Laatste nieuws
redactie
11 minuten leestijd

De dokter en de politiek

Plaats een reactie

Rob Oudkerk, Siem Buijs, Els Borst: enkele van de artsen die de overstap hebben gemaakt naar de politiek, hebben de status bereikt van Bekende Nederlander. Maar er zijn natuurlijk veel meer dokters politiek actief, als enthousiast partijlid, betrouwbaar lid van een klankbordgroep, medeopsteller van het verkiezingsprogramma, jarenlang lid van een gemeenteraad of  kandidaat-Kamerlid. De redactie van Medisch Contact sprak met acht van deze dokters, vertegenwoordigers van de belangrijkste politieke partijen. Prangende vraag: ‘Wat heeft uw partij de dokters te bieden?’ Maar we wilden ook weten welk probleem in de gezondheidszorg de komende minister van VWS - en wie mag dat zijn? - vooral ter hand moet nemen. De antwoorden van de acht collega’s kunnen de lezers komende woensdag, in het stemhokje, behulpzaam zijn.

CDA: ‘Geef artsen een adequate honorering’


Om de problemen in de zorg het hoofd te bieden moeten artsen, verpleegkundigen en ander zorgverleners een adequate honorering te krijgen.’ Dat is de heersende mening binnen de klankbordgroep gezondheidszorg van het CDA,

waarvan huisarts en voormalig LHV-voorzitter Roeland van Velzen deel uitmaakt. ‘Om bij de actualiteit te blijven: dat betekent ook dat de honorering van de academisch medisch specialisten moet worden opgetrokken. Om ervoor te zorgen dat de huisartsen goed voor hun taken zijn uitgerust, moet er bovendien één financieringspot komen.’ Een andere oplossing voor het artsentekort ziet het CDA in het afschaffen van de numerus fixus. ‘Die is met het huidige tekort niet te handhaven.’


Volgens Van Velzen moet het volgende kabinet als eerste zorgen voor een verruiming van het zorgaanbod. ‘Dat vraagt om minimalisatie van de bureaucratie. Ik weet dat iedereen dat roept, maar er zal toch echt efficiënter moeten worden gewerkt. Artsen moeten daarbij ook de hand in eigen boezem steken. Het is toch onverteerbaar dat een project als de mammapoli niet overal wordt gekopieerd? En dat huisartsen er maar niet toe komen om taken te delegeren? Alle artsen zijn academisch gevormd. Van zulke mensen mag je verwachten dat zij kritisch naar hun eigen handelen en dat van anderen kijken.’


Een volgende minister zal volgens Van Velzen veel overleg met het veld moeten voeren. ‘Voor je een plan lanceert, moet je weten of dokters bereid zijn om veranderingen door te voeren. Maar een volgende minister moet ook beseffen dat het belangrijk is de vaart erin te houden. En níet weglopen voor de stelseldiscussie, zoals de PvdA doet. Want om de solidariteit te behouden is een nieuw stelsel absolute noodzaak.’


En wie moet de volgende minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden? ‘Als CDA-lid ben ik zeer positief over staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp.’ << EJP

GroenLinks: ‘Gezondheidszorg is niet oneindig’

Als GroenLinks de touwtjes in handen krijgt, wordt de Nederlandse taal een nieuwe term rijker: ‘zorgverzamelgebouw’. Zo noemt het verkiezingsprogramma het ‘centrum’ dat onderdak zou moeten bieden aan eerstelijnsvoorzieningen. Peter

Leusink, huisarts in een gezondheidscentrum in Gouda, grinnikt: ‘Een staaltje van verhullend taalgebruik, waarvan ik niet weet wie het heeft bedacht.’ Leusink, sympathisant en trouw kiezer, is slecht thuis in de partij, al maakte hij deel uit van een groep huisartsen die de Kamerfractie adviseerde over het tienpuntenplan om het tekort aan huisartsen te lijf te gaan.


