Laatste nieuws
Joost Visser
7 minuten leestijd

Wantrouwen kenmerkt de relatie

1 reactie

Bestuurders zijn niet geïnteresseerd in de inhoud van ons werk, denkt bijna de helft van de medisch specialisten. Op hun beurt denken twee op de drie bestuurders dat de specialisten geen idee hebben wat zij eigenlijk doen

Een gezamenlijke enquête van Zorgvisie en Medisch Contact onder 266 medisch specialisten en 23 ziekenhuisbestuurders laat zien dat de relatie tussen artsen en raden van bestuur wordt gekenmerkt door wantrouwen. Specialisten tonen zich nog het meest wantrouwend. Ziet 28 procent van hen de raad van bestuur eerder als vijand dan als vriend, omgekeerd beschouwen de bestuurders unaniem het stafbestuur eerder als vriend dan als vijand. En denkt maar liefst 38 procent van de medisch specialisten dat ze als professionals niets hebben in te brengen, omgekeerd vindt slechts 17 procent van de bestuurders dat specialisten – lees: het stafbestuur – juist alle touwtjes in handen hebben.

Van de medisch specialisten vindt 38 procent
dat zij niets hebben in te brengen

Een meerderheid van de specialisten (61%) vindt dat zij – na aftrek van de kosten – best meer mogen verdienen dan de balkenendenorm; slechts een minderheid van 39 procent gunt de bestuurders óók zo’n riant inkomen. Leden van de raden van bestuur tonen zich wat genereuzer: 60 procent vindt dat zijzelf best meer mogen verdienen, een vrijwel gelijke groep (56%) gunt dat ook de specialisten. Daar staat tegenover de meeste bestuurders (69%) menen dat specialisten nu al meer dan genoeg verdienen. Bestuurders moeten niet zeuren over de hoogte van mijn inkomen, antwoordt 65 procent van de medisch specialisten.

Tuchtmaatregel
Specialisten en bestuurders mogen van mening verschillen over de vraag wie verantwoordelijk is voor kwaliteit (zie de bijdrage van de redactie van Zorgvisie op blz. 49), ze zijn het erover eens dat de raden van bestuur moeten worden geïnformeerd over onderwerpen die daaraan raken.

Bijna allemaal vinden zij dat de raad van bestuur moet weten van maatregelen die de tuchtrechter aan een arts heeft opgelegd. Ook vinden beide groepen – maar de bestuursleden in sterkere mate – het ‘heel belangrijk’ dat de raad van bestuur bericht krijgt als een specialist bij een calamiteit is betrokken (71% versus 96%) of als er knelpunten zijn in de onderlinge samenwerking tussen specialisten (61% versus 87%).

Knelpunten
En de praktijk? Raden van bestuur zeggen vaker dat ze over een onderwerp worden geïnformeerd dan de specialisten aangeven in werkelijkheid te doen. Bij beide groepen staan dezelfde vier onderwerpen bovenaan: raden van bestuur krijgen het vrijwel altijd te horen als een tuchtrechter maatregelen heeft opgelegd aan een arts, als een specialist bij een calamiteit is betrokken of als er claims lopen tegen een specialist. Ook ontvangt de raad doorgaans afschriften van rapporten van kwaliteitsvisitaties.

Over de twee onderwerpen waarvan vrijwel iedereen het in theorie belangrijk vindt dat erover wordt gerapporteerd, worden de raden van bestuur in de praktijk dus netjes geïnformeerd. Opvallend detail: informatie over knelpunten in de samenwerking tussen medisch specialisten wordt wel belangrijk gevonden, maar in de praktijk wordt die informatie volgens niet meer dan 9 procent van beide groepen ‘altijd’ gegeven.

Joost Visser

beeld: Liselore Kamping
beeld: Liselore Kamping





Zorgvisie over de enquête

Verantwoordelijkheden en taken in het ziekenhuis

Kwaliteit verdeelt bestuur en specialisten

Eric Bassant

Het overgrote deel van de ziekenhuisbestuurders vindt het zijn taak om de kwaliteit van de zorg te beoordelen. Slechts 11 procent van de specialisten is het daarmee eens. Dat blijkt uit een gezamenlijke enquête van Zorgvisie en Medisch Contact.

De druk op bestuurders en medisch specialisten neemt toe door de roep om meer doelmatigheid en inzicht in kwaliteit. Zorgvisie en Medisch Contact zijn benieuwd wat dit betekent voor de onderlinge verhoudingen. Aan een gezamenlijke enquête hebben 266 specialisten en bestuurders van 23 ziekenhuizen meegedaan. De resultaten geven een goede indicatie van de heersende opvattingen over taken en verantwoordelijkheden.

Kwaliteit, volume en aanbod
De meeste bestuurders vinden dat het aan hen is om de kwaliteit van de zorg te beoordelen. Specialisten denken daar heel anders over. Slechts 11 procent vindt dat de raad van bestuur die taak heeft.

Medisch specialisten hebben onderling heel verschillende opvattingen over de kwaliteitsbeoordeling. Eenderde van de specialisten vindt dat de medische staf hierover gaat en een kwart vindt dat de wetenschappelijke verenigingen het laatste woord hebben. Nog eens 15 procent van de specialisten is van mening dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg de beslissende stem heeft. Opvallend is dat niemand de zorgverzekeraars noemt. Terwijl deze zichzelf de meest geschikte partij vinden om de kwaliteit te beoordelen en deze taak ook toebedeeld hebben gekregen door de overheid.

