Laatste nieuws
Federatienieuws

Voorzitter Orde: De grenzen van de groei

Plaats een reactie

Is meer altijd beter? Deze vraag kwam bij me op naar aanleiding van een discussie die is ontstaan over de uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen en de commentaren daarop in diverse media. In een tijd waarin meer, nog meer en meest door een groot aantal medeburgers zo ongeveer tot ideaal is verheven, past naar mijn mening toch wel enige nuancering.



De voorstanders van de ongebreidelde marktwerking zullen stellen dat bij een aanbod dat in de buurt van een overschot komt, de kneuzen onder de aanbieders vanzelf buiten de boot zullen vallen. Dit is ongetwijfeld waar, maar het opleiden van dokters is wel even iets anders dan het verhogen van de snelheid van een productielijn voor televisies of, om maar even bij het onderwijs te blijven, het vergroten van de lerarenaantallen.



Ik heb het dan over de kosten. Voordat iemand zijn basisartsdiploma haalt, heeft de maatschappij al zo’n 150.000 euro opleidingskosten geïnvesteerd en bij een verdere specialisatie loopt dit bedrag nog eens fors op met circa 130.000 euro per jaar. Bij een dergelijke investering mag je toch wel minimaal verwachten dat de opgeleide artsen een gelijkwaardig niveau hebben en dat er geen kneuzen tussen zitten.



Heel simpel: wie voor een Rolls Royce betaalt, zal geen genoegen nemen met het kwaliteitsniveau van een tweedehands Lada. En terecht. Dus bij alle discussies over de noodzaak van meer opleidingsplaatsen voor dokters dient de vraag voorop te staan hoe je deze moet realiseren om ervoor te zorgen dat het - wereldwijd gezien - hoge opleidingsniveau in ons land gehandhaafd blijft.



In vergelijking met de ons omringende landen heeft Nederland per 100.000 inwoners weinig huisartsen en medisch specialisten. In de discussie wordt erop gewezen dat door de relatieve onderbezetting huisartsen en specialisten verzekerd zijn van een hoog inkomen ten opzichte van hun collega’s in het buitenland. Nu zijn dergelijke inkomenskwesties vaak afhankelijk van met wie je vergelijkt. Als ik binnen eigen land blijf en de revenuen van de gemiddelde huisarts zet naast wat een jurist of accountant na vijf of zes jaar opleiding verdient, dan vind ik dat het nog wel meevalt.



Maar eigenlijk is die hele centenkwestie van futiel belang. Zijn er meer huisartsen en medisch specialisten nodig? Ik denk van wel. Ook het laatste advies van het Capaciteitsorgaan is hierover duidelijk. Maar voor medisch specialisten zie ik als voornaamste probleem dat tijdens hun specialisatie, het aantal beschikbare opleidingsplaatsen in de ziekenhuizen een bottleneck blijft. Uitbreiding van het aantal aiosplaatsen kan echter niet zonder een groei van het aantal opleiders.



En dit wordt dus een beetje een kip-of-eikwestie. Want hier geldt heel duidelijk dat een gezel die zelf een meester in zijn vak wil worden, een heel erg goede meester moet hebben en dat deze meester over voldoende tijd moet beschikken voor een gedegen begeleiding. Dat is immers de kracht van het huidige systeem dat topopleidingen garandeert. En we zullen dus vooral moeten oppassen dat we met het badwater geen prachtig kind weggooien.



Mijn diagnose is duidelijk: een verdere groei kan, mag en moet, maar dan wel met enige beperkingen om te garanderen dat de mensen die we opleiden, ook werkelijk meesters in hun vak blijven. En daarin voel ik me gesteund door de absolute grootmeester van de Duitse literatuur, Goethe, die twee eeuwen geleden al in een sonnet schreef: ‘In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister’.



Willem van der Ham, voorzitter Orde


Federatienieuws marktwerking in de zorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.