Sportartsen opnieuw naar de rechter

De Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG) stapt opnieuw naar de rechter om erkenning als medisch specialisme af te dwingen. Bij een eerdere gelegenheid achtte de rechtbank zich niet bevoegd om de zaak te behandelen, maar die beslissing is teruggedraaid door de Raad van State.

Sportgeneeskundigen, nu nog geregistreerd als sociaal-geneeskundigen, proberen al drie jaar om registratie als medisch specialist voor elkaar te krijgen. Volgens Jan Aghina, oud-voorzitter van de VSG, verkeren zij in een uitzonderingssituatie. ‘Zorgverzekeraars sluiten in principe geen contracten met

sociaal-geneeskundigen. Sportartsen in ziekenhuizen zijn voor vergoeding daarom altijd aangewezen op bijzondere verzekeringsvormen.’ Na registratie als medisch specialist vervalt het onderscheid met andere artsen.

In 2001 wees het Centraal College Medische Specialismen (CCMS) het verzoek van de sportartsen af. Volgens het college verrichten sportgeneeskundigen bij uitstek preventief werk en is onvoldoende duidelijk wat het werkterrein van de sportarts in de klinische setting omvat. De VSG vocht deze beslissing aan bij de rechtbank in Utrecht, maar die verklaarde zich niet-ontvankelijk voor de klacht. Het bestuursrecht zou niet voorzien in de mogelijkheid van beroep tegen beslissingen van de CCMS. In november vorig jaar haalde de Raad van State een streep door deze redenering. Volgens de raad mag een rechtbank wel degelijk de beslissing van het college inhoudelijk beoordelen. De zaak is terugverwezen naar de Utrechtse rechtbank en komt 25 maart voor.

Volgens VSG-voorzitter Anja Bruinsma is nog gepoogd een rechtszaak te voorkomen. ‘Wij hoopten dat de uitspraak van de Raad van State de kwestie in beweging zou brengen en zijn opnieuw in overleg getreden met de CCMS en de KNMG. Tenslotte moeten we straks ook weer met dezelfde mensen door één deur. Het college wilde toch liever een uitspraak van de rechter.’ << RC