Hulp bij omgaan met kanker

Dat kankerpatiënten baat hebben bij informatie van en over lotgenoten opdat ze zelf beter kunnen omgaan met hun ziekte, wordt nog weer eens aangetoond in twee proefschriften die op 27 maart en 2 april aan de Rijksuniversiteit Groningen worden verdedigd.

In de eerste dissertatie - van de hand van medisch psycholoog Heidi Stiegelis - is gekeken naar de invloed van ziekte en behandeling op de wijze waarop patiënten zichzelf en hun leven zien. Stiegelis vond dat het psychisch functioneren van kankerpatiënten niet verschilt van dat van gezonde mensen. Patiënten weten de ernst van hun situatie te compenseren door gevoelens van zelfwaardering en optimisme te ontwikkelen; bovendien behouden ze meestal het gevoel dat ze de regie over hun leven in handen hebben. Ook al zijn die gevoelens misschien niet altijd even realistisch, ze dragen bij aan de kwaliteit van leven en maken dat patiënten minder angstig zijn. Stiegelis stelde een handboek samen met uitleg over medische begrippen en met verhalen van lotgenoten.

Het andere proefschrift - van Stiegelis’ collega Femke Bennenbroek - gaat in op het type verhalen dat lotgenoten het meest waardevol vinden. Bennenbroek zegt dat vooral verhalen van patiënten over het omgaan met hun ziekte en over de radiotherapeutische behandeling in goede aarde vallen. Zelfs op de lange termijn ervaren patiënten nog de positieve gevolgen van informatie van lotgenoten, aldus de promovenda. << HM