Bescherm geluidsopnamen
Plaats een reactieGraag reageer ik op de publicatie van Borghuis c.s. (
). Samen met Diederik van Meersbergen stelde ik indertijd de Leidraad gegevens beheer Huisartsen Dienstenstructuur (KNMG 2004) op.
Het is mijns inziens zeker een misverstand dat op band opgenomen gesprekken tussen huisartsen en triagisten op de huisartsenpost onder de dossiergegevens vallen en advocaten deze zouden kunnen opeisen. Het CBP zit, als zij dit in deze zin heeft geformuleerd, op een verkeerd spoor. Ook intercollegiale afstemming tussen bij de behandeling of begeleiding van de patiënt betrokken huisartsen of specialisten valt niet onder de dossiergegevens en dus ook niet onder het inzagerecht. Dat zou in de praktijk een onwerkbare situatie worden. Op dat punt moet de leidraad (onderdeel B.1.1.1.) naar mijn mening zeker niet worden uitgebreid, maar mogelijk wel verhelderd.
Wel vallen op band opgenomen gesprekken tussen de triagist op de huisartsenpost en de patiënt onder de dossiergegevens. Deze band mag worden beluisterd en zo nodig opgevraagd. Als alternatief kan ook een transcriptie worden gemaakt en (tegen vergoeding) als afschrift worden aangeboden. Stemherkenning op de band is naar mijn mening geen reden om deze niet af te geven. Dat geldt ook voor de vermelding van de voornaam van de triagist op band of transcriptie; (voor)naam of initialen zullen bovendien ook zijn genoteerd in de verslaglegging. Komt de patiënt naar de post, dan is de triagist ook herkenbaar aan het naambordje (alleen voornaam).
Wil de patiënt een klacht indienen tegen een hulpverlener die onder het tuchtrecht valt, dan zal de post de naam van die hulpverlener die op het gevraagde tijdstip dienst had, moeten doorgeven. Voor medewerkers die niet onder het tuchtrecht van de Wet BIG vallen, hoeft dat mijns inziens niet, omdat een klacht tegen hen in de praktijk tegen de directie zal worden ingediend.
Velp, april 2008
Mr. Rose Marie Doppegieter, juridisch adviseur gezondheidsrecht
- Er zijn nog geen reacties
