Blogs & columns
Mara Simons
4 minuten leestijd

Op de ok

Plaats een reactie

Mijn handen wapperen in het luchtledige. Om mij heen loopt vijf man heen en weer, doelbewust, druk, alsof ze precies weten wat ze aan het doen zijn. Dat is waarschijnlijk ook zo. Ik sta in een hoekje van de ok, mijn belangrijkste doel is op veilige afstand blijven van alles wat ook maar enigszins groen en steriel lijkt. Ik beweeg langzaam mijn vingers door de lucht heen en weer.

De ok-assistente loopt langs me heen en blijft met een ruk stilstaan. Van top tot teen neemt ze me op. ‘Ga jij óók mee wassen?’ Ze zegt het alsof ik hiermee zojuist haar persoonlijke Maja-zeep heb opgemaakt en ze nu door de vrieskou naar Albert Heijn moet om nieuwe te kopen. ‘Ik heb nu andere dingen te doen, blijf daar maar staan.’

Ik blijf staan. Handen voor me uit, niet te hoog, niet te laag. Buikhoogte. Niets aanraken. Niets-aan-ra-ken, zei ik toch? Ik raak niets aan.

‘Maat?’ Haar blik is even steriel als haar handschoenen.

Ik wurm mijn handen in het latex en met een pets laat ze ze om mijn polsen knappen. Ik doe een dansje met de omloop om mijn jas vast te knopen. ‘Nee, die andere, die ándere kant vastpakken! Ja. Hèhè.’ En dan ben ik er klaar voor.

Om vijf over half elf gaat het mes in de patiënt. Plastic folietje met een buik vol jodium eronder alsof hij aan een zeer plaatselijke icterus lijdt. Het mes snijdt verder. Geel, roze, iets roods en dan een massa darmen.

‘Vast.’ De chirurg geeft me een bosje dunne darm aan. Met twee handen doe ik een greep en probeer te voorkomen dat de massa weer terugschiet naar zijn vertrouwde plekje in de buik in plaats van daarbuiten. ‘Vást,’ zegt de chirurg nogmaals. Warm zacht en glibberig glijden de wormen door mijn vingers. Ik heb geen idee wat hij aan het doen is. Ergens in de diepte – ik wist niet dat een mens zo diep was – is hij bezig met een pincet waarop de ok-assistente zo nu en dan een sisje plaatst. Na elk sisje verschijnt er langzaam een rooksignaal vanuit de diepte als enige indicatie van waar ze ongeveer bezig zijn.

Het is stil op de ok. Ik kijk naar de klok die achter de chirurg hangt. Kwart over elf. De wormen onder mijn rechterhand beginnen steeds meer een eigen leven te leiden. Ik voel ze weer een millimeter verder terugzakken. Linkerhand erbij dan maar. ‘Stilhouden.’ Ik houd beide handen stil. Wat zal ik vanavond eten? Volgens mij heb ik nog broccoli van gisteren. Ho, wacht, niks broccoli, een anteriorresectie, daar waren we mee bezig. Ik moet wat intelligents vragen.

‘Los. Hier, pak deze vast.’ Ik krijg een haak in mijn handen geduwd. ‘Zo. Nee, zó! Hier duwen, daar trekken.’ Ik trek het ding naar me toe. Mijn handschoenen hebben al wat bloedspetters, lijkt het net of ik écht iets gedaan heb.

Het is tien over twaalf. Had ik nog maar een chocolademelk weggeklokt voor ik naar de ok ging. Wat zouden ze in het restaurant hebben? Ik heb zin in een flinke hamburger met patat. Mijn maag verbreekt de ijzige stilte op de ok. De assistente werpt me een spottende blik toe.

‘Kijk.’ De chirurg stopt opeens met wat hij aan het doen is en wijst in de diepte. ‘Zie je?’ Ik buig me over de buik heen en zie in de diepte een rode en zwartgebrande massa. Er komen tientallen vragen in me op, maar geen ervan overstijgt het niveau van ‘waar zit ik in godsnaam naar te kijken?’

De chirurg gaat alweer verder, in stilte. Ik geloof ook niet dat het de bedoeling was dat ik iets zou vragen. Zuig, sis, ECG, verder is het stil. Kan de radio niet aan? Ik bekijk de vingers van mijn rechterhand, die met alle kracht die ik in mijn wijs- en middelvinger heb de haak naar beneden drukken.Hyperextensie, mijn DIP-gewrichten kleuren wit door mijn handschoenen heen. Zal ik hem met de andere hand overnemen?

‘Haken, niet trekken!’ De chirurg pakt mijn hand vast en zet hem in de juiste positie. ‘Kijken wat je doet!’ Hoe kan ik kijken als ik niets kan zien? Ik buig mijn hoofd iets over het gapende gat voor mijn neus en stoot op een haar na tegen het steriele handvat van het licht. Slecht plan, laat maar. Mijn blik vliegt als vanzelf naar de klok, waar ik de wijzers van kwart voor naar tien voor naar vijf voor twee zie kruipen.
Dan, om zeven voor half drie: ‘We gaan sluiten, bel de volgende patiënt maar.’ Ik kijk toe hoe de chirurg de buik dicht niet. ‘Oh, wil jij er één doen?’ vraagt hij als hij het laatste ijzer in de patiënt wil jassen. Hij scheurt met een vloeiende beweging zijn jas los, gooit hem in een bak en verdwijnt door de schuifdeuren. Ik pak de witte niettang die hij op de buik van de patiënt heeft laten liggen. Met grote precisie plaats ik het laatste nietje in de buik van de patiënt. Perfect. Misschien had ik secretaresse moeten worden.

Mara Simons

Alle bijdragen van Mara Simons

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.