Laatste nieuws
Bas Vos
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Geen zoete broodjes

Plaats een reactie

Ieder voor zich en Wiegel voor ons allen. Dat lijkt het beleid van de regering te zijn als het gaat over versterking van de marktwerking in de huisartsenzorg. Wat moeten we nu? Concurreren met elkaar! De huisarts, de medische spil van de eerstelijns gezondheidszorg in ons land, moet concurreren met zijn collega’s. Concurreren om patiënten te krijgen? Onzin, want in deze tijd met zijn huisartsentekort is het de patiënt die met zijn medeburgers moet concurreren om een huisarts te krijgen. Dat is de realiteit. Helaas.
Concurreren voor een lager tarief? Zoals bakkers met elkaar knokken om de zoetste broodjes te verkopen tegen de redelijkste prijs? Ook onzin: de huisartsentarieven worden centraal vastgesteld. Althans het plafond. Want huisartsen mogen in het kader van de Wet Tarieven Gezondheidszorg (WTG) alleen met elkaar prijsconcurrentie aangaan over lagere prijzen; een ambtelijk orgaan, het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG), ziet daarop toe. Een prototypische invulling van het begrip ‘concurrentie’, zoals gedefinieerd in de Nederlandse overlegeconomie. Een beetje zus, een beetje zo, met een bizar eindresultaat als gevolg.

Concurreren kan ook leiden tot een beter product. In de huisartsenzorg betekent een beter product het verminderen van de werkdruk en het vermeerderen van kennis en vaardigheden. Ten gunste van de patiënt. Immers, het draait uiteindelijk om de patiënt, de klant, de koning. Het doel is betere medische zorg in de eerste lijn. Een voorwaarde is passende honorering. Een marktconforme beloningsstructuur die ervoor zorgt dat huisartsen niet afhaken. Die zorgt voor een goed werkklimaat, waarin de patiënt centraal staat. En waarbij je dus ook voorkomt dat huisartsen hun kostbare tijd verdoen met eindeloos onderhandelen met verzekeraars (zie ook het advies van de commissie-De Beer).

De afgelopen maanden heeft de LHV zich ingespannen om de invoering van mededinging aangepast te krijgen. Níet door uitgebreide discussies aan te gaan met ambtelijke instanties, zoals de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en het CTG, wél door de beleidsmakers, de politici, te informeren.


Staat de huisarts alleen in zijn strijd voor een betere huisartsenzorg? Nee, gelukkig niet. De Nederlandse Patiënten/Consumenten Federatie (NPCF) is namens de patiënten een principiële medestander van de huisartsen. Daar ben ik content mee, want het draait uiteindelijk om de patiënt.


De Tweede Kamer is ontwaakt uit de winterslaap en heeft op 9 april een motie aangenomen. De minister wordt gevraagd ‘te bewerkstelligen dat de NMa zich vooralsnog onthoudt van regelgeving op het gebied van huisartsenzorg’. Dat ‘vooralsnog’ heeft betrekking op de onderzoeksperiode die het parlement al eerder had geclaimd. Een periode die nodig is om uit te zoeken of het wel redelijk is om concurrentie onder leiding van het NMa in te voeren in de eerstelijns medische zorg. De Tweede Kamer heeft de huisartsen daarmee een steun in de rug gegeven om de onzalige plannen bij te stellen.

Minister Jorritsma zond mij op 13 maart een brief. Ze stelt daarin onder meer dat ze ‘niet wil verhelen dat het introduceren van vraagsturing in de zorg, met name de huisartsenzorg, ook een inspanning vergt van de betrokken huisartsen’. Tot nu toe schreef een huisarts een verontruste moeder levertraan voor als vaccinatie, maar dankzij de introductie van vraagsturing denkt hij (of zij) ineens aan een meningokokkenvaccin? Bij een verdacht donkerbruin vlekje in de nek gaat de huisarts vanaf nu een melanoom uitsluiten, terwijl hij voor de introductie van de concurrentie de patiënt heenzond met de mededeling maar een zalfje bij de drogist te halen?


Zoiets moet de minister bedoelen met ‘zodat de verbeterde kwaliteit van het ondernemerschap bijdraagt aan afstemming van vraag en aanbod’.


Maak ik met dit soort vergelijkingen een farce van een serieuze discussie? Integendeel. Het doel van de regering en het parlement is uiteindelijk hetzelfde als dat van de LHV en haar binnenkort weer actievoerende leden: het verder verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de huisartsenzorg in ons land. Dat doel wordt echter niet gediend met het instellen van irrationele wet- en regelgeving.

Huisartsen zijn geen bakkers die zoete broodjes verkopen. Huisartsen zijn geen kapitaalkrachtige zorgverzekeraars, die knokken om de gunst van hun klanten. Huisartsen zijn gespecialiseerde medici, die ijveren voor het behoud van hun vak. En voor het belang van de klant, de patiënt. Niks ieder voor zich, niks Wiegel voor ons allen. Ik ga voor ‘de huisarts voor ons allen’.

Federatienieuws marktwerking in de zorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.