Laatste nieuws
Charles Brugman
6 minuten leestijd
dermatologie

Centraal opleiden dermatologen werkt

Plaats een reactie


Keuze voor landelijk cursorisch onderwijs bespaart geld en tijd

Er hangt een prijskaartje aan de vernieuwde opleiding dermatologie, maar dan heb je ook wat. Een modern en goed georganiseerd onderwijsprogramma, waarin de aiossen een actieve rol spelen.

De nieuwe opleidingsplannen vragen om meer onderwijs buiten de klinische werkplek. Dat onderwijs wordt meestal regionaal gegeven. Onderwijsontwikkeling is echter tijdrovend en kostbaar. Het aantal aiossen dermatologie binnen één cluster rond een academische hoofdopleiding is te klein (ongeveer 19) voor efficiënt regionaal disciplinegebonden cursorisch onderwijs. Het consilium Dermatologicum et Venereologicum zette daarom in op een uitbreiding en vernieuwing van het landelijk cursorisch onderwijs voor haar 150 aiossen.

De eerste landelijke cursus vond plaats in oktober 2009 en de vernieuwing ten opzichte van de oude opzet was rigoureus: 60 procent meer cursusdagen, probleemgericht onderwijs, interactieve onderwijsvormen, uniforme leerstof, online toetsing en professionele ondersteuning.

De nieuwe aanpak blijkt succesvol. Doel van de onderwijsvernieuwing was om te komen tot een aantal verbeteringen: onderwijs dat zich richt op de disciplinegebonden competenties zoals die in het nieuwe opleidingsplan staan, een up-to-date programma, gegarandeerde ziekenhuiszorg, efficiëntere benutting van tijd en geld, goed geregelde praktische gang van zaken en onderwijskundig concept, een langetermijnplanning die afstemming van de regionale programma’s op het landelijke programma mogelijk maakt, en een onderwijscyclus die naderhand beschikbaar komt voor dermatologen die graag hun basiskennis willen updaten.

Veranderingen

Om het onderwijspakket landelijk te kunnen aanbieden zijn allerlei praktische veranderingen ingevoerd. We zetten de belangrijkste op een rij.

  • Knip tussen jaar 3 en jaar 4

Tot 2009 gingen alle aiossen dermatologie en venerologie van jaar 1 tot en met 5 tegelijkertijd op cursus. Dat was om drie redenen ongewenst: sommige basisthema’s komen pas laat in de opleiding aan bod, de groep werd te groot en de bezetting in de ziekenhuizen was te gering. De werkgroep zette daarom een knip tussen jaar 1 tot met 3 (90 aiossen) en jaar 4 tot en met 5 (60 aiossen). Daarmee worden de basisthema’s al afgerond op het eind van het derde jaar.
In het vierde en vijfde jaar ligt het accent meer op praktijkvoering. Het mes snijdt aan twee kanten: de groepen worden kleiner en de bezetting in de ziekenhuizen blijft op peil.

  • Tweedaagse cursus met avondprogramma

De aios doorloopt binnen een opleidingsduur van vijf jaar voortaan 24 dagen landelijk cursorisch onderwijs. Voorheen waren dat 15 dagen. Bovendien worden de dagen anders verdeeld. In jaar 1 krijgt de aios twee aparte dagen basiscursus, in jaar 1 tot en met 3 vervolgens in totaal negen tweedaagse cursussen en in jaar 4 en 5 twee tweedaagse cursussen. Die aanpak is bij ons weten uniek. De Commissie Onderwijs Interne Geneeskunde (COIG) van de Nederlandse Internisten Vereniging verzorgt een deel van het onderwijs ook landelijk. Dat zijn echter eendaagse bijeenkomsten. De tweedaagse bijeenkomsten hebben veel voordelen. Er zijn meer thema’s mogelijk en de band tussen de dermatologen-van-morgen wordt steviger. De cursusdagen vinden plaats op maandag en dinsdag, wat de reservering van cursuslocaties en het aantrekken van docenten vergemakkelijkt. Iedere cursus vindt plaats in (of in de buurt van) een van de opleidingsziekenhuizen. Alle aiossen zijn daardoor een keer gastheer of gastvrouw. Zij zijn verantwoordelijk voor het invullen van een avondprogramma. Dat zorgt ervoor dat de aiossen elkaar beter leren kennen.

  • Actieve rol van de aios

De aios krijgt een actieve rol. Dat begint met de voorbereiding. Aiossen weten ruim voordat de cursus begint, welke leerstof zij moeten doornemen. Er worden geen papieren syllabi meer verstuurd, maar alles loopt via de NVDV-website (Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie). En er is één leerboek: Dermatology van Bolognia e.a., dat ook online beschikbaar is.

