Laatste nieuws
ouderen

Nieuw houvast

Plaats een reactie

Duizeligheid centraal en multidisciplinair benaderd



Duizeligheid is een veelgehoorde klacht in de spreekkamer van de huisarts. Vaak is het moeilijk een oorzaak te vinden, laat staan een gericht behandeladvies te verstrekken.


Als huisartsen patiënten met duizeligheid verwijzen, is dat in de meeste gevallen naar de KNO-arts of de neuroloog. Vaak consulteren deze specialisten elkaar onderling, zodat 20 tot 30 procent van de patiënten bij beiden terechtkomt. Gezien het feit dat elke specialist meestal zijn eigen aanvullend onderzoek aanvraagt, moet een patiënt soms wel vier of vijf keer het ziekenhuis bezoeken om zo mogelijk enige duidelijkheid te verkrijgen over de aard van zijn duizeligheid.


Al met kan worden gesteld dat het zorgtraject van de duizelige patiënt een betere afstemming verdient tussen de huisarts en de tweede lijn, en binnen het ziekenhuis zelf.

Multidisciplinair


In Apeldoorn hebben KNO-artsen en neurologen besloten het probleem van duizeligheid gezamenlijk te benaderen. Dit heeft geleid tot de oprichting van het Apeldoorns Duizeligheid Centrum (ADC), een samenwerkingsverband tussen de afdelingen KNO, Neurologie en Biometrie (klinische neurofysiologie) van de Gelre Ziekenhuizen.

De doelstelling van het ADC is tweeledig:


1. verbetering van het logistieke gedeelte van het zorgtraject van patiënten met duizeligheid als hoofdklacht vanaf de verwijzing door de huisarts tot en met de poli-ontslagbrief van de specialist;


2. verbetering van de diagnosestelling. Gestreefd wordt met name naar een meer gedifferentieerde diagnose en naar een beter en duidelijker behandeladvies door middel van een multidiciplinaire benadering van het probleem van duizeligheid.


Het centrum is op 1 november 2000 van start gegaan. In het team participeren twee KNO-artsen, twee neurologen, een klinisch neurofysiologisch laborant en een secretaresse.


Het ADC legt er naar buiten toe de nadruk op dat er geen nieuwe diagnostische methoden en/of behandelingen worden geïntroduceerd. Bij patiënten mogen in die richting dan ook geen valse verwachtingen worden gewekt.

Één loket

Huisartsen in de regio kunnen patiënten die duizeligheid als hoofdklacht hebben, aanmelden bij als het ware één loket: het ADC. Daartoe kunnen zij gebruikmaken van een gestructureerd aanmeldingsformulier waarop zij de volgende gegevens moeten vermelden: personalia, korte anamnese, voorgeschiedenis, medicatiegebruik, oriënterend KNO-onderzoek, gestarte therapie, en waarschijnlijkheidsdiagnose (perifeer, centraal, cardiovasculair, medicamenteus, psychogeen, onbekend).


Zodra de patiënt is aangemeld bij het ADC, krijgt deze een vragenlijst toegestuurd met 75 vragen die zijn geformuleerd door de Commissie Normering Vestibulair Onderzoek.1


Aan de hand van het aanmeldingsformulier van de huisarts en de door de patiënt ingevulde en geretourneerde vragenlijst bespreekt het ADC-team de patiënt. Hierbij komt het volgende aan de orde: wat is de waarschijnlijkheidsdiagnose, welk aanvullend onderzoek dient te worden verricht en welke specialist moet de patiënt zien: de KNO-arts, de neuroloog of samen in het gecombineerde spreekuur? 


Na deze bespreking ontvangt de patiënt een oproep voor eventueel aanvullend onderzoek en een afspraak voor het daaropvolgende consult bij de specialist.


Wanneer de patiënt wordt gezien door de behandelend specialist(en), is eventueel aanvullend onderzoek dus al verricht en zal worden getracht tijdens een eenmalige consult tot een diagnose en behandeladvies te komen. Na dit consult bepreekt het ADC-team nogmaals alle gegevens van de patiënt en stelt de definitieve diagnose; vervolgens wordt de brief aan de huisarts opgesteld.

Eerste gegevens


Ongeveer acht maanden na de start van het duizeligheidcentrum waren er tweehonderd patiënten geëvalueerd.


De man-vrouwverhouding in deze groep was 1:1,94. Duidelijk was dat duizeligheid het meest voorkomt op middelbare en oudere leeftijd.


Deze eerste groep van tweehonderd patiënten was aangemeld bij het ADC door ongeveer 70 procent van de huisartsen die werkzaam zijn in het adherentiegebied van de Apeldoornse locaties.


De gemiddelde doorlooptijd van aanmelding tot ontslagbrief was 58,7 dagen. Gemiddeld lagen er 38 dagen tussen de eerste ADC-bespreking en het bezoek van de patiënt aan de specialist. Binnen deze periode vond ook het aanvullend onderzoek plaats. Het aantal bezoeken aan het ziekenhuis werd - vergeleken met de conventionele aanpak - gereduceerd met 41 procent.


