Laatste nieuws
Jean-Paul Glaser Chris Vleugels
6 minuten leestijd
recht

Medische info aan derden te riskant

6 reacties

recht

KNMG-richtlijnen juridisch en medisch onhoudbaar

Behandelend artsen krijgen vaak een verzoek om informatie over een patiënt. Volgens de KNMG-richtlijnen moet hieraan medewerking worden verleend. Een verkeerd advies, want als arts weet je nooit zeker waar die informatie terechtkomt.

Een 30-jarige vrouw zonder psychiatrische voorgeschiedenis, werkzaam als heftruckchauffeur, staat op het punt een vast contract te krijgen bij afronding van een tweejarige interne opleiding. Als zij er op een gegeven moment van overtuigd raakt dat enkele collega’s tegen haar samenspannen, laat ze zich tegen haar leidinggevende in wanhoop ontvallen dat zij met de heftruck op hen in zou rijden als zij niet zouden stoppen met hun pestgedrag. De vrouw wordt daarop op non-actief gesteld. Achteraf noemt zij deze uitlating een kreet van machteloosheid waaraan zij nooit uitvoering zou hebben gegeven. De werkgever stuurt haar echter naar een psychiater. Zij geeft, ondanks het ontbreken van een eigen hulpvraag, hieraan gevolg uit loyaliteit aan haar werkgever. Vlak na het eerste intakegesprek met de psychiater vraagt de bedrijfsarts, met toestemming van de patiënt, de psychiater om informatie. Deze besluit een brief mee te geven aan de patiënt, in plaats van deze rechtstreeks op te sturen naar de bedrijfsarts. De vrouw leest zodoende dat de psychiater haar een ‘waanstoornis van het achtervolgingstype als gevolg van cannabis’ toedicht. Zij vreest dat deze informatie niet gunstig zal zijn voor een succesvolle vervolgcarrière binnen het bedrijf en dringt bij de psychiater aan op een ‘positievere’ brief. Deze zegt echter dat dat niet kan, omdat de diagnose tot stand is gekomen op basis van gedegen psychiatrisch onderzoek. De arts-patiënt-relatie raakt verstoord. De psychiater adviseert de vrouw met een advocaat te bespreken of het verstandig is de brief te overhandigen aan de bedrijfsarts. Het antwoord van de advocaat is helder: ‘Niet doen!’

Behandelend artsen wordt door collega’s en organisaties buiten de curatieve sector (‘derden’) dikwijls verzocht medische informatie over patiënten te verstrekken.1 Bijvoorbeeld door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), bedrijfsartsen, het Bureau Medische Advisering in opdracht van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, verzekeringsmaatschappijen en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.1 2 Volgens de richtlijnen van de KNMG inzake het omgaan met medische gegevens wordt van behandelend artsen verwacht dat zij meewerken aan dergelijke informatieverzoeken. Maar deze handelwijze is vanuit juridisch en medisch oogpunt niet langer houdbaar. Bovendien is er een alternatief.

Patiëntenbelang altijd voorop
De vertrouwenspositie van de behandelend arts heeft als noodzakelijke voorwaarde dat hetgeen de patiënt vertelt en hetgeen wordt gediagnosticeerd niet buiten de muren van de spreekkamer komt en daarmee geen nadelige consequenties voor de patiënt heeft.3 4 Immers, eenmaal buiten de spreekkamer is niet meer duidelijk wat de gevolgen zijn van die informatieverstrekking.5 Uit jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat het beroepsgeheim voor behandelend artsen anders ligt dan voor keurend artsen.6 7 Voor verzekeringsartsen die in het kader van sociale wetten werkzaam zijn bij bijvoorbeeld UWV, geldt dat zij ook zonder toestemming van de betrokkene gegevens mogen verstrekken aan diegenen die binnen de uitvoering van de sociale verzekering opereren en deze gegevens voor de taakuitoefening nodig hebben. Hetzelfde geldt voor bedrijfsartsen, die verplicht zijn aan UWV gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de uitvoering van de Wet structuur uitvoerings-organisatie werk en inkomen (Wsuwi).8 9 Wet- en regelgeving bepalen tevens dat de bedrijfsarts zonder toestemming van de betrokkene niet-medische informatie aan de werkgever kan verstrekken.10