Zeker twee dingen heeft GroenLinks artsen te bieden, zegt Leusink. Punt één is een eigen kijk op de rol van de overheid: afzijdig noch betuttelend. ‘Een overheid die uitdaagt en vraagt om mee te denken. Die het oor te luisteren legt in de praktijk en overbodige bureaucratische regels schrapt.’ Die overheid stelt ook grenzen, want oneindig is de gezondheidszorg niet. Dus wordt alleen het goedkoopste medicijn vergoed, mag prenataal genetisch onderzoek alleen bij een zeer ernstige aandoening en gaan de alternatieve geneeswijzen aan banden: ‘Alleen na verwijzing en toegepast door een erkend beroepsbeoefenaar.’


Punt twee: meer verantwoordelijkheid voor patiënten zelf. ‘De overheid moet niet alles willen regelen’, zegt Leusink. Dus pleit hij voor het persoonsgebonden budget en deinst hij er niet voor terug patiënten te straffen als zij te vaak een afspraak verzuimen (‘boete’) of de arts agressief benaderen (‘gele kaart’).


De nieuwe minister, vindt Leusink, moet werk maken van een basisverzekering, die ruwweg het ziekenfonds- en AWBZ-pakket dekt (‘De tandartsenzorg voor volwassenen moet er weer in’) en wordt gefinancierd uit inkomensafhankelijke premies. Vooral de eerste lijn verdient zijn steun: ‘Dáár wordt 90 procent van de klachten opgelost. Dat moet zo blijven.’


Graag had Leusink Corrie Hermann gezien als de nieuwe minister van VWS: ‘Maar gezien de politieke verhoudingen is dat niet waarschijnlijk. Ik hoop nu op een minister van de SP of de PvdA. Dan blijven in ieder geval de principes van solidariteit en rechtvaardigheid overeind.’ << JV

VVD: De kwaliteit van de zorg is goed’

Individuele vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van arts en patiënt staan voor hem voorop: bedrijfsarts Frank Perquin, kandidaat-Kamerlid voor de VVD en lid van twee partijcommissies (Volksgezondheid, Welzijn en Sport én Sociale

Zaken). ‘Als arts hecht ik aan een grote mate van bewegingsvrijheid om zelf zaken te regelen.’


Volgens Perquin wordt in Nederland te veel geroepen dat het slecht gaat met de gezondheidszorg. ‘Ik ben geen voorstander van dat doemdenken. De kwaliteit van de zorg is over het algemeen goed.’ Dat betekent niet dat er volgens hem geen knelpunten zijn. Perquin noemt de wachtlijsten en het vraagstuk van de WAO. Vanuit zijn professie volgt hij de ontwikkelingen rond de arbeidsongeschiktheid op de voet. Perquin: ‘Jaar in jaar uit is geen enkel kabinet in staat gebleken dit probleem effectief aan te pakken. Momenteel mag de instroom dan wat afnemen - ongetwijfeld mede dankzij de nieuwe Wet Verbetering Poortwachter -  maar we hebben de afgelopen jaren wel vaker gezien dat nieuwe regelgeving leidt tot een tijdelijke daling in de WAO. Dat hoeft helaas allerminst op een trendbreuk te duiden. Nee, ik vrees dat het gewoon een minder aantrekkelijke optie moet worden om in de WAO te komen. De prikkels voor reïntegratie zijn nu te laag.’


De VVD is groot voorstander van meer marktwerking in de gezondheidszorg. ‘Daarom’, meent de bedrijfsarts, ‘moeten we voorkomen dat verzekeraars onderling de markt verdelen. Daarom ook hebben we niet alleen een actieve inspectie nodig die de kwaliteit van de gezondheidszorg scherp in de gaten houdt, maar tevens een club als de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), die erop toeziet dat er sprake is van eerlijke en echte concurrentie. Ook de aanbieders van zorg, lees: de ziekenhuizen en de privé-klinieken, en de patiëntenorganisaties moeten uiteraard kritisch blijven.’