De enquête wijst uit dat ziekenhuisbestuurders en medisch specialisten het vaak met elkaar eens zijn. Slechts de helft van de bestuurders en medisch specialisten houdt de raad van bestuur uiteindelijk verantwoordelijk voor de beheersing van het zorgvolume. Dertig procent van beide groepen legt de verantwoordelijkheid buiten het ziekenhuis, waarbij ze grosso modo even vaak de zorgverzekeraars, het ministerie van VWS en de inspectie noemen. Opvallend is de bescheiden rol die de specialisten zichzelf toekennen.

Ook als de vraag op tafel ligt, wie daadwerkelijk de beslissingen neemt in de praktijk, zijn bestuurders en specialisten het vrijwel eens. Het overgrote deel van beide geledingen in het ziekenhuis legt de eindverantwoordelijkheid bij de raad van bestuur. Toch verschillen de meningen op sommige punten. Tweederde van de bestuurders vindt bijvoorbeeld dat zij het laatste woord hebben over de selectie van het zorgaanbod in het ziekenhuis. Dit onderwerp staat centraal in de lopende discussies over concentratie en specialisatie van de ziekenhuizen. Als het om wijziging van het zorgaanbod gaat, kennen bestuurders een bescheiden rol toe aan de zorgverzekeraars en geen rol van betekenis aan de specialisten.

Dertig procent legt

de verantwoordelijkheid

voor het zorgvolume

buiten het ziekenhuis

Ruim 40 procent van de medisch specialisten vindt eveneens dat de raad van bestuur over wijziging van het zorgaanbod gaat, maar bijna 40 procent is juist van mening dat het bestuur van de medische staf en het collectief medische staf die beslissingen moeten nemen.

Kosten en conflicten
Over de aanschaf van kostbare medische apparatuur zitten beide geledingen weer op één lijn. Volgens een overgrote meerderheid hakt de raad van bestuur de knoop door. De opvattingen over huisvesting verschillen. Alle bestuurders vinden dat zij hierover gaan. Een op de negen specialisten zegt niet te weten wie hierover gaat.

Aan beide groepen in het ziekenhuis is gevraagd hoeveel invloed zij hebben op de methode waarmee medisch specialisten hun honorarium verdelen. De bestuurders hebben er nauwelijks (65 procent) of geen (35 procent) invloed op en bijna eenderde van de specialisten evenmin. Bijna de helft van hen heeft er echter een beslissende invloed op.

Bijna 90 procent van de bestuurders tegen slechts 45 procent van de specialisten is het eens met de stelling dat bestuurders vaak het onderspit delven in een conflict met de medische staf. Over één ding zijn bestuurders en specialisten het roerend eens: een sterke bestuurder deinst niet terug voor een conflict met de medische staf als hij een disfunctionerende arts wil ontslaan.

www.zorgvisie.nl

nummer 11 / november 2011







<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>

<!--

Enquête

Kwaliteit verdeelt bestuur en specialisten

Wantrouwen kenmerkt de relatie/

Zaken die medisch specialisten daadwerkelijk melden aan
de raad van bestuur

(gemiddelde scores; 1 = nooit, 4 = altijd)

Wie heeft als taak om de kwaliteit van de zorg te beoordelen?

Wie heeft het laatste woord over de selectie van het zorgaanbod?

Wie is uiteindelijk verantwoordelijk voor het beheersen van het zorgvolume?

www.zorgvisie.nl

Zaken die medisch specialisten zouden moeten melden aan
de raad van bestuur

(gemiddelde scores; 1 = niet belangrijk; 4 = heel belangrijk)

Oordeel van medisch specialisten en raden van bestuur over elkaar

(gemiddelde scores: 1 = helemaal oneens, 4 = helemaal eens)

nummer 11 / november 2011

Wie neemt in de praktijk de beslissingen in het ziekenhuis?

50
-->

volumenormen ziekenhuizen verantwoordelijkheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • De heer W.J. Duits

    arts en organisatieadviseur, Houten

    Het is een opmerkelijke discussie: wie is de baas (MC 43/2011: 2651)? Er wordt gesproken over macht en invloed, maar niet over de gemeenschappelijkheid. Bestuurders, medisch specialisten, verpleging en alle andere medewerkers van een ziekenhuis maken... dat het totale productiebedrijf kan functioneren. Daarin is iedreeen belangrijk. Het gaat erom dat je een visie hebt en dat je duidelijk hebt welke rol je als organisatie speelt. Voorbeeld: de visie is ‘Wij zijn een ziekenhuis dat vindt dat mensen recht hebben op de beste zorg’. Onze missie is. ‘Elke medewerkers voert deze visie naar zijn beste uit. Medewerkers zijn voor hun functie opgeleid, houden hun vakkennis bij en leveren hun beste kwaliteit. De ambitie is een totaal zorgpakket leveren voor de regio waarin we werken en deze zorg dicht bij de patiënt brengen. Onze rol als organisatie is die van zorgaanbieder van hoogwaardige ziekenhuiszorg.
    Doorleef dat ook en maak er geen papieren tijger van.
    Bestuur en medisch specialisten hebben geen tegengesteld belang; het gaat toch om dezelfde organisatie? Alleen de rol van bestuur en van specialist verschilt.
    Wat is kwaliteit? Heeft men hetzelfde idee over kwaliteit? De bestuurder denkt misschien in tevredenheid van patiënten en het efficiënt benutten van capaciteit als criteria voor kwaliteit. De medisch specialist denk misschien over de juistheid van het uitvoeren van ingrepen of medicatietoediening, of het aantal wondinfecties.
    Praat eens over wat de gemeenschappelijke punten zijn. Denk niet aan macht en invloed, maar denk in eigen verantwoordelijkheid en het delegeren van verantwoordelijkheid naar degene die iets moet kunnen veranderen als daartoe aanleiding is. Neem daarin iedereen mee, ook de verpleging en de ondersteunende diensten. Werk aan vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid met bijpassende bevoegdheden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.