Een andere dokter
Plaats een reactieEen man van ongeveer 50 jaar bezocht mijn spreekuur wegens klachten aan zijn rechterbeen. De huisarts dacht aan claudicatio intermittens op grond van vaatlijden en de anamnese wees ook in die richting. Bij lichamelijk onderzoek rees er verdenking op een stenose of afsluiting in het iliacale traject rechts.
Uiteraard werden ook eventuele oorzaken van dit lijden geïnventariseerd en zo kwam het nicotinegebruik ter sprake: een pakje per dag en dat al vele jaren. Ik adviseerde hem dringend met roken te stoppen. Hij gaf echter expliciet aan, dat niet van plan te zijn.
Na aanvullend vasculair onderzoek, waarbij de waarschijnlijkheidsdiagnose werd bevestigd, kwam hij opnieuw bij me voor uitslagen en behandelmogelijkheden. Ik stelde opnieuw dat hij zou moeten stoppen met roken. Zowel arts als patiënt dienen immers naar vermogen mee te werken aan het slagen van een therapie.
De volgende discussie ontspon zich:
Patiënt: ‘Ik heb u toch gezegd dat ik niet zal stoppen met roken.’
‘Er zijn landen waar u dan niet in behandeling zou worden genomen.’
‘Dat weet ik, maar in Nederland wel.’
‘Maar u zult begrijpen dat ik dan niet erg gemotiveerd meer ben om u in behandeling te nemen.’
‘Ja, dat gevoel had ik de vorige keer ook al. Dan ga ik maar naar een andere vaatchirurg.’
‘Dat lijkt mij inderdaad het beste, goedemiddag.’
‘Goedemiddag dokter.’
Bert Heikens, chirurg Assen
Terug naar de lezersbijdragen
- Er zijn nog geen reacties