De VVD heeft, aldus Perquin, voor het ministerschap op VWS meerdere kundige kandidaten met bestuurlijke ervaring in haar gelederen, maar namen noemt hij niet. Perquin: ‘De nieuwe minister hoeft wat mij betreft zeker geen medicus te zijn, wel een stevige verandermanager met een sterke persoonlijkheid.’ << HM

Christen unie: ‘Goede zorg voor heel de mens’

Dat de ChristenUnie zich in haar verkiezingsprogramma verzet tegen euthanasie en abortus, zal niemand verbazen. ‘Wij willen het leven beschermen, ook het ongeboren leven’, zegt arts Wim van Dorp, die de Kamerfractie van zijn partij

enkele maanden over de gezondheidszorg adviseerde. Natuurlijk kan de liberale wetgeving niet in één keer ongedaan worden gemaakt, weet ook hij. Maar een kabinet met de ChristenUnie zal ‘essentiële stappen’ zetten op de weg terug. Dat is goed voor artsen, weet Van Dorp: ‘Euthanasie is een schending van de beroepsethiek. Het is een verrijking van de praktijk om ervan af te zien.’


‘Beschermwaardigheid van het leven’ is één sleutelbegrip in de christelijke zorgverlening, ‘barmhartigheid’ een ander.


‘Gezondheidszorg is geen commercieel product’, legt Van Dorp uit. ‘Christelijke artsen werken vanuit de roeping om hun naasten te helpen.’ En die hulp gaat verder dan alleen medisch-technische zorg: ‘Ziekte raakt het hele leven. Daarom moet de gezondheidszorg oog hebben voor de hele mens, ook voor de psychische en religieuze aspecten.’


Vanuit haar christelijke waarden heeft de ChristenUnie een onverwacht ‘progressieve’ kijk op de inrichting van de zorg: tegen privé-klinieken bijvoorbeeld, en voor solidariteit en een forse bijdrage van ‘rijke mensen’. En vóór aansturing door de overheid: ‘Zij moet de voorwaarden scheppen voor goede zorg en waken over de kwaliteit’, zegt Van Dorp, sinds kort seniorstafmedewerker bij het Bouwcollege: ‘Een nieuw ziekenhuis met 500 bedden kost al gauw 150 miljoen. Dat maakt goede planning noodzakelijk.’


Het nieuwe kabinet moet vooral investeren in een verbetering van de langdurige verblijfzorg in verpleeghuizen, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg. Ook preventie en ICT (‘Zet daar maar eens een groep computernerds voor in’) staan hoog op het takenlijstje van de nieuwe minister, die - zegt Van Dorp - in ieder geval ‘belijdend christen’ moet zijn. Staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp (geen familie) zou een goede keuze zijn. Of een minister uit eigen kring? ‘Het begrip ‘wonder’ is een bijbelse notie. Uitsluiten mag je dat dus nooit.’ << JV

Pvda: ‘Eerst de capaciteit vergroten’

‘De PvdA wil het aantal artsen verhogen door meer opleidingsplaatsen, betere arbeidsvoorwaarden en afschaffing van de numerus fixus. Al is het nog maar de vraag of het met de mankracht van nu mogelijk is om zo het aantal

opleidingsplaatsen te vermeerderen.’ Hedwig Vos, laatstejaars haio en voorzitter van de werkgroep Zorg en Welzijn van de PvdA in Den Haag, is sinds tweeënhalf jaar actief lid van de PvdA. Ze komt uit een rood nest, maar koos uit geheel eigen beweegredenen voor deze partij.


‘Veel van de jonge specialisten zijn vrouw. Zij kiezen vaak voor een parttime baan en hebben meestal een man die fulltime werkt. De opvang voor de kinderen van deze artsen moet adequater. Het liefst veel goedkoper en aangepast aan de wensen van de arts.’


Een goed voorbeeld hiervan vindt Vos de OK-crèche in het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Deze crèche is speciaal afgestemd op het rooster van de arts: ‘Een sterke en sociale regeling.’


Vos vindt het vooral belangrijk om eerst de capaciteit te vergroten. Het geld hiervoor zou uit een nu nog onbekend potje moeten komen. Zij meent dat bijvoorbeeld haio’s een ongelijke behandeling krijgen: ‘Een haio krijgt nog altijd geen pensioen, terwijl een specialist in opleiding dit wel krijgt. Oneerlijk! Steeds meer artsen in opleiding kiezen zo voor het vak van specialist en niet voor het vak van huisarts!’


