Laatste nieuws
kosten

Specialisten Radboud besparen simpel kosten

2 reacties

KOSTEN & BATEN

Met open ogen en goede afspraken kan diagnostiek stuk goedkoper

Nu het veld wordt geacht mee te denken over kostenbesparingen in de zorg, hebben internisten van het Radboudumc dat op een heel eigen manier gedaan. Zij kwamen daarbij relatief eenvoudig tot flinke bezuinigingen.

De uitspraak van minister Schippers, dat het veld nu zelf maar met financiële oplossingen moet komen voor de oplopende kosten in de zorg, klinkt als Heer Bommel die wanhopig uitroept: ‘Verzin een list, Tom Poes!’ Natuurlijk is het reëel om de ‘werkvloer’ te betrekken bij oplossingen. Maar het is strategisch ook slim, want faalt Tom Poes, dan is elke maatregel gerechtvaardigd.

De oplossingen tot nu toe zetten dikwijls de kwaliteit van de gezondheidszorg onder druk. Zo sluiten verzekeraars wurgcontracten met ziekenhuizen die de toegang tot zorg voor patiënten met gecompliceerde aandoeningen belemmeren. Specialisten komen zelf met ideeën waarbij er al gauw enig risico is op een gemiste diagnose. Als men bijvoorbeeld – zoals van urologische zijde in NRC Handelsblad werd voorgesteld – geen nader onderzoek doet bij bloed in de urine, is dat wel pech voor de patiënt die uiteindelijk nierkanker blijkt te hebben.1

Rariteiten
Er is een andere, betere manier om kosten te besparen. Bijvoorbeeld de manier waar wij de afgelopen jaren op de afdeling Interne Geneeskunde van het Radboudumc uitgebreide ervaring mee opdeden en die ons jaarlijks een besparing van rond de 10 procent in de diagnostiek opleverde. Deze strategie is in feite een uitwerking avant la lettre van de ideeën die geopperd werden door Ben de Jong in zijn artikel ‘Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn’ (MC 48/2013: 2540).

De werkwijze was als volgt. Allereerst ging een kleine commissie bestaande uit ervaren internisten na welke prijskaartjes er aan verschillende onderzoekingen hangen. Daarna werd uitgezocht wat er daadwerkelijk werd uitgegeven per onderzoek, om vervolgens nauwkeurig te kijken naar het nut van met name de dure onderzoeken. Zodoende kwam men niet alleen een aantal irrationale routines op het spoor – zoals het klakkeloos herhalen van onderzoekingen die al door de huisarts of in een ander ziekenhuis zijn gedaan – maar ook volstrekt onverwachte rariteiten. Een voorbeeld van dat laatste was de lactaatbepaling. Als lactaat namelijk wordt bepaald bij een bloedgasanalyse, dan krijgt men de bepaling vrijwel cadeau; maar voor een losse lactaatbepaling wordt 80 euro berekend.

Naar aanleiding hiervan werden spelregels opgesteld en afspraken gemaakt met de aanvragende internisten en de internisten in opleiding. Zij kregen allen een prijslijst op zakformaat, het kostenbewustzijn nam toe en er ontstond een cultuur waarbij men elkaar aansprak op prijzige onderzoeksaanvragen.

Intervisie
In tweede instantie werd er per internist gekeken naar het aanvraaggedrag. Een ervaren, algemeen geachte internist deed intervisie bij alle internisten van de afdeling. Hij nam de ziektegeschiedenissen van vijf willekeurige nieuwe patiënten die door de betreffende internist op het spreekuur waren gezien, met hem of haar door, en stelde vragen over de motivatie achter de aanvragen in de diagnostiek. Al gauw bleek dat er drie categorieën aanvragers te onderscheiden waren: bovenmatige, gemiddelde en (te) zuinige. Tot welke categorie men behoorde werd teruggekoppeld. Bij herhaling van de intervisie na zes tot acht maanden, bleek ruim 50 procent van de internisten uit de eerste categorie opgeschoven naar de tweede of derde categorie. Gedragsverandering bleek dus zeer wel mogelijk.