Deze situatie wijkt essentieel af van de positie van een patiënt in een behandelrelatie, waar altijd het patiënten-belang voorop staat.11 De behandelend arts verliest de grip op de medische gegevens zodra deze aan derden zijn verschaft. Hij kan de belangen van derden niet voldoende overzien, terwijl die kunnen conflicteren met de belangen van de patiënt.12

Therapeutische relatie
De arts-patiëntrelatie is voor medische diagnostiek en behandeling van cruciaal belang en informatieverzoeken bedreigen deze relatie om meerdere redenen.13 Ten eerste kan het zijn dat, zoals in de casus, de patiënt het niet eens is met de voorgenomen correspondentie aan derden en aandringt op een ‘gunstigere’ herziening. Ook kan ‘nadelige’ besluitvorming na informatieverstrekking aan derden leiden tot kritiek op de behandelend arts. Of de patiënt kan de behandelend arts nalatigheid verwijten, als deze niet meewerkt aan een informatieverzoek. Verder wordt de therapeutische relatie belemmerd als na verloop van tijd blijkt dat de patiënt op instigatie van derden de arts heeft bezocht en niet op basis van een eigen hulpvraag. Tot slot kan het diagnostisch en behandelproces verstoord raken omdat informatieverzoeken van derden disproportioneel veel tijd gaan vergen, bijvoorbeeld omdat mogelijke nadelige consequenties de agenda van het therapeutisch contact gaan bepalen.

KNMG
De richtlijnen van de KNMG voor informatieverstrekking aan derden geven behandelend artsen ongewild en zonder keuzevrijheid een belangrijke, zo niet doorslaggevende rol in besluitvormingsprocessen van derden. Door gebrek aan zicht en controle op deze processen kan de informatieverstrekking leiden tot schade bij de patiënt. Het feit dat de patiënt toestemming moet geven voor de informatieverstrekking doet hier niets aan af. Bespreking met de patiënt kan de arts-patiëntrelatie verstoren, omdat de patiënt het mogelijk niet eens is met hetgeen wordt gerapporteerd. Gevolg is dat het behandelbelang ondergeschikt wordt aan het belang van derden.

De KNMG-richtlijnen houden tevens amper rekening met de beroepskeuzevrijheid van de behandelend psychiater: ‘Wil ik als arts mijn onderzoeksgegevens wel verstrekken aan de betreffende derde?’. Ongewilde betrokkenheid bij externe procedures die betrekking hebben op ingrijpende besluitvorming, bijvoorbeeld verblijf in Nederland versus uitzetting, maakt dit prangend duidelijk.

Alternatief
Er is echter een alternatief voorhanden. Derden kunnen hun medisch-specialistische expertise zelf inhuren bij keurend artsen, waardoor de patiënt snel en effectief onderzocht en van de aard en consequenties van het besluitvormingsproces op de hoogte gesteld kan worden. Keurend artsen hebben een totaal andere positie dan behandelend artsen. Ze kiezen er namelijk zélf expliciet voor om keuringswerkzaamheden te verrichten voor een opdrachtgever. Daarnaast verschilt de rechtspositie van de ‘persoon op wie het onderzoek betrekking heeft’ (de keurling) fundamenteel van de rechtspositie van de patiënt van de behandelend arts.14 De Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (Wgbo) onderscheidt de ‘patiënt’ van de ‘persoon’. De persoon heeft minder privacybescherming dan de patiënt.15 De keurend arts heeft daarnaast specifieke kwaliteitsverplichtingen. Hij moet de juridische context van de vraagstelling duidelijk maken en zich houden aan kwaliteitsnormen die betrekking hebben op deskundigheid, zorgvuldigheid, intersubjectieve toetsbaarheid, relevantie, consistentie en begrijpelijkheid.16

Behandelinformatie kan de keurend arts beschikbaar krijgen door de patiënt te vragen een afschrift van zijn medisch dossier op te vragen bij zijn behandelend arts of instelling. Het (patiënten)recht op een afschrift van het medisch dossier is vastgelegd in artikel 456 Wgbo. De patiënt kan vervolgens zelf beslissen of hij de kopie – al dan niet na raadpleging van zijn advocaat – overhandigt aan de keurend arts.

De huidige KNMG-richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens op het gebied van ‘gegevensverstrekking op verzoek van derden’ zijn daarom dringend aan herziening toe.


dr. Jean-Paul Glaser, psychiater

mr. Chris Vleugels, psychiater

 

Correspondentieadres: pegacv@hetnet.nl ; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.


