Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: Preventie niet misbruiken voor binden patiënt aan verzekeraar

Plaats een reactie

Met de Zorgverzekeringswet voert de overheid marktwerking in voor de curatieve gezondheidszorg. Deze marktwerking staat of valt met de mogelijkheid voor verzekerden om jaarlijks van zorgverzekeraar te wisselen. Dit jaarlijks wisselen vormt een groot probleem voor zorgverzekeraars bij de financiering van preventie. Verzekeraars die investeren in preventie verdienen deze kosten pas na enkele jaren terug, doordat hun verzekerden relatief gezonder worden en daardoor minder zorgkosten declareren. Verzekeraars moeten de kosten van preventie dus voorschieten en doorberekenen in hun premie, die hierdoor hoger wordt dan de premie van de concurrent, die niet in preventie investeert. Echter, zodra de patiënt door preventieactiviteiten gezond(er) is, stapt deze over naar een zorgverzekeraar met een lage premie, die niet in preventie investeert. Vervolgens incasseert deze laatste verzekeraar de reductie in zorgkosten van de betreffende patiënt.



Doodsteek voor marktwerking


De enige oplossing voor het hierboven geschetste probleem die ik tot dusver van zorgverzekeraars heb gehoord, is om patiënten ervoor te laten tekenen, dat als de verzekeraar via het financieren van preventieactiviteiten in hun gezondheid investeert, zij bijvoorbeeld drie of vijf jaar niet naar een andere zorgverzekeraar kunnen overstappen. Een dergelijke constructie is echter de doodsteek voor de concurrentie tussen zorgverzekeraars en daarmee voor de marktwerking van de Zorgverzekeringswet. De mogelijkheid van verzekerden om te wisselen van zorgverzekeraar zal sterk teruglopen en verzekeraars kunnen weer ‘achterover leunen’, want hun verzekerden kunnen niet meer overstappen. Dit effect wordt versterkt door het grote aantal collectieve zorgverzekeringen dat is afgesloten, want patiënten die binnen een collectiviteit preventieactiviteiten ontvangen, zullen druk uitoefenen op andere verzekerden binnen dezelfde collectiviteit om niet ten koste van hen van verzekeraar te veranderen.



Nationaal preventiebudget


Uitgangspunt moet zijn: de uitvoering van preventieactiviteiten door zorgverzekeraars mag niet leiden tot een inperking van de (praktische) mogelijkheden van verzekerden om jaarlijks van verzekeraar te wisselen. Dit kan door een ‘gelijk speelveld’ voor preventieactiviteiten tussen zorgverzekeraars te organiseren, waarbij het hierboven beschreven free-rider-gedrag van concurrerende zorgverzekeraars is uitgesloten. Op basis van de gezondheidstoestand van de ‘verzekerdenportefeuille’, moet de rijksoverheid een budget beschikbaar stellen voor preventieactiviteiten. Geld dat niet in preventie wordt geïnvesteerd, moet aan de rijksoverheid worden teruggegeven.



De omvang van dit nationale preventiebudget moet de rijksoverheid op basis van objectieve criteria vaststellen. Zorgverzekeraars kunnen een rol spelen bij het


vaststellen van de meest doelmatige besteding van deze preventiegelden op basis van de (on)gezondheidskenmerken van hun verzekerdenportefeuille. Een belangrijk deel van deze gelden moet echter programmatisch worden ingezet, omdat zorgverzekeraars de neiging zullen hebben om vooral voor de quick wins te gaan.



Geen premiekorting voor gezond gedrag


Premiekorting of premieverhoging op basis van (on)gezond gedrag lijkt op het eerste oog geen geschikt instrument om verzekerden tot gezond gedrag aan te zetten. Dergelijke premieverschillen gaan te veel ten koste van de transparantie van de zorgverzekeringsmarkt. Bovendien is het risico te groot dat een dergelijke regeling in individuele gevallen onrechtvaardig en/of contraproductief uitpakt. Armere mensen leven ongezonder en zouden juist meer van preventieactiviteiten moeten kunnen profiteren.



Wat wel kan, is mensen financiële kortingen (van 1 tot 100%) aanbieden voor (aantoonbaar) gezond gedrag, zoals korting op de aanschaf van gezonde levensmiddelen (Becel-boter, VGZ), op lidmaatschap van een fitnesscentrum of sportvereniging, op het volgen van een trainingsprogramma, of op een bezoek aan een diëtiste. Vooral voor de collectieve (aanvullende) (werknemers)verzekeringen liggen hier grote mogelijkheden.



Michiel Wesseling, beleidsmedewerker


Correspondentieadres:

m.wesseling@fed.knmg.nl


Federatienieuws KNMG zorgverzekeraars marktwerking in de zorg leefstijl & gezondheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.