Het nieuwe kabinet moet volgens Vos vooral niet te veel op de details zitten. ‘Bureaucratie bestrijden.’ Wachtlijsten willen verminderen door nog meer formulieren en papierwerk, werkt volgens Vos niet.


Haar voorkeur gaat uit naar Margo Vliegenthart als nieuwe minister van VWS. ‘Zij heeft veel gedaan voor de wachtlijsten. Bovendien is het een vrouw, dat is ook erg belangrijk.’


Vos heeft ook enkele alternatieven die niet van de PvdA zijn: Agnes Kant en Siem Buijs. ‘Die laatste is jammer genoeg geen vrouw, maar hij is wel een huisarts die veel heeft betekend in de politiek.’ << LMB

Lijst Pim Fortuyn: ‘Geen onwerkbare plannen bedacht vanachter het bureau’


’Duidelijkheid over de financiering van de gezondheidszorg, dat is op dit moment het belangrijkst voor de medische wereld’, vindt Gerlof Jukema, longarts en lid van de LPF. De onduidelijkheid over de financiering is zijn partij een doorn

in het oog. Jukema: ‘Zolang mensen in de gezondheidszorg niet weten wat het financiële speelveld is, weten ze niet weet welk spel ze moeten spelen of hoever ze kunnen gaan.’


De LPF vat haar plan voor de financiering in twee punten samen: de ziektekostenverzekeraars dekken de kosten uit de premie-inkomsten én er komt een zorgsubsidie voor de kosten die de verzekeraars niet dekken. ‘Verzekeraars moeten met elkaar kunnen concurreren. Daarmee loop je natuurlijk het risico dat zij voor bepaalde mensen geen verzekering willen afsluiten. Er komt een vangnet waaruit die ziektekosten worden betaald. Dit betekent dat er extra geld bij moet, maar niet te veel want niemand wil 30 procent van zijn inkomen uitgeven aan de gezondheidszorg.’


Om dit plan te kunnen uitvoeren, moet de LPF natuurlijk wel meer zetels halen dan de peilingen op dit moment aangeven. Jukema voert campagne: ‘Artsen moeten op de LPF stemmen, omdat deze partij precies weet waar de schoen wringt. Bij de LPF zitten veel mensen uit de praktijk van de gezondheidszorg, zij adviseren de kandidaten. Daarom bedenkt de LPF geen onwerkbare plannen vanachter het bureau. Wij vinden bijvoorbeeld dat de overheid zich niet te veel met de organisatie van de zorg moet bemoeien; dat kunnen diegenen die er verstand van hebben beter doen.’


Jukema’s favoriete minister van VWS is een oude bekende. ‘Ik vind het jammer dat wanneer iemand in de politiek beschadigd is geraakt, hij normaal gesproken niet meer kan terugkomen. Bomhoff heeft zijn nek uitgestoken en is in staat om van zijn fouten te leren. Hij heeft voldoende capaciteiten, creativiteit en durf om onorthodoxe maatregelen door te voeren. Waarom zou hij dan niet nogmaals minister van VWS kunnen worden? << MM

Socialistische partij: ‘De bureaucratie is een ramp’


Alle artsen in loondienst, uitbreiding van de opleidingscapaciteit en de bureaucratie in de zorg aanpakken. Dat zijn voor huisarts Anneke de Bres enkele hoofdpunten die de Socialistische Partij (SP) ter hand moeten nemen. De politiek

geëngageerde De Bres werkt in een gezondheidscentrum in Oss. Tot december 2002 was zij jarenlang SP-raadslid in deze gemeente.


‘De bureaucratie in de zorg is een ramp en we hebben er dagelijks mee te maken’, stelt De Bres. Laatst werd ze weer eens met de neus op de feiten gedrukt toen ze thuiszorg wilde regelen voor een patiënt die een groot hartinfarct had gehad. ‘Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd en iedereen wijst naar de ander. Dit alles heeft zijn weerslag op de patiënten en dat vind ik het allerergst.


