Blogs & columns
ouderen

Salaris

5 reacties


'De liefde tot syn lant is ieder aengeboren’, zei Joost van den Vondel. De afkeer van oude mensen ook. Ik geloof dat deze afkeer van ouderen, of de betrekkelijke onverschilligheid over hun lot, diep in ons DNA zit. Het is, evolutionair gesproken, immers nogal stom om goed voor oudere dieren te zorgen, want ze paren niet, ze vechten niet, maar ze eten wel mee.

Een van de vele imagoproblemen van het verpleeghuis komt voort uit het feit dat ouderdom zich daar in sommige taferelen in welhaast onverteerbare vorm lijkt te manifesteren. Zo zie je ’s middags tegen tweeën aan één tafel wel vier of vijf suffende of duttende bewoners. Als één oude man of vrouw lekker dut of suft, zien we tevredenheid en rust. Maar als er zes of zeven in een ruimte in het verpleeghuis zitten te knikkebollen, ontstaat de indruk van een trieste levensavond. Waarbij we vergeten dat hun leeftijdgenoten die zich nog in hun eigen woning bevinden evenmin bezig zijn met Chopin, yoga of Plato, maar ook gewoon zitten te dutten.

Bijna iedereen die vader, moeder, man of vrouw naar het verpleeghuis brengt, heeft dezelfde reactie bij de eerste blik op de reeds aanwezigen: zó erg is de mijne tenminste niet! En de opname begint niet zelden met een zeer dringend verzoek om onmiddellijke overplaatsing naar een andere afdeling waar ze niet zo erg zijn en er wél contact mogelijk is. Die afdeling is er niet en die eerste emotie slijt meestal wel.

Jonge artsen hebben hier natuurlijk ook last van en ik denk dat dat hun geringe enthousiasme voor het verpleeghuis bepaalt. Al zeggen ze dat niet. Ze zeggen ‘het is allemaal eendere problematiek’, wat merkwaardig is als ze binnen één ochtend het hoofd moeten bieden aan een darmbloeding, een regeling om een terminale alcoholist van drank te voorzien, een verscheurde familie rond in te zetten palliatieve sedatie, een instuurdilemma over een heupfractuur in een demente vrouw en een hiv-patiënt die cerebraal beschadigd met zwaar meubilair aan het gooien is.

‘Zo’n beetje alle artsen
kijken neer op verpleeghuisartsen’

En toch melden zich maar weinigen voor de opleiding en dat komt, dacht ik, door de bovenbeschreven gerontofobie. Ik werd echter wakker geschud door een jonge basisarts die mij een heel ander argument aanreikte. Ze zei het zo: ‘Wat hoor je zoal over verpleeghuizen? Dat lastige artsen ontslagen worden, dat het management zo beroerd is dat er soms een hele groep artsen wegloopt. Dat er slechte zorg wordt geleverd omdat deskundig personeel ontbreekt volgens de inspectie en volgens de sector zelf. In verpleeghuizen heb je geen goede ondersteuning van verpleegkundigen en secretariaat. Er is ook een tekort aan huisartsen, maar dat vak is gevarieerder (gaan we weer), je krijgt oneindig veel betere logistieke ondersteuning en als je de huisartsopleiding doet kun je trouwens ook in verpleeghuizen werken, maar andersom niet.’

Ik wilde haar onderbreken, maar ze zei: ‘Mond dicht, we zijn er nog niet. Volgende punt. Zo’n beetje alle artsen kijken neer op verpleeghuisartsen.’

Nu eiste ik toch onverbiddelijk het woord, maar opnieuw schoof ze mij terzijde en vervolgde: ‘Mocht een jonge dokter dit alles willen trotseren, dan werkt een kort bezoek aan de salarisadministratie uitermate verfrissend. De huisarts begint op 5400 en zit na vijf jaar op 6400. De verpleeghuisarts begint op 4100 en zit na twaalf jaar op 5800. Hij heeft na 10 jaar het beginsalaris van de huisarts. De huisarts sleept in de eerste twaalf jaar ruim 200.000 meer binnen en elke volgende twaalf jaar weer 100.000. En dat zijn dan nog de losers onder de huisartsen, namelijk die in loondienst. De vrije jongens verdienen aanzienlijk meer.’

Ze keek mij triomfantelijk aan, terwijl ze concludeerde: ‘Wat kan een mens na een dergelijke opsomming anders zeggen dan: hoera, ik word verpleeghuisarts!’

Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde


Klik hier voor alle bijdragen van de column Zonder handschoenen.

<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
verpleeghuizen ouderen
  • Bert Keizer

    Bert Keizer is specialist ouderengeneeskunde en filosoof. Sinds 2016 is hij werkzaam voor het Expertisecentrum Euthanasie. Hij schreef maar liefst zeventien jaar voor Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Ronald van Nordennen

    specialist ouderengeneeskunde, specialisat, Breda

    Collega Keizer heeft een punt in zijn column ‘Salaris’. Specialisten ouderengeneeskunde kampen met een negatief imago. Verpleeghuizen zijn regelmatig negatief in het nieuws, er zijn personeelstekorten en inderdaad, het salaris van de specialist ouder...engeneeskunde staat onderaan de ladder van artseninkomens.

