Waarneemtarief niet langer vrij

Zorgautoriteit en tarievenorgaan CTG/Zaio gaat erop toezien dat waarnemers niet meer rekenen dan de schamele 46 euro die huisartsen nu voor hun diensten betaald krijgen (MC 1/2005: 7). Nog afgezien van het feit dat het daarmee het waanzinnige tarief van 46 euro verder probeert te legitimeren, maakt CTG/Zaio zich hiermee volstrekt ongeloofwaardig. In de allereerste plaats omdat het tarief van 46 euro een ‘kaal’ loontarief is. Het praktijkkostendeel is bij invoering van het AWN-tarief verdisconteerd in het overdagtarief. Waarnemers hebben echter helemaal geen overdagtarief. Hun kosten voor beroepsaansprakelijkheid, arbeidsongeschiktheid, pensioenvoorzieningen en diverse andere beroepskosten moeten uit het waarneemtarief komen.

De tweede reden waarom CTG/Zaio zich hiermee belachelijk maakt, is dat het getuigt van een totaal gebrek aan inzicht in een normale bedrijfsvoering. Een waarnemer kan immers niet rekenen op een volledige werkweek: als er geen waarneming wordt aangeboden, is er ook geen werk en dus geen inkomen. Bij vakantie en ziekte is er geen inkomen. Voor al deze situaties moet de waarnemer zich wel indekken. Daarmee kom je logischerwijs op een hoger tarief dan 46 euro.

De laatste reden om CTG/Zaio niet meer serieus te nemen, is dat het de marktwerking zal gaan controleren. In een markt bepalen vraag en aanbod het tarief. Nu er relatief veel waarnemers zijn, gaat het tarief omlaag; als het straks moeilijker wordt een waarnemer te vinden, zal het weer gaan stijgen. Door dit basisprincipe van marktwerking te ontkennen, kan CTG/Zaio nauwelijks voor vol worden aangezien.

Amsterdam, januari 2005

Christof Zwart, gevestigd huisarts die af en toe een dienst verkoopt