Laatste nieuws
Uitspraak tuchtcollege

MC 27 - Verkeerde plaatsing? Niet dralen.

Plaats een reactie

Stel, u plaatst een prothese, stent, spiraaltje, pessarium, pacemaker, noem maar op. Een duveltje in uw achterhoofd roept u op het moment van plaatsen al toe ‘Aj, dat ding zit eigenlijk helemaal niet zo goed als ik zou willen.’ Wat doet u? Hoopt u dat het wel meevalt? Wacht u de volgende controle af of draalt u niet en besluit u het misplaatste voorwerp terstond te verwijderen?



De jurisprudentie uit onderstaande tuchtzaak volgend, raden wij u aan dat ‘duveltje’ niet te veronachtzamen. Een verkeerde plaatsing (in dit geval een brug met kronen door een tandarts) betekent actie en niet wachten totdat de patiënte met klachten op controle komt. In dit geval kwam ze - het vertrouwen verloren hebbend - helemaal niet meer terug.



Het regionaal tuchtcollege wees de klacht af, omdat de tandarts niet de kans had gekregen zijn fout te herstellen. Het hoogste tuchtcollege dacht daar heel anders over en berispte de tandarts omdat hij meteen al wist dat de brug niet paste en hij zijn patiënte daarover ook niet had ingelicht noch adequaat actie ondernam, maar ook omdat hij bleef volhouden dat hij niets verkeerds had gedaan.


De schadevergoedingen waartoe artsen sinds 2005 zijn veroordeeld voor het verkeerd dan wel niet inbrengen van Implanon, brengen wij ook nog maar even in herinnering - mocht u nog aarzelen.



B.V.M. Crul, arts


mr. W.P. Rijksen



Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg d.d. 15 april 2008



Beslissing in de zaak onder nummer 2007/238 van A, wonende te B (C), voorheen te D, appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen E, tandarts, werkzaam te D, verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. J.C.C. Leemans, als jurist verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam.



1. Verloop van de procedure


A, hierna te noemen klaagster, heeft op 11 april 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag tegen tandarts E, hierna te noemen de tandarts, een klacht ingediend. Bij beslissing van 29 mei 2007, onder nummer 2006 T 59 heeft dat college de klacht afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De tandarts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. Klaagster heeft een door F (een C-se tandarts en specialist in de orthodontie) opgesteld deskundigenrapport overgelegd. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 4 maart 2008, waar zijn verschenen klaagster, vergezeld van haar echtgenoot, en de tandarts, bijgestaan door mr. Leemans voornoemd. De zaak is over en weer bepleit. Klaagster heeft dat gedaan aan de hand van een pleitnota die zij aan het Centraal Tuchtcollege heeft overgelegd.



2. Beslissing in eerste aanleg


2.1 De in eerste aanleg ingediende klacht en het daartegen gevoerde verweer houden het volgende in.



‘2. De klacht


2.1 Klaagster heeft op tandheelkundig gebied een lange voorgeschiedenis. In 2004 heeft een bottransplantatie door kaakchirurg G plaatsgevonden, waarna deze begin 2005 twee implantaten heeft geplaatst. De klacht van klaagster betreft de behandeling daarna door de tandarts, en wel in mei-juni 2005 bij het aanmeten, plaatsen en afwerken van een brug met kronen. Voorts klaagt klaagster over de bejegening door de tandarts.



Vanaf de plaatsing van de brug met kronen heeft klaagster naar haar zeggen voortdurend last bij eten en praten. Klaagster hoopte dat het zou wennen, maar de twijfels werden steeds groter. In dit verband wijst klaagster erop dat al tijdens het plaatsen van de brug de tandarts in aanwezigheid van klaagster uitgebreid heeft gebeld met het tandtechnisch laboratorium en daarbij zijn twijfels uitte. Klaagster is na plaatsing niet terug geweest bij de tandarts, hoewel de tandarts over een nacontrole heeft gesproken. Klaagster heeft gewacht op de nacontrole op 5 oktober 2005 bij de kaakchirurg.



Begin juli 2005 is klaagster wegens acute darmproblemen in een ziekenhuis in H opgenomen, terwijl klaagster inmiddels van D is verhuisd naar C. Bij de nacontrole op 5 oktober 2005 is klaagster gezien door  de assistente van de kaakchirurg, I, die de werkzaamheden van de tandarts afkeurde. Ook tandarts J in C, die inmiddels door klaagster is geraadpleegd, keurde het werk van de tandarts af.



