Laatste nieuws
5 minuten leestijd
Federatienieuws

Hoe worden leden-geneeskundigen voorgedragen bij de tuchtcolleges?

Plaats een reactie

Toetsing op kwaliteitscriteria
De KNMG heeft een procedure gemaakt voor het voordragen van leden-geneeskundigen bij de tuchtcolleges. Daarbij staat centraal dat bij een voordracht wordt toegezien op het voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria die essentieel zijn voor het goed kunnen vervullen van deze verantwoordelijke functie. Over de procedure heeft afstemming plaatsgevonden met de achterban en de voorzitters van de tuchtcolleges. Onlangs heeft het federatiebestuur zijn instemming gegeven. Het komend voorjaar zal deze procedure worden gebruikt bij het ontwikkelen van een meer eenduidige procedure voor de leden-beroepsgenoten vanuit de acht beroepsgroepen die onder het tuchtrecht ingevolge de Wet BIG vallen.  

De tuchtrechtspraak voor artsen en een aantal andere beroepsgroepen is geregeld in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG, in werking getreden op 1 december 1997) en het Tuchtrechtbesluit BIG.1 De tuchtrechtspraak wordt in eerste aanleg uitgeoefend door een regionaal tuchtcollege (in Groningen, Zwolle, Amsterdam, Den Haag en Eindhoven) en in beroep (alleen) door het Centraal Tuchtcollege in Den Haag. De plaats waar de aangeklaagde woont, is in principe bepalend voor de vraag welk tuchtcollege bevoegd is. Onlangs heeft het federatiebestuur ingestemd met een procedure voor het voordragen van leden-geneeskundigen bij de tuchtcolleges. Kern daarvan is dat bij de voordracht wordt toegezien op het voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria die essentieel zijn voor het goed kunnen vervullen van deze verantwoordelijke functie. Mogelijk kan daarmee worden tegemoetgekomen aan de nog wel eens geuite kritiek op tuchtrechtelijke uitspraken, met name waar het gaat om practische houdbaarheid, vakkundigheid en nuancering. De procedure is afgstemd met de achterban en de voorzitters van de diverse tuchtcolleges. Daartoe heeft de KNMG dit najaar onder meer een symposium over het tuchtrecht georganiseerd. Het volgend voorjaar zal in samenspraak tussen de betrokken beroepsorganisaties, de tuchtcolleges en het ministerie van VWS een modelprocedure worden ontwikkeld om te komen tot een eenduidige procedure voor het voordragen van de diverse leden-beroepsgenoten.2 De onderhavige KNMG-procedure zal daarbij voor de beroepsgroep van artsen model staan.


Samenstelling en benoeming


leden tuchtcollege


In een regionaal tuchtcollege hebben twee rechtsgeleerde leden zitting van wie één tevens voorzitter is, en drie leden-beroepsgenoten en hun plaatsvervangers. Tevens heeft het college een secretaris-jurist. In het Centraal Tuchtcollege zitten drie rechtsgeleerde leden van wie één voorzitter is, twee leden-beroepsgenoten en hun plaatsvervangers en een secretaris-jurist. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden bij koninklijk besluit op voordracht van de ministers van VWS en Justitie voor het leven benoemd. Ook de secretarissen en hun plaatsvervangers worden op voordracht van de ministers van VWS en Justitie bij koninklijk besluit benoemd. De rechtsgeleerde leden en de leden-beroepsgenoten en hun plaatsvervangers worden bij koninklijk besluit op voordracht van de minister van VWS voor zes jaar benoemd. Zij zijn herbenoembaar. Voor alle leden geldt een leeftijdsgrens van 70 jaar. In tegenstelling tot de vroegere wetgeving heeft de KNMG ingevolge de Wet BIG geen directe betrokkenheid meer bij de benoeming van artsen maar in de praktijk wordt de beroepsorganisatie altijd geraadpleegd door de tuchtcolleges. Daarbij wordt de navolgende procedure gevolgd.

Procedure voordracht


leden-geneeskundigen


Zodra bij een tuchtcollege een vacature in zicht is of uitbreiding gewenst is van het aantal leden-geneeskundigen, vindt overleg plaats tussen de KNMG en het betreffende tuchtcollege. Tijdige melding, bij voorkeur met een minimale termijn van drie maanden, is nodig. Meent het tuchtcollege of de KNMG een of meer geschikte kandidaten te hebben gevonden, dan wordt na afstemming deze perso(o)n(en) - nog vóórdat hij of zij wordt benaderd - getoetst op aanvaardbaarheid voor beide instanties. In de praktijk betekent dit dat het secretariaat van de KNMG altijd overlegt met de betrokken beroepsvereniging en, via deze, met de betreffende wetenschappelijke vereniging.