    Toch zijn enkele kanttekeningen op zijn plaats. Salaris moet je namelijk wel verdienen. Dit betekent dat specialisten ouderengeneeskunde zich veel meer dan nu moeten bezighouden met innovatie van het vakgebied. Je expertise kenbaar maken bij huisartsen, ziekenhuizen en GGZ-instellingen en nieuwe financieringsbronnen aanboren. Hierbij is specialisatie een must - onder andereop het gebied van geriatrische revalidatie, dementiescreening, NAH-problematiek en palliatieve zorg. Zorgland worstelt met multimorbiditeit bij kwetsbare ouderen (zie ook MC 20/2011: 1250).

    Wij kunnen laten zien dat multimorbiditeit bij kwetsbare ouderen ons vak is, waar we goed in zijn. Wij durven polyfarmacie aan te pakken door onzinnige medicatie te stoppen. Uiteraard moet dit gepaard gaan met het opleiden van goede verpleegkundigen binnen de reguliere instellingen, waarbij de samenwerking tussen bijvoorbeeld praktijkverpleegkundigen en specialisten ouderengeneeskunde veel tijd en verbetering van zorg kan opleveren. Hiervan zijn goede voorbeelden te vinden. Dit vraagt ook veel van ons contact met onder andere de raad van bestuur binnen de instelling. Dat moet optimaal zijn, waarbij specialisten ouderengeneeskunde aan tafel zitten en meepraten over beleid en innovatie.

    Regelmatig zeggen collega’s dat er zoveel vacatures zijn voor artsen binnen de instelling en dat daardoor innovatie stil komt te staan. Ik draai het om, zorg voor innovatie en vernieuwing van ons vak, dat trekt collega’s aan, zorgt voor een beter imago, waarmee de onderhandelingen voor een beter salaris gegrond kunnen worden gevoerd.

  • C. Wensink-van Dijk

    jeugdarts, GOUDA

    Een boeiende causerie. Inderdaad niet al te veel salaris, artsenbreed gezien. Feit is dat ik, meer dan 20 jaar werkzaam in de jeugdgezondheidszorg, dat bedrag niet haal. Ik, en een deel van mijn collega's hangt rond de 4000 eurotjes,zonder kans op g...roei.Beginnende jeugdartsen verdienen uiteraard nog minder. Terwijl ik, wij, zeer belangrijk werk doen. Terwijl het hele land zich op preventie stort, doen wij dat altijd al. Wij zijn van mening dat preventie op dat 0 van een mensenleven begint, wellicht nog eerder. De jeugdgezondheidszorg begeleidt en adviseert ouders en kinderen, en dat allemaal voor een schijntje. Je zou haast het gevoel krijgen dat andere artsengroepen alleen maar mensen repareren. Ra ra, waar zou de bulk van het geld naar toe moeten gaan ?

  • B. Berkhout

    Specialist ouderengeneeskunde, OPOETEREN-MAASEIK Belgium

    Eindelijk een voorbeeld om aan te geven dat het niet altijd alleen maar beter kan door efficienter te werken. Wordt het niet eens tijd om naast de artsenbanen monitor ook eens een salarismonitor te houden? Dit zou mogelijkerwijs meer inzicht geven ov...er de oorzaak van het aantal niet opgevulde vacatures.

  • M. Nauta-Beukema

    specialist ouderengeneeskunde, LEIDEN

    Waar is nu die laatste strohalm waar de ( voorheen verpleeghuisarts) specialist ouderengeneeskunde zich aan vast kan grijpen in het tranendal van het verpleeghuis? Geminacht door collega’s, beschimpt en weggezet door zijn management en bij voorbaat d...oor de evolutie in het verdomhoekje geplaatst. En na dit alles wacht daar aan het eind van de maand een aalmoes. Wie dit specialisme kiest moet wel gedwongen zijn door de omstandigheden, een beneveld brein of een zeer beperkt IQ, want van vrije wil kan nauwelijks sprake zijn. Wellicht zijn er uitzonderlijke dokters die dit alles uit puur idealisme trotseren. Want het moet welhaast onmogelijk zijn een normaal gelukkig leven te leiden met zo’n baan. Eigenlijk alles waar je negen jaar (jawel collega’s, wij hebben tegenwoordig een driejarige specialisatie, net zolang als – ik noem een willekeurig voorbeeld- huisartsen) voor gestudeerd hebt: aanzien, heldendaden en een behoorlijk goed salaris, kun je gevoeglijk door de WC spoelen.

    Collega’s ! Menen we dit nu echt? Is er hier sprake van een LOT wat u en bijna 1500 collega’s heeft getroffen? Kom nou eens uit dit hoekje waarin u zichzelf heeft gezet en neem uw en mijn vak (én uw salarisonderhandeling én uw verhouding tot het management) serieus. Ik citeer waarde collega Crul uit MC 20 “De harde realiteit …een exploderende groep patiënten voor wie wij medisch, zorginhoudelijk, ethisch maar ook macro-economisch geen echte oplossing hebben. De groep die niet één aandoening heeft maar een scala”. Weten WIJ niet wat we met deze groep patiënten en hun versleten lichaam moeten ?! Ik dacht van wel! Die patiënt is namelijk mijn –en uw- specialiteit.
    Hoera ik ben specialist ouderengeneeskunde!

  • Y.G. van Ingen

    specialist ouderengeneeskunde, ZUID-SCHARWOUDE

    Hoera voor de basisarts, die het nu reeds zo scherp ziet! Natuurlijk heeft ze een punt met de hoogte van het salaris, maar nog belangrijker de positie van de artsen binnen de organisaties. Ik vrees dat we als beroepsgroep dat laten gebeuren...
    Dank ...aan collega specialist ouderengeneeskunde Bert Keizer omdat je het zo prachtig opschrijft.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.