Op 8 september 2005 heeft klaagster een rappel ontvangen voor de rekening (van 13 juni 2005) van de tandarts. Hierop heeft klaagster bij brief van 23 september 2005 geantwoord, kort gezegd inhoudende dat zij (evenals een andere geraadpleegde tandarts) niet tevreden was met het resultaat en dat zij daarom de rekening niet had betaald; dat zij op 5 oktober 2005 een afspraak had met een andere deskundige en daarna opnieuw contact zou opnemen. De reactie van de tandarts hierop bij brief van 3 oktober 2005 vertoont geen woord van excuus of medeleven, maar bevat alleen dreigementen over de onbetaalde rekening, zodat klaagster inmiddels helemaal geen vertrouwen meer heeft in de tandarts. Deze bejegening is onbehoorlijk. Uit de ter zitting door klaagster overgelegde voorlopige rapportage van tandarts K, blijkt eveneens dat de brug niet goed op zijn plaats zit.



3. Het standpunt van de tandarts


De tandarts had bij plaatsing van de kronen geen twijfels. Hij heeft klaagster, zoals te doen gebruikelijk, verzocht om na de plaatsing van de uit drie kronen bestaande brug een afspraak voor een controle nadien te maken. Dit heeft klaagster niet gedaan, terwijl het ook de assistente van de tandarts niet is gelukt om klaagster te bereiken. De tandarts had de kronen met een dusdanig hechtmiddel geplaatst, dat deze bij gebleken noodzaak weer eenvoudig te verwijderen zouden zijn geweest. Hierna was desgewenst aanpassing mogelijk geweest. De tandarts is hiertoe nog steeds bereid, maar klaagster heeft niets meer van zich laten horen en is onbereikbaar gebleken voor de tandarts.



Pas na herhaalde aanmaning volgde bij brief van 23 september 2005 een reactie van klaagster, die bovendien inmiddels verhuisd bleek te zijn naar C. De tandarts is dus niet in de gelegenheid geweest zijn werkstuk te controleren en eventuele noodzakelijke aanpassingen te verrichten. De deskundigheid van mevrouw I wordt betwist, terwijl de standpunten van de door klaagster geraadpleegde deskundigen voor de tandarts niet zijn te controleren. Het gaat niet aan dat klaagster zonder iets te laten horen nalaat de rekening te betalen, temeer nu de tandarts reeds € 1.800,00 aan de tandtechnicus heeft betaald en de tandarts nog steeds tot controle en herstel bereid is. Klaagster weigert echter gehoor te geven aan het verzoek van de tandarts om voor controle langs te komen.’



2.2 Het regionaal tuchtcollege heeft aan zijn voormelde beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.



‘4. De beoordeling


Vaststaat dat klaagster niet voor controle is terug geweest bij de tandarts, hoewel deze hierom had gevraagd. Onder deze omstandigheden ontvalt reeds hierom de grondslag aan de klacht jegens de tandarts. Deze heeft immers niet de gelegenheid gehad om zijn werkstuk alsnog te beoordelen en zonodig te herstellen/opnieuw te maken. De enkele omstandigheid dat de kronen mogelijk niet goed waren (geplaatst) is nog niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, temeer niet nu de tandarts zelf een controle had voorgesteld maar klaagster hieraan geen gevolg heeft gegeven. De aanvankelijke redenen hiervoor (spoedopname, plotselinge verhuizing, klaagsters wens om eerst naar de kaakchirurg te gaan) liggen alle in de risicosfeer van klaagster en zijn de tandarts niet tegen te werpen. Het vertrouwen in de tandarts heeft klaagster naar haar zeggen pas verloren bij de brief van de tandarts van 3 oktober 2005. Dit was dus geen reden om niet eerder naar de tandarts terug te gaan.



Ook was klaagster onder deze omstandigheden naar beginselen van het Nederlandse civiele recht - dit is in casu van toepassing als plaats waar de prestatie is verricht - niet gerechtigd zomaar betaling achterwege te laten (de tandarts was niet in verzuim in de zin van artikel 6:74 BW), zodat de inderdaad wat heftige reactie van de tandarts in zijn brief van 3 oktober 2005 enigszins begrijpelijk is en in ieder geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het college merkt in dit verband nog op dat de tandarts bovendien ook in deze brief (en ook thans nog) heeft aangeboden om klaagster langs te laten komen en eventuele problemen op te lossen. De klachten zullen dan ook worden afgewezen.”



3. Vaststaande feiten en omstandigheden


Nu daartegen geen grieven zijn geuit, gaat het Centraal Tuchtcollege voor de beoordeling van het beroep uit van de feiten en de omstandigheden zoals deze zijn vastgesteld door het regionaal tuchtcollege en hierboven onder 2.1 staan weergegeven.



4. Beoordeling van het hoger beroep



Procedure



4.1 Met haar beroep beoogt klaagster de zaak in volle omvang aan het Centraal Tuchtcollege ter beoordeling voor te leggen. Hetgeen zij daartoe heeft aangevoerd, komt in essentie neer op een herhaling van de stellingen die zij reeds in eerste aanleg heeft geuit, echter met dien verstande dat de kern van het eerste klachtonderdeel zich in hoger beroep toespitst niet op de onjuiste plaatsing van de brug, maar op de slechte pasvorm van de brug zelf.



