Laatste nieuws
3 minuten leestijd
Praktijkperikel

Tussenpersoon

Plaats een reactie

De 64-jarige meneer Jansen heeft klachten die erg verdacht zijn voor een hernia nuclei pulposi. Ik verwijs hem naar de neuroloog, die een MRI aanvraagt. Helaas is er voor de MRI een wachttijd van bijna zes weken, maar daar zijn we inmiddels wel aan gewend. Tegen het eind van de wachttijd krijgt meneer Jansen last van uitvals-verschijnselen en kan hij niet meer lopen. Dus moet er vervoer per ambulance worden geregeld. Zijn vrouw probeert dat zelf te doen, maar krijgt te horen dat een ambulance alleen door de huisarts kan worden aangevraagd. Dus krijg ik een telefoontje met dit verzoek en ik regel tijdig (ruim 36 uur tevoren) vervoer, met de uitdrukkelijke opmerking dat de patiënt op maandagochtend om half negen in het ziekenhuis moet zijn.



’s Maandagsochtends om tien over acht word ik tijdens het spreekuur gebeld door mevrouw Jansen. De ambulance is er nog niet en zij vraagt mij dringend om na te gaan waar die blijft. Zij mag dit immers niet zelf doen? Dus bel ik op naar de ambulancedienst: blijkt de auto nog niet eens onderweg te zijn! Inmiddels heeft meneer aan het ziekenhuis laten weten dat hij niet op tijd kan zijn voor de MRI. Hij krijgt te horen dat als hij niet op tijd aanwezig is, het onderzoek niet doorgaat en dat hij minimaal weer vier weken moeten wachten voor een nieuwe afspraak. De paniek slaat toe: mijnheer en mevrouw Jansen bellen tegelijk via verschillende lijnen naar de praktijk. Zij zijn helemaal over hun toeren. Uiteindelijk arriveert de ambulance om vijf voor half negen bij de patiënt, die inderdaad te laat in het ziekenhuis aankomt. Gelukkig wordt de MRI toch gemaakt.


                                                                                                                                                                                                                                                                         Beeld: Amy de Voogd, Photos.com


Vervolgens moet meneer Jansen op het spreekuur van de neurochirurg verschijnen. Ook nu is vervoer per ambulance weer noodzakelijk. Dus krijg ik opnieuw een telefoontje met het verzoek een rit aan te vragen. Hoewel ik dit weer ruim op tijd doe, is een halfuur voor de afspraak bij de neurochirurg de ambulance nog niet bij de patiënt gearriveerd. Weer een dringend telefoontje naar de praktijk, onderbreking van het spreekuur en informeren naar het uitblijven van de ambulance. Als de ambulance uiteindelijk te laat bij de patiënt verschijnt, zegt de chauffeur nota bene dat hij gewoon aan de koffie zat en te laat op pad is gestuurd.



Ik vraag me af welke rol de huisarts bij dit alles speelt en of dit terecht is. Is mij ooit gevraagd om ambulances te bestellen? Kan ik dat dan beter dan een patiënt of iemand anders? Waarom moet ik opkomen voor het niet tijdig uitvoeren van opdrachten van de ambulancedienst? Mag ik boze telefoontjes opvangen van ontevreden klanten over anderen? Alsof ik niets beters te doen heb dan tussenpersoon te zijn.


Ik krijg de neiging de volgende keer het huisartsennummer van de ambulancedienst ter beschikking stellen van de patiënt, zodat die zelf kan reclameren.



Bovendien begrijp ik niet waarom dit speciale ‘intercollegiale’ nummer 10 eurocent per minuut moet kosten (0900-nummer). Er zijn landen waar je als verwijzend huisarts een vergoeding krijgt voor het aandragen van een klant. Als ik als huisarts een telefoonnummer neem waarvoor de beller moet betalen, krijg ik van de inspectie te horen dat het niet gewenst is financiële drempels in de hulpvraag van een patiënt in te bouwen. Voor een collega-hulpverlener mag dat blijkbaar wél. Bovendien vraag ik me af of de minister van VWS, voorheen van Financiën, van mening is dat ik voor al deze telefoontjes een telefonisch consult in rekening moet brengen aan deze (particuliere) patiënt.



Verder kun je zeggen dat de patiënt en zijn echtgenote, de huisarts, de afdeling Radiologie en de specialist last hebben van het niet goed functioneren van een schakel in de keten. Je zou dit natuurlijk een bijzondere vorm van ketenzorg kunnen noemen: de patiënt betaalt de huisarts, de huisarts betaalt de telefoonkosten voor de ambulancedienst, de ambulance levert de patiënt af bij de specialist, waarvoor de patiënt een nota krijgt en ten slotte stuurt ook de specialist nog een rekening naar de patiënt.


De uiteindelijke winnaar: KPN.

Praktijkperikel ambulancediensten ambulance
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.