Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Nieuws

Zorgverleners weten Prikinfo te vinden

Plaats een reactie

 

Het eerste regionale meldpunt prikongevallen in Noordoost Brabant lijkt in een landelijke behoefte te voorzien. Prikinfo, de exacte naam gaat nog bedacht worden, functioneert ruim zeven maanden en wordt inmiddels ook gebeld door zorgverleners buiten de regio. De projectleiding onderzoekt met het CBO of de informatielijn landelijke navolging gaat krijgen.

Alle zorgverleners in de regio Noordoost Brabant moeten elk prikaccident melden bij Prikinfo. Hier krijgen zij informatie over de stappen die zij volgens het regionale prikaccidentenprotocol moeten nemen. De huisartsen, zorginstellingen en medische staven van ziekenhuizen onderschrijven het protocol. Prikinfo is een samenwerkingsverband van deze instanties, dat wordt gefinancierd door onder meer de Orde van Medisch Specialisten.


'We kunnen snel handelen', stelt Paul van Wijk, hygiënist en woordvoerder van het meldpunt. 'Nu is alle kennis gebundeld en we weten precies wanneer we wat moeten doen. Wij kunnen bijvoorbeeld tegen een geprikte zorgverlener zeggen dat hij direct naar de Spoedeisende Eerste Hulp moet gaan en wij kunnen de SEH alvast bellen dat deze persoon eraan komt.'


Dit jaar verwacht de dienst vijfhonderd meldingen te krijgen. In werkelijkheid zullen er vaker prikincidenten plaatsvinden, vermoedt Van Wijk, maar er blijkt een onderrapportage te zijn. Het merendeel van de accidenten - 80 procent -  vindt plaats in ziekenhuizen, zo blijkt uit tellingen van Prikinfo. Een substantieel deel van de overige 20 procent vindt plaats bij politie en brandweer. Hier gaat het met name om ongevallen door agressie, zoals bijtincidenten.


Het team van de Prikinfo, dat bestaat uit hygiënisten en artsen, bespreekt bijna elk gemeld prikongeval, en fictieve casuïstiek. In bijna elke casus is de patiënt bij machte aan te geven welk risico de hulpverlener loopt. Maar wat nu als het bijvoorbeeld gaat om een comateuze patiënt die mogelijk met HIV is geïnfecteerd? Van Wijk: 'Dan moet de zorginstelling al het mogelijke doen om te achterhalen of hij inderdaad is besmet. Lukt dat niet, dan is het in het uiterste geval mogelijk de patiënt zonder zijn toestemming te testen. Hoe dan ook moet volgens het protocol direct worden begonnen met post expositie profylaxe (PEP), totdat bekend is dat de bronpatiënt niet is geïnfecteerd.'


Volgens KNMG-jurist Loes Markenstein zou in dit extreme geval het adagium 'nood breekt wet' kunnen gelden. 'Je hebt hier te maken met een conflict van plichten', aldus Markenstein. 'Aan de ene kant is er de inbreuk van de lichamelijke integriteit van de patiënt en aan de andere kant is er het belang van de zorgverlener. Ik denk dat het uiteindelijk te rechtvaardigen is dat de bronpatiënt toch wordt getest. '<< ILS


Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.