Laatste nieuws
4 minuten leestijd
Federatienieuws

Orde/NPCF: Marktwerking in de zorg: een beetje lef helpt beter

Plaats een reactie

Het manifest tegen marktwerking in de zorg is goedbedoeld, maar slecht bedacht. De opstellers geven aan dat de zorg geen markt is, omdat patiënten bezorgd en/of ziek zijn, en omdat zij afhankelijk zijn van professionele zorgverleners. Verder noemen zij zes negatieve effecten van de introductie van meer marktwerking.

In belangrijke mate steunt het manifest op de situatie in de Verenigde Staten. Wat dat betreft: voor- én tegenstanders van marktwerking zien weinig tot niets in het Amerikaanse zorgsysteem en de ontwikkelingen in Nederland wijken gelukkig sterk af van wat we in de VS zien. Ronduit teleurstellend is dat de opstellers niet aangeven hoe het dan wel moet.
De afgelopen jaren is het vaak gezegd: de organisatie van de zorg kan anders en beter. Centrale planning en budgettering hebben geleid tot stagnatie van het Nederlandse zorgsysteem, dat daardoor niet meer tot de beste van Europa behoort. Tot op dit moment is daaraan nog maar bar weinig verbeterd en het is hoognodig dat op een aantal terreinen nu verbeteringen worden doorgevoerd. Burgers hebben recht op meer kwaliteit voor hun premie. Een ongedefinieerde vrees voor het woord ‘marktwerking’ helpt ons niet vooruit.

Daarom hier vijf punten waardoor de zorg beter kan. Marktwerking kan daarbij een rol spelen. Sleutelwoorden daarbij zijn: keuzemogelijkheden, differentiatie, concurrentie en kwaliteit.

Patiënten willen iets te kiezen hebben
Patiënten zijn  bezorgd of ziek. Maar niet alleen dat: ze willen ook graag goed en snel geholpen worden. Uit ervaring en uit cijfers blijkt dat dit niet altijd het geval is. Als daartoe gelegenheid is (en die is er natuurlijk niet in acute situaties) dan vinden patiënten het  de moeite waard om te kunnen kiezen tussen ziekenhuizen, huisartsen en medisch specialisten. Daarom is het noodzakelijk dat burgers inzicht in de prijs/kwaliteitsverhouding van de zorg krijgen. Huisartsen zouden met die informatie hun patiënten goede diensten kunnen bewijzen.

Zorg is een product met een prijs


In de gezondheidszorg wordt hoogwaardige professionele dienstverlening geleverd. Die dienstverlening is te omschrijven in de vorm van producten, waarover met verzekeraars afspraken worden gemaakt. Om producten te omschrijven is door ziekenhuizen en medisch specialisten het systeem van diagnose-behandeling-combinaties ontwikkeld. Alleen daarmee kunnen ziekenhuizen berekenen wat de zorg eigenlijk kost. Dat hebben we decennia lang niet geweten en vergelijkingen tussen ziekenhuizen waren dan ook niet mogelijk. Terwijl prijs- en efficiëntie verschillen tussen ziekenhuizen 300 procent kunnen bedragen. Wie het in het verleden heel goed deed, werd daarvoor in het systeem gestraft. Dat moet dus anders. Wie het goed doet, moet daarvan iets terugzien en enige concurrentie in bepaalde vormen van planbare en chronische zorg kan daartoe bijdragen.


Dit uitgangspunt geldt - met mate - ook voor de huisarts. Beschikbaarheid, continue zorg en de adviesrol van de huisarts kunnen met een abonnementstarief worden vergoed. Zorg voor bepaalde categorieën patiënten kan als een product worden aangeboden en waarom zou daarin concurrentie niet mogelijk zijn?


Kwaliteit wordt geborgd


Alle zorg moet kwalitatief door de beugel kunnen. Daarom moet de overheid een basisniveau aan kwaliteit wettelijk vastleggen. Alleen als een organisatie daaraan voldoet, mag zij zorg bieden. Dat biedt een tegenwicht tegen druk op de kwaliteit van de zorg wanneer onderhandeld kan worden tussen verzekeraars en zorgaanbieders. De inspectie let natuurlijk goed op dat niemand onder dit basisniveau komt. Financiering van kwaliteitssystemen voor professionals is daarbij noodzaak.


Zorg die kwalitatief boven het basisniveau uitgaat, is wat meer waard. Dat klinkt logisch, maar is het in de zorg vaak niet: als we al weten wat het kost, horen we veel te vaak dat een betere kwaliteit steevast gepaard gaat met lagere kosten. Buiten de gezondheidszorg is dat niet zo, en binnen de gezondheidszorg ook niet.


Wel is het zo dat het beter organiseren van de zorg kan leiden tot lagere kosten voor de betreffende organisatie. Maar het betere product mag wat meer kosten en daarvoor is de burger ook bereid te betalen. 

De rol van de verzekeraars


De rol van verzekeraars is precair. Niet alleen moeten zij verzekeren, zij worden ook geacht de zorg in te kopen en te regisseren. Wij vinden dat verzekeraars bij het inkopen van zorg voor hun verzekerden moeten letten op prijs én kwaliteit. Ook moeten zij voldoende zorg inkopen. Die eis moet veel nadrukkelijker worden gesteld, zodat winstmaximalisering niet gaat overwegen boven het bieden van goede zorg. Gebeurt dat niet, dan moet serieus worden overwogen om verzekeraars alleen te laten verzekeren en de collectieve inkoop bijvoorbeeld over te laten aan patiënten en consumenten-organisaties.


Solidariteit regelen we met een verzekering


Verschillen tussen mensen op grond van hun gezondheid vangen we op in een goed voorziene basisverzekering. Het historisch te noemen wetsvoorstel ligt inmiddels bij de Tweede Kamer. Hiermee kan de huidige lappendeken van verzekeringen verdwijnen en wordt de solidariteit tussen zieken en gezonden goed geregeld, beter in ieder geval dan nu het geval is. Solidariteit moet namelijk niet verward worden met centrale budgettering en beknotten van professionals en instellingen. Wanneer we daarmee doorgaan (en dat is wat de opstellers van het manifest kennelijk willen) levert juist dat een enorme stimulans op voor voorrangszorg. Mensen met geld zullen de zorg toch wel weten te vinden.

Is marktwerking een panacee? Dat is zeker niet het geval en al helemaal niet in de gezondheidszorg. Maar de introductie van meer keuzemogelijkheden, een reële prijsstelling voor de geleverde zorg, meer vrijheid voor zorgaanbieders en - bij bepaalde vormen van zorg - concurrentie tussen aanbieders en verzekeraars lijkt ons een gewenste stap. Helemaal zonder risico is dat niet, maar wij achten die risico’s beheersbaar. Dat vergt politieke lef, zodat niet iedere verandering op voorhand dichtgeregeld wordt. Het grootste risico dat we nu lopen is dat vanwege een ongefundeerde angst voor de introductie van marktprikkels iedere vrijheid bij voorbaat wordt ingeperkt door de introductie van een enorme hoeveelheid administratieve lasten. In de preventie daarvan ligt een belangrijke taak voor de Tweede Kamer.

Iris van Bennekom, directeur NP/CF


Rob Dillmann, directeur Orde van Medisch Specialisten


Federatienieuws marktwerking in de zorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.