Reactie KNMG: Delen medische gegevens alleen bij gerichte vraag en expliciete toestemming
Als een arts wordt benaderd voor informatie over een patiënt, moet hij altijd nagaan of sprake is van een gerichte vraag van de aanvrager en of de patiënt expliciet toestemming heeft verleend voor verstrekking. Artsen moeten dus niet zonder meer meewerken, zoals psychiaters Glaser en Vleugels stellen.


Lees ook


Referenties

1. Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens, KNMG, januari 2010.
2. Protocol Bureau Medische advisering, Immigratie- en Naturalisatiedienst, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, oktober 2010.
3. Gedragsregels II-15, Gedragsregels voor artsen, KNMG 2003. 
4. Bij schending van het beroepsgeheim is de arts tuchtrechtelijk (art. 88 Wbig), civielrechtelijk (art. 457 lid 1 Wgbo en strafrechtelijk (art. 272 Stafrecht) aansprakelijk.
5. Glaser, J.P., Vleugels C.M.M., Wel of niet autorijden: een moeilijke kwestie voor de behandelend psychiater. Medisch Contact, 57 (17), 2002, p. 659.
6. Hoge Raad, 15 oktober 1999, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2000, p. 525.
7. Willems, J.H.B.M., Doppegieter, R.M.S., De scheiding van behandeling en controle: aan actualisering toe?, Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, 2007, nr.4, p. 164-167.
8. Artikel  54 lid 1 en 3 onder c, Wsuwi.
9. Code gegevensverkeer en samenwerking bij arbeidsverzuim en re-integratie, www.knmg.nl, gegevensstroom 6, p.11.
10. Art. 14 lid 6 Arbeidsomstandighedenwet; art. 88 Wbig; art. 9 lid 4 en 21 lid 1f, sub 2 Wet Bescherming Persoonsgegevens; Memorie van Toelichting bij de Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte (Kamerstuknummer 24439, volgnr.3 onder 5b.); Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens, KNMG januari 2010.
11. Nederlandse artseneed, VSNU/KNMG, Utrecht, augustus 2003.
12. Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 5 februari 2002, Staatscourant, 22 februari 2002.
13. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Profielschets Psychiater, april 2005.
14. Art. 446 lid 5 Wgbo.
15. Art. 464 lid 2 Wgbo.
16. Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Richtlijn Psychiatrische Rapportage, 2002.

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
KNMG recht beroepsgeheim richtlijnen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Lode Wigersma

    directeur beleid &amp;amp; advies KNMG, Utrecht

    De KNMG hanteert het uitgangspunt dat een behandelend arts feitelijke medische informatie met toestemming van de patiënt mag verstrekken aan derden. Dit vloeit voort uit artikel 7:457 BW. Daarin staat dat aan anderen geen inzage in of afschrift van h...et dossier wordt gegeven dan met toestemming van de patiënt. Glaser en Vleugels gaan een stap verder en menen dat het verstrekken van informatie aan derden niet tot het domein van de behandelend arts behoort. Dat is een interessante stelling, die verder reikt dat de wettelijke bepaling. De auteurs stellen verder dat behandelend artsen een dossierafschrift aan de patiënt kunnen overhandigen, zodat deze zelf kan beslissen of en welke informatie hij overhandigt aan de keurend arts. De KNMG bestrijdt dit ook niet. De patiënt heeft immers recht op een afschrift van zijn medisch dossier. Dit legt echter wel een grote verantwoordelijkheid bij de patiënt om zorgvuldig met die (doorgaans vertrouwelijke) gegevens om te gaan. Het is de vraag of de behandelrelatie op die manier beter beschermd wordt. Immers, de discussie tussen de behandelend arts en de patiënt gaat dan niet meer over de te verstrekken medische informatie, maar wordt mogelijk verlegd naar een discussie over welke gegevens überhaupt in het patiëntendossier mogen worden opgenomen. Ook dat is onwenselijk. De KNMG Richtlijnen worden om de paar jaar herzien. Dat gebeurt ook met de Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens. De KNMG nodigt de auteurs in dat kader van harte uit om hun visie in een gesprek nader toe te lichten.

