NMa aan zet bij toelatingsovereenkomst
Plaats een reactieOp 8 augustus heeft het Scheidsgerecht Gezondheidszorg in een bindende uitspraak bepaald dat specialisten niet zonder toestemming van het ziekenhuis een eigen kliniek mogen beginnen. Door menigeen wordt betoogd dat deze non-concurrentiebepaling marktwerking in de gezondheidszorg in de weg zit.
Enerzijds wordt meer marktwerking in de curatieve zorg - lees het opzetten van ZBCs - sterk gepropageerd, anderzijds mogen vrijgevestigde specialisten niet zonder toestemming de concurrentie aangaan met het ziekenhuis waarin zij tevens werkzaam zijn of waren.
Een onderbuikgevoel zegt dat dit niet vreemd is: je behoort niet te concurreren met je (voormalige) broodheer. Toch kan dit mededingingsrechtelijk anders liggen en is een dergelijk beding tussen specialist en ziekenhuis mogelijk in strijd met het kartelverbod. Dat bepaalt immers dat concurrentie tussen ondernemingen niet mag worden verhinderd, beperkt of vervalst. En zowel vrijgevestigde specialisten als het ziekenhuis worden in het mededingingsrecht gekwalificeerd als ondernemingen.
In 2004 heeft een medische specialist bij de NMa een klacht ingediend over de non-concurrentiebepaling in de toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis. Omdat de NMa hem toezegde de zaak nader te onderzoeken, heeft de klager zijn klacht ingetrokken (zie zaak SHO, 2961-90, 17 mei 2006,
). Het onderzoek heeft de NMa echter nimmer afgerond, althans (enige) resultaten daarvan openbaar gemaakt.
Bij nader inzien heeft het intrekken van de klacht de rechtsvorming op dit heikele punt dan ook niet erg geholpen. Welke specialist durft opnieuw bij de NMa te klagen?
Den Haag, augustus 2008
mr. dr. J.J.M. Sluijs, GMW Advocaten
- Er zijn nog geen reacties