Tuchtzaak LHV-voorzitter

Een klacht tegen voormalig LHV-voorzitter Jan Bergen is vorige week door het Centraal Tuchtcollege niet ontvankelijk verklaard.

De klager stelt dat het overlijden van zijn vrouw aan een bacteriële meningitis het gevolg is van te grote waarneempraktijken. Volgens de klager is de maximale grootte van de waarneempraktijk zoals vastgelegd in de LHV-nota ‘Bereikbaarheid en beschikbaarheid van de huisartsenzorg’ strijdig met de professionele normen. Hij houdt Bergen als LHV-voorzitter hiervoor verantwoordelijk.

Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat Bergens bemoeienis met de beleidsnota geen individuele zorgverlening betreft en dan ook niet onder de werkingssfeer van de tuchtnormen valt.