4.2 De tandarts heeft in hoger beroep gemotiveerd verweer gevoerd.



Beoordeling.


4.3 Anders dan het regionaal tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de grondslag aan de klacht jegens de tandarts niet reeds ontvalt door het gegeven dat klaagster niet voor controle is teruggeweest bij de tandarts. Het Centraal Tuchtcollege acht de kwaliteit van de door de tandarts geplaatste brug ook van belang. Na bestudering van de OPG (röntgenfoto), gedateerd 5 oktober 2005, moet reeds worden geoordeeld dat de tandarts op 7 juni 2005 een niet goed passende, uit drie kronen bestaande brug bij klaagster heeft geplaatst. Dat de tandarts ervan op de hoogte was dat de brug niet goed paste, blijkt uit zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep dat de brug ‘veerde’, nog ‘ingekauwd’ moest worden en hij er eigenlijk niet ‘happy’ mee was.



Voorts heeft de tandarts ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij tijdens het plaatsen van de brug nog uitvoerig telefonisch overleg met de tandtechnicus heeft gevoerd en in overleg met de tandtechnicus de brug met noodcement heeft vastgezet omdat er nog spanning op stond. Dit alles duidt erop dat de brug niet paste en dat de tandarts daarvan bij het plaatsen van de brug op de hoogte was. Voorts heeft de tandarts, bij het maken van de controleafspraak, verzuimd klaagster te informeren over het feit dat de brug mogelijk dan wel waarschijnlijk, niet goed passend was. Dat de tandarts willens en wetens een niet goed passende brug heeft geplaatst en klaagster daarover direct noch indirect heeft geïnformeerd, is tuchtrechtelijk verwijtbaar.



Daargelaten nog dat de tandarts, volgens zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep, tot plaatsing van de brug is overgegaan terwijl hij het slecht passen van de brug visueel niet goed kon beoordelen vanwege bloed en ‘andere viezigheid’ in de mond van klaagster, waarvan de oorzaak op zich zou hebben moeten worden nagegaan, terwijl ook deze omstandigheden hem ertoe hadden moeten doen besluiten deze brug niet te plaatsen. Bovendien kan de tandarts er een verwijt van worden gemaakt dat hij, zoals bij enige twijfel over de pasvorm van een dergelijke suprastructuur op implantaten wenselijk en gebruikelijk is, geen röntgenfoto’s heeft gemaakt, naar eigen zeggen wegens tijdsdruk. Hij had dan immers in één oogopslag kunnen zien dat de brug niet paste dan wel niet goed was geplaatst.


Het eerste klachtonderdeel slaagt derhalve.



4.4 Ten aanzien van het tweede klachtonderdeel met betrekking tot de bejegening van klaagster door de tandarts, heeft het volgende te gelden. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de ongelukkige toonzetting van de tandarts in zijn brief van 3 oktober 2005 weliswaar getuigt van onvoldoende professionele distantie, maar dat dit gelet op de omstandigheden van het geval (waarin de tandarts geen betaling van klaagster ontving maar wel al substantiële kosten had gemaakt voor de tandtechnicus) toch niet zodanig is dat dit een zelfstandig tuchtrechtelijk verwijt kan dragen. Dit klacht­onderdeel wordt derhalve ongegrond verklaard.



4.5 Het voorgaande brengt mee dat het eerste klachtonderdeel gegrond is en een maatregel moet worden opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege acht gelet op de ernst van het handelen van de tandarts, alsmede de omstandigheid dat de tandarts ter terechtzitting weinig blijk heeft gegeven van inzicht in zijn handelen, een berisping onvermijdelijk.



Ten slotte bepaalt het Centraal Tuchtcollege dat deze beslissing om redenen aan het algemeen belang ontleend, op de voet van artikel 71 van de Wet BIG, zal worden gepubliceerd.



5. Beslissing


Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:



- vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover het eerste klachtonderdeel betreffende het plaatsen en afwerken van een brug met kronen ongegrond werd verklaard;



en in zoverre opnieuw rechtdoende:



- verklaart dit klachtonderdeel op de gronden zoals omschreven in rechtsoverweging 4.3 alsnog gegrond;


- legt aan de tandarts deswege de maatregel van berisping op;


- bekrachtigt de beslissing waarvan beroep voor het overige.



Bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie, Medisch Contact, het Nederlands Tandartsenblad en het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde met het verzoek tot plaatsing.



Deze beslissing is gegeven in raad­kamer door mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter; mr. L.F. Gerretsen-Visser en prof. mr. J.K.M. Gevers, leden-juristen en drs. P. Hanedoes en dr. J.M. Onland, leden-beroepsgenoten en mr. H.J. Lutgert, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 15 april 2008, door mr. R.A. Torrenga, in tegenwoordigheid van de secretaris.



PDF van dit artikel

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.