Niet-specifieke buikklachten
Plaats een reactieDokters verschillen aanzienlijk in de mate waarin ze niet-specifieke buikklachten zoals het prikkelbare darmsyndroom beoordelen en behandelen. Dat is een van de conclusies die Henriëtte van den Heuvel-Janssen trekt in haar proefschrift Non-specific abdominal complaints in general practice, waarop ze 26 oktober promoveerde aan de Universiteit Maastricht. Van den Heuvel analyseert de bestaande literatuur over deze aandoeningen en presenteert zowel retrospectief als prospectief onderzoek in haar dissertatie.
In een onderzoek onder 219 patiënten met non-specifieke maag- en buikklachten kreeg 15 procent de diagnose ‘non-ulcer dyspepsie’, 39 procent de diagnose ‘prikkelbaar darmsyndroom’ en maar liefst 45 procent viel onder de noemer ‘andere buikklachten’.
Van den Heuvel pleit dan ook voor een systematischer aanpak en stelt dat er naast de bestaande richtlijnen voor maagklachten en het prikkelbare darmsyndroom ook richtlijnen nodig zijn voor diagnostiek en behandeling van overige niet-specifieke buikklachten.
Ze vond dat meer dan de helft van alle patiënten dagelijks tot wekelijks last had van deze klachten. Daarbij bleek dat hun zogenaamde general health perception gestoord was.
Als niet-specifieke buikklachten eenmaal chronisch zijn geworden, valt volgens de onderzoekster niet te verwachten dat de klachten nog zullen verbeteren. << HM
- Er zijn nog geen reacties