  • dr. J.P. Glaser en mr. C.M.M. Vleugels

    psychiaters, Brunssum

    In zijn reactie op ons artikel poneert Lode Wigersma, directeur beleid & advies KNMG drie ongefundeerde, incorrecte en onnavolgbare stellingen (MC 48/2012: 2738).
    Wij zouden menen dat behandelend artsen ‘altijd’ moeten meewerken aan informatieverzoe...ken van derden. Het inhuren van medisch-specialistische expertise door derden zou volgens Wigersma in niemands belang zijn en (onnodige) meerkosten en vertraging in de hand werken. Tevens zouden wij overdracht van het gehele medische dossier aan de medisch adviseur propageren.
    Hoewel Wigersma correct beargumenteert dat de KNMG enkel onder bepaalde voorwaarden achter informatieverstrekking aan derden staat, impliceert dit hoe dan ook dat de KNMG van behandelend artsen verwacht dat ze meewerken aan voorwaardelijke informatieverstrekking aan derden. Zijn focus op de voorwaarden voor informatieverstrekking gaat voorbij aan de kern van ons artikel dat gedocumenteerd aantoont dat informatieverstrekking aan derden in welke vorm en onder welke voorwaarden dan ook, niet toebehoort tot het domein van de behandelend arts.
    Het artikel ‘Medische info aan derden te riskant’ laat zien dat inhuren van medisch-specialistische keuringsexpertise door derden bejegening op maat is en de behandelrelatie dient vanwege het cruciale verschil tussen keuren en behandelen. Kosten- en tijdsbezwaren gerelateerd aan het inhuren van keurend medisch specialisten, voor zover aanwezig, mogen nimmer een reden zijn (de vertrouwelijkheid van) de behandelrelatie te verstoren. Overhandiging van een dossierafschrift aan de patiënt zodat deze eventueel met zijn advocaat kan beslissen of c.q. welke informatie hij overhandigt aan de keurend medisch specialist, werkt privacybeschermend en plaatst het besluitvormingsproces over keuringszaken formeel daar waar het hoort, buiten de behandelrelatie. Wij hebben nergens voorgesteld dat een dossierafschrift overhandigd dient te worden aan de keurend arts.
    De vraag waarom de KNMG voorbijgaat aan onze oproep om de behandelrelatie te beschermen, verdient een nader antwoord.

  • Lode Wigersma

    directeur beleid &amp; advies KNMG, Utrecht

    De psychiaters Jean-Paul Glaser en Chris Vleugels betogen dat de KNMG-richtlijnen voor het verstrekken van patiëntinformatie aan derden onhoudbaar zijn (MC 45/2012: 2523). Hun stelling dat behandelend artsen altijd moeten meewerken aan verzoeken van ...beoordelend artsen of anderen is echter onjuist. De KNMG-richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens (2010) roepen juist op tot terughoudendheid bij informatieverzoeken van derden. Volgens deze richtlijnen mag informatie onder twee voorwaarden worden verstrekt: er moet sprake zijn van een gerichte vraag en de patiënt moet expliciet toestemming geven voor de informatieverstrekking. De KNMG meent dat zo optimaal recht wordt gedaan aan de privacy van de patiënt en dat de vrije toegang tot de gezondheidszorg zo min mogelijk onder druk komt te staan. Overigens: de te verstrekken informatie moet altijd feitelijk van aard zijn; de behandelend arts houdt zich verre van een oordeel.
    De KNMG ziet ook geen meerwaarde in het door Glaser en Vleugels gedane voorstel. Altijd een medisch-specialistische expertise inroepen is in niemands belang. Het werkt (onnodige) meerkosten in de hand en het werkt vertragend. Dit is in niemands belang, ook niet in dat van de patiënt. Verder kan juist het overdragen van het hele dossier aan een medisch adviseur, zoals door auteurs voorgesteld, een disproportionele inbreuk op de privacy opleveren. Hetzelfde geldt overigens als een patiënt zijn hele dossier opvraagt en overdraagt aan de informatievrager.
    Gelukkig biedt de KNMG-richtlijn de behandelend arts dus de ruimte om bij een verzoek om informatie zelf af te wegen of er wel sprake is van een gerichte vraag en van expliciete toestemming van de patiënt.

