de tropische volksgezondheid en gezondheidszorgorganisatie – voor Mercenier synonieme begrippen. Hij was dat zeldzame ding: een in de praktijk gepokte en gemazelde arts die als deskundige in de volksgezondheid weet waarover hij praat.
Mercenier was een revolutionair. Hij haalde de gezondheidszorg uit het ziekenhuis en zette die in het dorp. De spil was de tot ‘huisarts’ omgeschoolde verpleger, de arts zijn hulpje. Alle zorg begon bij wie erom vroeg: zieken, zwangere vrouwen en (moeders van) jonge kinderen. Volksgezondheid draaide hierom: hoe kunnen wij schaarse middelen optimaal besteden om die vraag goed te beantwoorden? De vraag is steeds groter dan het aanbod. Het aanbieden van preventieve behandelingen en onderzoek
aan gezonde volwassenen is daarom verspilling. Zonder uitgesproken vraag omwille van een erkend probleem bezondig je je aan de erfzonde van de koloniale geneeskunde. Die behandelde het volk als een willoze veestapel waarvan het rendement moet worden verbeterd. Het door middel van beuzelpraatjes gezonde mensen ertoe verleiden om zich een coloscoop in de aars te laten steken is een uitstekend voorbeeld van deze veeartsenij. In Merceniers revolutionaire model waren het volk en de zieken de motor van medische actie: nooit de arts, laat staan de ambtenaar.

Een even revolutionaire stelling van hem was dat gezondheidszorg werd overschat. Gezondheidszorg diende gestut te worden door goed onderwijs, de aanvoer van zuiver water, de afvoer van vies water. Kortom: door een zich organiserende staat. Ik heb Mercenier aan een medisch ontwikkelingshelper het advies horen geven om zijn dure sterilisatie-ovens te gebruiken om vlaaien te bakken. Dat was minder schadelijk dan een vraag om medische zorgen scheppen die niet duurzaam beantwoord zou blijven. Gezondheidszorg was onlosmakelijk onderdeel van een zich ontwikkelende staat. Mercenier had het dan ook moeilijk met Congo, waar zijn prachtige volksgezondheidsproject onverbiddelijk werd aangezogen door het zwarte gat van een imploderende staat. Als vooruitgangsoptimist had hij deze gestage achteruitgang nooit voorzien.

Had deze atheïstische vrijdenker gedacht dat hij zou worden geëerd in een kapel? Hij had gegrijnsd omwille van de instorting van de christelijke religies, die van kerken en kloosters musea, congreszalen en scholen maakten. Maar de symboliek was Mercenier evenmin ontgaan. Volksgezondheid is een nieuw geloof, dat eeuwigdurende gezondheid op aarde belooft. De priesters zijn vervangen door nieuwe parasitaire kasten die mensen gebieden hoe te leven. Zieken zijn zondaars die de geboden niet hebben gevolgd: te verjagen lepreuzen, smetten op het blazoen.

Zijn leerlingen blijven rebelse ketters, die pleiten voor een bescheiden geneeskunde in dienst van de zieke.

Luc Bonneux

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.