Werken in loondienst is volgens De Bres een ander punt om bureaucratie aan te pakken. ‘Je bent van alle administratieve sores af, waardoor je je kunt richten op de inhoud van het vak. Dit zou niet het eerste punt moeten zijn waarop het nieuwe kabinet zich moet richten. Zo’n stelselwijziging is een kwestie van hele lange adem. Nee, het nieuwe kabinet moet als eerste het artsentekort aanpakken. De opleidingscapaciteit moet dus omhoog door meer mensen toe te laten en de randvoorwaarden voor opleiders te verbeteren. Daarnaast moet de onderbezetting in de verpleeghuizen en gehandicaptenzorg drastisch worden aangepakt. En natuurlijk willen we van de wachtlijsten af.’


Dit alles kan volgens De Bres het best worden aangepakt door gezondheidswetenschapper Agnes Kant als minister van Volksgezondheid te benoemen. In de ogen van De Bres is Kant een vakvrouw die niet vergeet dat het allemaal om mensen gaat. ‘Ze weet waarover ze het heeft. Een minister van Volksgezondheid hoeft niet per se een arts te zijn, als ze maar goed in de materie thuis is, zoals Kant.’


Bij de vraag of de SP daadwerkelijk een minister zal leveren, aarzelt De Bres. ‘Ik weet niet of het reëel is dat de SP in de regering komt, maar ik hoop het natuurlijk wel.’ << ILS


D66: ‘Meer handelingsvrijheid voor artsen’


’D66 is de partij voor mensen die verder kijken dan hun neus lang is, vindt internist Gerard Bos van het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Artsen die alleen oog hebben voor het eigenbelang en de hoogte van hun inkomen, zijn bij de

partij aan het verkeerde adres. Als lid van de programmacommissie was Bos nauw betrokken bij het opstellen van het verkiezingsprogramma van D66. Ook is hij al enige jaren lid van de commissie-Volksgezondheid van het wetenschappelijk bureau van de partij.


‘Het uitgangspunt van D66 is solidariteit en toegankelijkheid van de zorg. Bijna alle partijen beogen dat, maar de vraag is hoe je het organiseert. D66 wil geen inkomenspolitiek bedrijven via de gezondheidszorg. Die twee zaken moeten worden losgekoppeld. Wij willen daarom één ziektekostenstelsel met een nominale premie die voor iedereen hetzelfde is. Lagere inkomens kunnen bijvoorbeeld worden gecompenseerd via belastingcorrecties. Een dergelijk stelsel stimuleert beperkte marktwerking en is een impuls voor meer concurrentie tussen de zorgverzekeraars.’


Daarnaast blijft het kantelen van de zorg naar een vraaggestuurd systeem prioriteit hebben voor de sociaal-liberale partij. Bos herinnert eraan dat het idee van vraaggestuurde zorg uit de koker komt van D66. ‘De analyse die eraan ten grondslag ligt, is al 6 à 7 jaar oud en het idee klinkt niet meer revolutionair, maar is het wel. De vraag moet het aanbod bepalen. Natuurlijk niet zonder rem. Het moet wel gaan om gezondheidszorg die evidence-based en doeltreffend is.’ Daar ligt volgens Bos ook het verschil met bijvoorbeeld de PvdA en de SP. ‘Die komen niet zover. Die willen het budget beheersen en het aanbod vanuit Den Haag blijven sturen. Het programma van D66 zal artsen meer handelingsvrijheid bieden.’


Een vlotte formatie is belangrijk, vindt Bos. ‘Liever snel een VVD-CDA-kabinet dan een eindeloze formatie.’ En de nieuwe minister voor Volksgezondheid moet een professional zijn. ‘De nefroloog prof. K. Leunissen uit dit ziekenhuis zou een goeie zijn. Die is, geloof ik, nu al gemeenteraadslid in Eysden voor het CDA, dus dat komt goed uit.’ << RC

Discussieer mee op ons forum ' verkiezingen' .

marktwerking in de zorg artsentekort
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.