Na de eerste bespreking binnen het ADC-team werd voor daadwerkelijke consultatie 24 procent van de patiënten verwezen naar de KNO-arts, 22 procent naar de neuroloog, en 54 procent naar het gemeenschappelijk spreekuur.


In 92 procent van de gevallen kon een diagnose worden gesteld. De tabel geeft de tien meest gestelde diagnosen weer. Opvallend is de hoge score van de diagnose ‘hyperventilatie’.


Bij 16 procent van de patiënten werden twee diagnoses gesteld. In 55 procent van de gevallen kwam de waarschijnlijkheidsdiagnose van de huisarts niet overeen met de definitieve diagnose van het ADC-team. De waarschijnlijkheidsdiagnose van het ADC-team zelf kwam in 67 procent van de gevallen overeen met de definitieve diagnose.

Patiëntenenquête

Enkele weken na het bezoek aan de specialist ontvingen de patiënten thuis een korte vragenlijst met het verzoek deze in te vullen en te retourneren; de respons bedroeg 77 procent. De vragen en antwoorden zijn weergegeven in de figuur.


De patiënten waren duidelijk tevreden over de manier van aanmelden en verwerken en over de gehanteerde vragenlijst.


Hoewel de meeste patiënten de aandacht die zij kregen als voldoende tot goed beoordeelden, was éénderde van hen van mening dat de duidelijkheid omtrent de oorzaak van hun klachten onvoldoende was; ook vond een derde  het verstrekte advies niet helder.


De algemene indruk over het ADC-team is zonder meer positief te  noemen.

Tevreden

De leden van het ADC-team waren in grote lijnen tevreden met de nieuwe opzet.


Vrijwel alle insturende huisartsen maakten gebruik van het aanmeldingsformulier en de aangeleverde informatie was toereikend.


Het bestuderen en bespreken van de door de patiënt ingevulde informatielijst (75 vragen) kostte weliswaar veel tijd, maar maakte het wel mogelijk dat in de meeste gevallen reeds voor het consult een hoogstwaarschijnlijke diagnose kon worden gesteld. Het ADC-team is ervan overtuigd dat met name deze uitgebreide anamnesegegevens ertoe hebben bijgedragen dat een veel gedifferentieerdere diagnose kon worden gesteld dan voorheen.


De specialisten beoordeelden de multidisciplinaire samenwerking als positief en verrijkend. Zij vonden dat deze werkwijze mede had gezorgd voor een verbreding en verdieping van hun kennis over het moeilijke probleem van de duizelige patiënt. <<

dr. R.B. van Leeuwen,

neuroloog

P. Oostenbrink,

laborant klinische neurofysiologie

dr. D. Bruintjes,


 


KNO-arts

Gelre Ziekenhuizen, locaties Apeldoorn


I.C. Tabink,

arts-assistent KNO

Centraal Militair Hospitaal Utrecht

 

Correspondentieadres:


dr. R.B. van Leeuwen, neuroloog


Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn


Postbus 9014


7300 DS Apeldoorn


E-mail:

r.b.van.leeuwen@gelre.nl

Referentie
1.  Fischer AJEM, Oosterveld WJ. Duizeligheid en evenwichtstoornissen. Utrecht: Bruna Uitgevers, 1990: 87-9.

De ‘toptien’ van de in het ADC gestelde diagnoses als oorzaak van duizeligheid


 1. hyperventilatie 34,2%


 2. neuritis vestibularis 8,3%


 3. geen diagnose 7,8%


 4. BPPD 7,3%


 5. M. Ménière 6,2%


 6. psychogeen 6,2%


 7. onbekend perifeer vestibulair 5,2%


 8. recurrent vestibulopathie 4,7%


 9. orthostase 4,7%


 10. positie-instelduizeligheid 4,1%

Oordeel patiënten over het Apeldoorns Duizeligheid Centrum

SAMENVATTING


l In november 2000 is het Apeldoorns Duizeligheid Centrum (ADC) opgericht. Hierin werkt een multidisciplinair team dat bestaat uit twee KNO-artsen, twee neurologen, en een klinisch-neurofysiologisch


laborant.


l De huisarts verwijst als het ware naar één loket en hoeft niet meer te twijfelen welke discipline moet worden gekozen. Er zijn geen onderlinge verwijzingen meer.


l De logistiek van het zorgtraject voor duizeligheid is sterk verbeterd; er is een forse reductie bereikt van het aantal ziekenhuisbezoeken. 


l Het beoordelen en bespreken van met tevoren verzamelde anamnesegegevens in multidisciplinair verband heeft geleid tot een gedifferentieerder diagnose en behandeladvies.


l Ook de patiënten oordelen positief over deze nieuwe aanpak van hun klachten.

ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.