Laatste nieuws
Willem Bavinck
5 minuten leestijd

'Schippers vervreemdt zich verder van de huisartsen'

Plaats een reactie

Op 28 november heeft minister Schippers een brief geschreven aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarin zij verzoekt een andere opzet van de financiering van de huisartsenzorg door te rekenen. Er valt zowel inhoudelijk als qua toonzetting veel op af te dingen.


De brief ademt een zeer negatieve atmosfeer jegens de huisartsen en staat vol met tendentieuze  opmerkingen:  ‘het is onduidelijk welke tegenprestatie er voor het inschrijftarief bestaat’,  ‘zorgverzekeraars zouden van het maximumtarief moeten afwijken’, ‘prestaties van huisartsen zijn niet transparant’, ‘huisartsen vormen een onevenwichtig machtsblok bij de integrale zorg’ en nog vele andere suggestieve opmerkingen en uitgangspunten.

IJskast
De bedoeling van de minister is duidelijk: meer concurrentie in de eerste lijn, waarbij andere zorgaanbieders op de markt kunnen komen en waardoor in haar visie de zorg uiteindelijk beter en goedkoper wordt. De patiënt wordt geacht door middel van goede afwegingen keuzes te kunnen maken en voor de ene klacht naar de huisarts en voor een andere klacht naar een andere arts of hulpverlener te kunnen gaan. De keuze van de patiënt wordt vergelijkbaar geacht met het kopen van bijvoorbeeld een ijskast: je oriënteert je in de consumentengids, leest de voordelen van de diverse mogelijkheden en koopt uiteindelijk in een zaak met goede prijs en kwaliteit.

Geruststellen
De minister geeft er echter blijk van niet goed op de hoogte te zijn van wat zich werkelijk in de spreekkamer afspeelt en waarom marktwerking in de zorg gedoemd is te mislukken. De patiënt met klachten is vaak bezorgd, angstig over wat er met zijn of haar lichaam aan de hand is.  Een goede gezondheid wordt door de meeste Nederlanders als belangrijkste goed gezien en het falen van het lichaam als een existentiële bedreiging daarvan. Angst is een slechte raadgever en de keuzes die patiënten op een dergelijk moment maken zijn zeker niet altijd rationeel. Juist de huisarts kan door zijn ervaring en de opgebouwde vertrouwensband met patiënten vaak met geringe middelen in veel gevallen de patiënt effectief geruststellen.

Daarnaast leiden marktwerking en toename van concurrentie tot het in de markt zetten van zorgaanbod en tot verhoging van de productie. In weinig andere sectoren geldt zo duidelijk dat aanbod vraag creëert. De grote behoefte van de patiënten aan geruststelling en het vaak te grote geloof in de mogelijkheden van alle medische techniek leiden snel tot klandizie voor nieuwe aanbieders van zorg. Voorbeelden van de laatste jaren zijn de griep en snotterpoli’s, de klinieken die total body scans aanbieden en de SOS-arts. Zo is het mij onduidelijk wat laatstgenoemde instelling, die slechts visites maakt of naar de eerste hulp doorstuurt, als voordeel heeft boven de huisartsposten.

Inschrijftarief
De afschaffing van het inschrijftarief moet het andere zorgaanbieders mogelijk maken om delen van de huisartsenzorg over te nemen; dit inschrijftarief was oorspronkelijk bedoeld als basisfinanciering voor alle vaste kosten van de huisarts: spreekuurruimte, goed instrumentarium, assistentie voor de bereikbaarheid en andere taken, et cetera. Misschien gelukkig is het consulttarief van de huisarts daardoor niet zo hoog zodat de prikkel tot overproductie gering is. Juist het inschrijftarief geeft de huisarts de basis waarop hij in alle breedheid alle aspecten van het vak kan uitoefenen.
Met meer marktwerking en beloning naar verrichting zullen de zorgaanbieders toenemend die zorg bieden waar een gunstig tarief tegenover staat. Tarieven worden opgesteld, zoals nu bij alle DBC’s, voor de ‘harde’ medische diagnoses, zoals diabetes, osteoporose en infectieziekten. Voor gezinsgeneeskunde en de integrale zorg die huisartsen nu bieden met ruimte voor een troostend woord op de rand van het bed en een steunend gesprek voor een onzekere moeder zal steeds minder plaats zijn.

Straffen
In de brief van Schippers aan het NZa ontbreekt elke positief oordeel over de ontwikkelingen van de huisartsenzorg in de laatste twintig jaar. Mede door de komst van de NHG-standaarden is de kwaliteit van de huisartsenzorg momenteel hoog. De diabeteszorg, die in 1990 nog volledig door de internisten verricht werd, wordt nu met hulp van praktijkondersteuners grotendeels in de huisartsenpraktijk uitgevoerd. Jaarlijks neemt het aantal wijkgezondheidscentra, in merendeel op initiatief van huisartsen zelf, toe. In twintig jaar tijd zijn vele verrichtingen zoals het maken van ecg’s, het longfunctieonderzoek en het doen van kleine chirurgische ingrepen van de tweede lijn naar de huisartsen overgeheveld. Met de komst van de praktijkondersteuner ggz zal ook in de komende jaren op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg de huisarts een centralere plaats innemen. Natuurlijk zijn er nog veel verbeteringen binnen de huisartsenzorg mogelijk, maar eenzijdig  marktwerking en concurrentie na te streven gaat volledig voorbij aan voornoemde ontwikkelingen.
De minister heeft zich in de afgelopen maanden al vervreemd van de huisartsen met een tariefkorting die in mijn ogen terecht als zeer onrechtvaardig gezien wordt. Mede op aandringen van de overheid hebben de huisartsen steeds meer taken op zich genomen en ons straffen omdat mede hierdoor het budget is overschreden past niet. Voor de toekomst voorziet zij in haar brief dat slechts ruimte voor uitbreiding van het budget mogelijk is als tweedelijnstaken in de eerste lijn uitgevoerd gaan worden. Zij gaat hierbij voorbij aan de door de dubbele vergrijzing verwachte sterke stijging van diabeten en andere chronisch zieken. Dat de opvang van deze stijging budgettair neutraal binnen de eerste lijn kan plaatsvinden lijkt een utopie.


Mochten de tariefkortingen al onaangenaam zijn, met haar voorstellen in haar brief aan het NZa treft Schippers de huisartsenzorg  nog meer in het hart. Haar voorstellen leiden tot versnippering van zorg en voor de huisartsenzorg cruciale waarden als integrale zorg en continuïteit worden door haar op het spel gezet. Daarbij zullen de kosten van de zorg, zoals betoogd, door de concurrentie en daardoor stijgend aanbod eerder toenemen dan afnemen
In het TNS-NIPO onderzoek van 2011 over de arts-patiëntrelatie blijkt dat het overgrote deel van de patiënten de vertrouwensband met de huisarts en de continuïteit van zorg belangrijk vindt. Laat de minister deze beoordeling ter harte nemen en de verdere ontwikkeling van de huisartsenzorg niet door haar marktdenken frustreren.

Willem Bavinck, huisarts te Soest

Correspondentieadres: bavinck.soest@planet.nl; c.c. : redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.


Zie ook:

huisartsenkorting
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.