Huisartsen willen meer invloed op Primair Huisartsenposten

Huisartsen die zijn aangesloten bij de huisartsenposten van Stichting Primair willen meer invloed op het beleid. Maar de stichting stribbelt nog tegen.

Primair Huisartsenposten ontstond in 2006 na een fusie van twee toch ook al grote organisaties. De stichting exploiteert negen huisartsenposten in een gebied van Harderwijk tot Nieuwegein met zo’n 1,3 miljoen inwoners.

‘HAP-organisaties zijn destijds door de huisartsen opgezet om hun dienstenprobleem op te lossen’, zegt huisarts Bram Stegeman in Maarssen. ‘Maar gaandeweg hebben ze zich ontwikkeld tot zorginstellingen waar huisartsen geen zeggenschap meer over hebben.’ Zo heeft de medische raad van Primair, waarin de medisch managers van de negen posten zitten, wel instemmingsrecht bij medisch-inhoudelijke, maar niet bij beleidsmatige kwesties. Dat moet anders, zegt Stegeman. ‘Huisartsen moeten ook kunnen beslissen over het beleid op de lange termijn.’

Het probleem speelt ook elders en er zijn tal van oplossingen voor bedacht. Zo kent de coöperatieve huisartsendienst in Arnhem een raad van afgevaardigden, die werkt als een algemene ledenvergadering; in Amsterdam is gekozen voor een huisartsen-deelnemersraad en in Doetinchem en omstreken wordt de zeggenschap geregeld via de regionale huisartsen­vereniging.

Op aandringen van de huisartsen van Primair stelde een pas aangetreden interim-directeur in februari voor om het bedrijf om te vormen tot een vereniging van huisartsen, met een ledenraad als hoogste orgaan. De medische raad steunde het plan. ‘We vroegen ons alleen af of we huisartsen zouden kunnen vinden die het leuk vinden in zo’n raad te zitten en die het ook kunnen’, zegt Carin de Kok, lid van de medische raad. Tot teleurstelling van de huisartsen veegde de raad van toezicht het plan echter van tafel en pakte de interim-directeur begin maart zijn biezen.

Een nieuw aangetreden interim-procesmanager komt nog deze zomer met een nieuw voorstel, dat voldoende draagvlak moet hebben onder huisartsen. Stegeman weet wat dezen willen: ‘Primair moet als facilitair bedrijf blijven functioneren, dat doen ze prima. Maar dan naast - of samen met - een vergelijkbaar bedrijf voor bijvoorbeeld chronische zorg. En onder verantwoordelijkheid van een huisartsenvereniging of -coöperatie.’ De Kok heeft vertrouwen dat er iets goeds uitkomt: ‘Toen Primair ontstond was de WTZi (Wet Toelating Zorginstellingen, red.) net van kracht. Men heeft de wet te beperkt geïnterpreteerd en veronderstelde regels gevolgd. Maar de wet geeft meer vrijheid dan men dacht.’ JV