Aiossen, docenten en opleiders
zijn enthousiast

Ook tijdens de cursusdagen krijgen de aiossen een actieve rol. De nadruk ligt niet meer op frontaal onderwijs. In de nieuwe opzet zijn er alleen ’s ochtends nog ‘colleges’. De docenten dienen deze echter probleemgericht te houden. De middag bestaat uit een mix van werkvormen die aiossen in staat stellen de kennis toe te passen en te verwerken. Aanvankelijk pasten we de masterclassmethode toe. Hierin bespreken aiossen in groepjes van tien een probleem en rapporteren daarna zelf plenair terug. Dit bleek geen succes, omdat de aiossen een deskundige erbij wensen en de negen terugrapportages van de overige aiossen lang en saai vinden. De ‘casuscarrousel’ is wel een succes. Bij deze werkvorm worden casussen uitgewerkt in groepen van twintig met een deskundige docent erbij die rouleert na 15 minuten. De groep is onderverdeeld in discussiegroepjes van vier of vijf aiossen die de informatie in porties aangereikt krijgen. Ter afsluiting van de middag bespreken de docenten plenair de casus en kunnen de aiossen vragen stellen.

  • Online toetsing

Aanvankelijk werkten we met niet-rapporterende zelftoetsing vooraf, maar door het vrijblijvende karakter daarvan bleken de aiossen onvoldoende te worden gestimuleerd tot voorbereiding. Daarom kwam hiervoor in de plaats een formatieve toets, dus zonder sancties maar wel met rapportage aan de opleider. Het is immers de verantwoordelijkheid van de opleider om de aios te beoordelen op geschiktheid.

De keuze voor de openboekmethode wordt ingegeven door het feit dat de hoeveelheid stof dermate groot is dat het eenvoudig niet zinvol is om dat allemaal uit het hoofd te leren. Tot nu toe zien we dat de aiossen in de beperkte tijd toch niet alle antwoorden kunnen opzoeken en dus de leerstof grondig doornemen. In de opleidingsklinieken wordt de leerstof in de vier maanden die aan de cursus voorafgaan in het regionale onderwijs voorbereid. Er worden nauwelijks onvoldoendes gescoord.

De toets wordt achteraf afgenomen. Op de donderdag na de cursusdagen maken de aiossen de landelijke individuele kennistoets op de computers van een spreekkamer. Die toets staat één uur lang online en bestaat uit veertig vierkeuzevragen. Het systeem genereert een uitslag per e-mail aan de aios, en de opleiders ontvangen de resultaten van hun eigen aios.

  • Professionele ondersteuning

Een belangrijk verschil met andere opleidingen is de professionele ondersteuning die de dermatologen krijgen van drie ISO-gecertificeerde postacademische onderwijsorganisaties (PAOG’s; Wenckebach Groningen, Boerhaave Leiden en Heyendael Nijmegen). Dat betekent geen omkijken naar de praktische organisatie en borging dat het onderwijskundig concept uniform is.

Deze aanpak heeft een prijskaartje: de opleiders betalen 400 euro per aios per tweedaagse cursus, inclusief overnachting en eten. De efficiënte inzet van tijd en geld loont. De kosten zouden hoger uitvallen als het onderwijs gescheiden in acht regio’s werd georganiseerd. De tijdwinst zit in de landelijke aanpak, de substitutie van medici door PAOG-medewerkers voor de organisatie, en het gebruik van online leermiddelen en toetsing. De aiossen én de docenten en opleiders zijn enthousiast. De dermatologen tot slot zijn blij omdat zij de mogelijkheid krijgen hun basiskennis up-to-date te maken.

prof. dr. Marcel F. Jonkman, hoogleraar, opleider en hoofd afdeling Dermatologie, Universitair Medisch Centrum Groningen, voorzitter Cursorisch Onderwijs Commissie (COCOM) dermatologie

Charles L. Brugman, manager Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut, Universitair Medisch Centrum Groningen

Met medewerking van de leden van COCOM.1

Correspondentieadres: m.f.jonkman@umcg.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.

Geen belangenverstrengeling gemeld.

Samenvatting

  • De opleidingsvernieuwing van dermatologie vergroot de onderwijsbehoefte van aiossen.
  • De keuze voor landelijk cursorisch onderwijs bespaart geld en tijd.
  • Het succes van deze methode is te danken aan: gezamenlijke aanpak, actieve onderwijsvormen, uniforme online leerstof en professionele ondersteuning.

Voetnoot

1. Aan dit artikel hebben bijgedragen de leden van COCOM:

prof. dr. Marcel F. Jonkman, voorzitter

drs. Enny G.A. Beverdam, penningmeester, dermatoloog, ziekenhuis Ziekenhuisgroep Twente, Almelo

drs. Yvette J. Assen, secretaris, dermatoloog, Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam,

drs. Markus V. Starink, toetscoördinator, dermatoloog, AMC, Amsterdam

drs. Michiel Toxopeus, aios, AMC, Amsterdam

dr. Rieke Driessen, aios, UMC St Radboud, Nijmegen

dr. Clarissa Vergunst, aios, VUmc, Amsterdam

Charles L. Brugman, PAOG Wenckeback, Groningen

drs. Eldrid S. Bringmann, PAOG Boerhaave, Leiden

Ineke van der Kaaij, PAOG Heyendael, Nijmegen

http://web.me.com/marceljonkman/COCOM/COCOM.html


De tweedaagse bijeenkomsten hebben veel voordelen. Er zijn meer thema’s mogelijk en de band tussen de dermatologen-van-morgen wordt steviger. Beeld: auteur
De tweedaagse bijeenkomsten hebben veel voordelen. Er zijn meer thema’s mogelijk en de band tussen de dermatologen-van-morgen wordt steviger. Beeld: auteur
<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong>
dermatologie opleiding
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.