  • C.M.F. van Roessel

    Bedrijfsarts, Voorzitter Cie Wet en regelgeving NVA

    Schrijvers stellen terecht dat bedrijfsartsen niet-medische informatie aan werkgevers mogen verstrekken. Zij geven daarbij niet aan dat dit alleen geldt wanneer er sprake is van arbeidsongeschiktheid op medische gronden. De te verstrekken informatie ...omvat de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer, bedoeld om de re-integratie te bevorderen. Daarmee is ook het belang van de werknemer gediend.
    Bedrijfsartsen vragen vaak in complexe gevallen informatie op. De te verstrekken informatie betreft feitelijke informatie, die de bedrijfsarts gebruikt voor zijn gedegen advies aan werknemer en werkgever. Ook de bedrijfsarts heeft een beroepsgeheim en mag de medische informatie niet met derden delen tenzij dat nodig is vanuit een wettelijke plicht (bijvoorbeeld aan de verzekeringsarts bij UWV) of met gerichte en vrijwillig gegeven toestemming van de werknemer.
    De behandelend arts behoort geen advies te geven over arbeidsgeschiktheid of beperkingen voor het werk. Wanneer hij zich hieraan houdt en objectieve gegevens verstrekt, hoeft hij daarvan ook geen nadeel te ondervinden in de arts-patiëntrelatie. Hij kan verwijzen naar de bedrijfsarts, die de ‘nadelige’ beslissing heeft genomen. Geen informatie verstrekken kan ook nadelig zijn voor betrokkene.

    De oplossing om dan maar iedereen te laten keuren is een schijnoplossing. Een keuring is onnodig belastend voor betrokkene en duur. Bovendien kan de keurling weigeren de uitslag bekend te maken aan derden. Het recht op afschrift van het medisch dossier aanwenden, brengt de kans mee dat feiten naar derden gaan die buiten de vraagstelling vallen. Bovendien is de kans reëel dat het dossier niet alleen bij een keurend of bedrijfsarts terecht komt maar ook bij werkgevers, wanneer die daarom vragen of zelfs ongevraagd.
    Het belang van uw patiënt overziend: Uw informatie kan juist bijdragen aan verantwoorde werkhervatting!

  • R.U. Melchers

    bedrijfsarts, HOUTEN

    Die spanning tussen beoordelen en behandelen heeft de bedrijfsarts pragmatisch opgelost: hij doet het allebei zélf… Niks geen ‘derden’… Zijn wettelijke, oordelende taak in verzuimzaken breidt hij soepel uit met begeleiding van diezelfde verzuimende ...medewerker.
    Hij trotseert, tot op heden succesvol, de oekaze van de KNMG die stelt (in het ‘Groene boekje’ oftewel 'Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens’) dat behandelen en beoordelen van een persoon/patiënt NIET in een arts te verenigen zijn.

    Deze houding leidt tot problemen zoals de auteurs in hun artikel aankaarten. Het gevolg daarvan is dat zo’n bedrijfsarts zowel de behandelrol als de beoordelende rol niet naar behoren vervult. Gewoon omdat een behandelrelatie andere ingrediënten kent dan een relatie waarin beoordeeld wordt.

    Zie onder ander ArboInfo209: Begeleiden en beoordelen… De ingrediënten. Op www.ArboInfo.eu

  • G. Koster

    bedrijfsarts, GRONINGEN

    Ik vraag mij af wat er aan herziening toe is: de richtlijn of de a-collegiale gedateerde mening van de collega's Glaser en Vleugels. Ik maak ernstig bezwaar tegen de term keurend arts in relatie tot mijn beroep als bedrijfsarts. Net als de genoemde c...ollega's heb ik een behandelrelatie met mijn patienten en ben ik niet een weinig nadenkend doorgeefluik van informatie. Noch aan het UWV (waartoe geen enkele verplichting bestaat!) noch aan de werkgever (waartoe geen enkel recht bestaat).

    Wel heb ik groot belang in het samen met mijn curatieve collega's vormgeven van een reintegratietraject in het besef dat het leven uit meer bestaat dan consulten met dokters, en voor een belangrijk deel uit werk.

    Zeker in de GGZ wordt nogal eens vergeten dat het werk een belangrijk onderdeel van iemands leven is, en dat het verstandig is om in samenspraak met de bedrijfsarts het werk onderdeel te laten zijn van het therapeutische proces.

    Ook bij mij is de behandelrelatie cruciaal, het is zeker niet zo dat psychiaters daarop een enig recht hebben.

    Het doet mij goed in een omgeving te werken waarin ik een open relatie heb met de mij omringende curatieve collega's (1e en 2e lijns) waarbij het welzijn, en niet het voetstuk van de dokter, centraal staat.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.