Eerstelijns Gezondheidszorg in Zeeuwse regio

Op het platteland van Walcheren kunnen patiënten sinds mei van dit jaar in de eerste lijn terecht voor verschillende vormen van geestelijke gezondheidszorg. Het gaat om een initiatief van de Veersche Huisartsencoöperatie.

Dat initiatief was hard nodig, meent Walter Rullens, huisarts in Oostkapelle en een van de geestelijk vaders van het plan: ‘We zitten hier op het platteland van Walcheren. Patiënten gaan liever niet met hun psychische problemen naar Middelburg of Vlissingen. De drempel blijkt in termen van afstand en wachtlijsten behoorlijk hoog.’ 

Volgens Rullens had de gemeente Veere afspraken met maatschappelijk werkers over de zorg voor mensen met psychische problemen: ‘Dat kostte drie tot vier ton per jaar.’ Maar de Walcherse huisartsen vonden die hulp niet effectief genoeg en wilden de zaken beter regelen. ‘We hebben contact gezocht met verschillende financiers, zoals zorgverzekeraar CZ, de gemeente en het zorgkantoor. De provincie gaf ons een startsubsidie.’ Toen de financiering rond was, heeft de Huisartsencoöperatie een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, een kinderpsycholoog en een psychotherapeut in dienst genomen, en werden twee maatschappelijk werkers gedetacheerd. De SPV’er is te beschouwen als voorloper van de functie van praktijkondersteuner huis­artsenzorg GGZ (POH-GGZ), die minister Klink vanaf begin volgend jaar wil financieren.

Rullens: ‘Het werkt als volgt: de huisarts verwijst een patiënt naar één van de GGZ-professionals; bij de doktersassistent kan gelijk de eerste afspraak worden gemaakt, voor dezelfde of de komende week. Er is geen intakegesprek; voor de eerste sessie trekken we anderhalf uur uit.’ Elke twee weken heeft het GGZ-team overleg met één van de betrokken huisartsen, maandelijks met alle elf huisartsen. Natuurlijk hebben de huisartsen en de GGZ-medewerkers aan elkaar moeten wennen. Rullens: ‘Maatschappelijk werkers zijn gewend flinke rapporten te schrijven over patiënten, terwijl wij liever hebben dat ze volstaan met een A4’tje.’

Het dienstverband van de GGZ-professionals loopt vooralsnog op 1 januari van het komend jaar af. Dan wordt bekeken of en in hoeverre de financiering een meer structureel karakter kan krijgen. ‘Lukt dat niet, dan houdt het op’, aldus Rullens.

Dat zou jammer zijn, want zowel patiënten als artsen zijn tevreden over het project, weet Rullens. ‘We verwijzen bijvoorbeeld met succes kinderen en pubers die vaak problemen hebben waar wij als huisartsen minder goed mee uit de voeten kunnen.’

De Middelburgse Roosevelt Academy heeft toegezegd onderzoek te doen naar de (kosten)effectiviteit van de werkwijze van Rullens en zijn groep. << HM