Ziekenhuizen hebben eigen vermogen nodig

Onvoldoende aandacht voor de financiële stabiliteit van ziekenhuizen kan de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg in gevaar brengen. Dat schrijft het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) in zijn jaarverslag. Zonder voldoende reserves dreigt bij toenemende marktwerking voor verschillende instellingen het faillissement.

Uit de gegevens van het WfZ blijkt dat het eigen vermogen van ziekenhuizen blijft dalen. In 2001 werd er een afname geconstateerd van 1,3 procent. In 2002 was het 0,4 procent. Dat is weliswaar geen spectaculaire daling, maar toch zorgelijk aldus het fonds. Bij toenemende marktwerking en toenemend risico zou het eigen vermogen juist moeten groeien. Uit het jaarverslag blijkt ook dat zestien ziekenhuizen die deelnemen aan het WfZ in de gevarenzone verkeren. Deze instellingen staan onder ‘verhoogde aandacht’. Dat wil zeggen dat het WfZ per kwartaal of zelfs per maand de exploitatieresultaten controleert. Een klein aantal instellingen krijgt mogelijk geen waarborg voor nieuwe leningen.

De cijfers van het WfZ tonen overeenkomst met die van PricewaterhouseCoopers (PwC). Dat zet jaarlijks de honderd zorginstellingen met de grootste omzet op een rijtje. In dat rijtje bevinden zich bijna alle ziekenhuizen. In 2002 nam de gemiddelde omzet van de ziekenhuizen in de top-100 met iets meer dan 10 procent toe. De groei van het eigen vermogen bleef daar met 7 procent ruim bij achter. Drie zorginstellingen zagen hun reserves slinken.

PwC zette ook de drie rijkste ziekenhuizen op een rijtje. Op nummer één staat het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis met een eigen vermogen van 27,9 miljoen euro (26,1 procent van de omzet). Tweede en derde zijn het Laurentiusziekenhuis in Roermond en het Westfries Gasthuis in Hoorn met respectievelijk een eigen vermogen van 24,1 procent en 17,3 procent van de omzet. << RC