Zodra alle betrokken instanties zich gezamenlijk in een voordracht kunnen vinden, wordt de kandidaat door de voorzitter van het college benaderd en wordt de functie toegelicht. Daarvóór is dat ongewenst omdat betrokkene nog kan worden afgewezen. Indien de kandidaat zich bereid verklaart, zorgt de KNMG zo spoedig mogelijk voor de officiële aanbeveling aan VWS, waarna vervolgens benoeming bij koninklijk besluit volgt.

Toetsingscriteria
Om in aanmerking te komen voor benoeming als lid-geneeskundige van het tuchtcollege wordt getoetst aan de volgende kwalificaties c.q. criteria:

l Inschrijving in het BIG-register alsmede in een van de specialistenregisters van de KNMG (te weten van huisartsen, verpleeghuisartsen, sociaal-geneeskundigen of medisch specialisten) dan wel toetsing aan de vraag of de betreffende arts voldoet aan voor de beoordeling van tuchtzaken relevante kwalificaties.
Toelichting: bekwaamheid en deskundigheid van de kandidaat binnen het betreffende specialisme staan hierbij centraal. Het laatste onderdeel van dit criterium doelt op de mogelijkheid dat bijvoorbeeld ook basisartsen lid-genees- kundige bij het tuchtcollege kunnen worden mits zij ook voldoen aan de hiernavolgende criteria.

l Geen tuchtmaatregel hebbeb opgelegd gekregen.
Toelichting: de leden-beroepsgenoten die tuchtzaken van collegae moeten beoordelen, dienen zelf ‘onbesmet’ te zijn. Dat is ook essentieel voor het vertrouwen van het publiek in het algemeen en de aangeklaagde artsen in het bijzonder. Dit impliceert tevens dat leden-beroepsgenoten die gedurende hun zittingstermijn een tuchtmaatregel krijgen opgelegd, op dat moment moeten terugtreden. Dit geldt niet voor leden-beroepsgenoten die een klacht hebben ontvangen welke door het tuchtcollege wordt afgewezen. 

l Het beschikken over actuele praktijkervaring gedurende minimaal vijf jaar in ten minste halftime werkverband.


Toelichting: op het moment van benoeming dient de kandidaat direct voorafgaande aan de benoeming minimaal vijf jaar voor ten minste 50 procent werkzaam te zijn binnen zijn of haar specialisme en dat nog gedurende ten minste drie jaar. Ook bij herbenoeming geldt de eis van praktiseren binnen het betreffende specialisme.


Het tussentijds beëindigen van de praktijk brengt mee dat het lid-geneeskundige aftreedt op het moment dat deze wordt geschrapt uit het betreffende register.

l Het kunnen uitdragen van een objectieve genuanceerde visie en discipline overstijgend kunnen denken.
Toelichting: naast kennis van (uiteenlopende) medisch-technische en behandel-capaciteiten op het eigen vakgebied dient de kandidaat ook te beschikken over een brede kijk op de medische beroepsuitoefening en de daarmee samenhangende ethiek. Men moet immers ook kunnen mede oordelen over zaken die niet direct het eigen vakgebied betreffen. Bij-  en nascholing, ook vanuit de eigen beroepsorganisatie zullen, hier een plaats moeten krijgen. 

l In het licht van een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van het tuchtcollege wordt bij de voordracht van een lid-beroepsgenoot gelet op spreiding naar apotheekhoudend en niet-apotheekhoudend (leden-huisartsen), spreiding naar meer praktische dan wel wetenschappelijke kwalificaties, spreiding naar geslacht en spreiding binnen de regio.
Toelichting: in het kader van het laatste bestaat tevens de mogelijkheid dat een lid-beroepsgenoot van een ander tuchtcollege als deskundige bij een specifieke zaak door het college wordt betrokken.

Daarnaast wordt ook gekeken of zich geen strijdigheid voordoet met andere functies die de kandidaat reeds vervult. Strijdigheid kan zich bijvoorbeeld voordoen in het geval de kandidaat bestuurslid is van een wetenschappelijke of beroepsvereniging.
Ten slotte: het lidmaatschap van de KNMG/beroepsvereniging is geen toetsingscriterium.

mr. Rose Marie S. Doppegieter,
stafmedewerker KNMG

Noten

1.  De tuchtrechtspraak is van toepassing op artsen, apothekers, verloskundigen, tandartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, gezondheidszorgpsycholgen en psychiaters.  2. Voorzover nodig zal nog bericht volgen over eventuele aanvullingen.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.