We hebben ons uiteraard afgevraagd wat bepaalt tot welke categorie een specialist behoort. Gezien de beperkte omvang van het onderzoek is hier geen harde uitspraak over mogelijk, maar geslacht en leeftijd van de internist speelden geen rol. De belangrijkste verklaring leek te zijn het ziekenhuis waar men als internist was opgeleid: die verschillen dus ook nogal in kostenbewustzijn! Voorwaar een punt van aandacht.

Minder aanvragen heeft natuurlijk ziekenhuisbrede consequenties. Het betekende bijvoorbeeld dat dienstverlenende afdelingen als laboratoria werden verkleind om verdere kosten te besparen.

Onze derde actie was het verder verkorten van de opnameduur door strikte sturing en supervisie hierop door internisten en verpleegkundigen. Wil men verkorte opnameduur vertalen in bezuinigen, dan is de consequentie dat men bedden sluit en met minder personeel werkt. Onze afdeling Algemeen Interne Geneeskunde is in de afgelopen vijf jaar teruggegaan van 32 naar 27 bedden.

Tot slot, en dat is in feite de meest principiële benadering, heeft onze afdeling veel geïnvesteerd in wat we het Academisch Diagnostisch Proces noemen. Dit houdt in veel tijd nemen voor een patiënt bij wie elders al bleek dat een diagnose niet gemakkelijk te stellen is. Tijd en aandacht in deze fase bespaart uiteindelijk veel geld aan onderzoek en wordt bovendien door patiënten zeer gewaardeerd. Helaas is ‘kijken en luisteren’ een wezensvreemd element in het financieringsstelsel van de Nederlandse gezondheidszorg.


prof. dr. Jos van der Meer, internist, Radboudumc

prof. dr. Paul Stuyt, internist, Radboudumc

prof. dr. Anton Stalenhoef, internist, Radboudumc

prof. dr. Jan Smit, hoofd afdeling Interne Geneeskunde, Radboudumc


contact: jan.smit@radboudumc.nl; cc: redactie@medischcontact.nl


Geen belangenverstrengeling gemeld



Artikel Ben de Jong, 2013: Zonder kosteninzicht geen kostenbewustzijn


Lees ook


Voetnoot

1. NRC handelsblad, 22 juni 2013.

<b>Download dit artikel (PDF)</b>
kosten & baten
  • jos van der meer

    Jos van der Meer is emeritus hoogleraar interne geneeskunde aan het UMC St Radboud te Nijmegen en lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten-schappen en van het Landelijk Orgaan Weten-schappelijke Integriteit. Ook is hij president van de European Academies Scientific Advisory Council.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • R.A.M. Kengen

    arts, SITTARD

    4 professoren en hun staf en een kleine commissie die ontdekt hebben dat je via een administratieve truc een lactaatbepaling voor "niets" lijkt te krijgen, grappig.

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker, Sint Maarten

    Van dit artikel word ik vrolijk. Als ziekenhuisapotheker heb ik altijd veel contact gehad met de internisten over introductie van nieuwe geneesmiddelen. Dat deden we "gecontroleerd". We stelden samen vast, wie wanneer, hoeveel van het nieuwe middel g...ing voorschrijven en bepaalden de uitkomsten. Bij positieve bevinding breiden we het gebruik uit. Dat was goed ("leuk") om te doen. En: we werden niet daar toe "gedwongen". Die dwang ligt namelijk altijd in ons vak van buiten op de loer. Er wordt tevoren al bepaald dat er op doelmatig voorschrijven bezuinigd kan en dus moet worden !. Men spreekt dan denigrerend van gedrag. Voorschrijfgedrag heet dat dan. Dit artikel toont aan dat de insteek heel rationeel kan zijn, en een lerend karakter heeft, zonder dwang en drang. Ik zeg vaak: laat de zorg nou eens met rust. Zij vindt de juiste wegen zelf wel. Door dwang worden de wegen niet ingeslagen.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.