Onbekend maakt onbemind
Plaats een reactieDe Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG) deelt de zorgen van Plagge en Dutrée (MC 19/2005: 796) over de ontwikkelingen in organisatie en financiering van de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap. De gevolgen van ondeskundigheid en bureaucratie bij indicatiestelling en financiering blijken telkens zeer ingrijpend en schadelijk te zijn voor de zorgverlening. De eerste ervaringen met de herindicatie van cliënten van een aantal intramurale voorzieningen en de verschillende invullingen die de regionale Centra Indicatiestelling Zorg (CIZs) aan het begrip behandeling geven, zijn hiervoor bewijzen uit de dagelijkse praktijk. De NVAVG geeft deze knelpunten systematisch door aan de verantwoordelijke instanties en dringt aan op spoedige oplossing van deze knelpunten.
De definitie van het begrip behandeling wordt meestal veel te smal gehanteerd. Immers, ook de zorg die continu, systematisch, langdurig en multidisciplinair is (CSLM-zorg) valt onder het begrip behandeling. En veel mensen met een verstandelijke handicap zijn door hun complexe medische of andere problematiek aangewezen op specialistische zorg door verschillende disciplines. Bovendien is samenhang tussen de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) nog volstrekt onduidelijk. Verdeling over verschillende uitvoeringsorganen dreigt te leiden tot fragmentering en verschraling.
Inmiddels ontplooit zowel het CIZ als het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) initiatieven om tot een eenduidige invulling van de indicatie behandeling te komen. De NVAVG is hierbij nauw betrokken. Bij een project naar effectieve inzet van AVGs, ondersteund door Zorgverzekeraars Nederland wijst de NVAVG telkens op het belang van multidisciplinair werken.
De doortastendheid en de reparatiebereidheid van de overheid, de regievoerder van de gemoderniseerde AWBZ, zullen zich nog moeten bewijzen. Het grillige beleid van de afgelopen jaren rond indicatiestellingen stelt vooralsnog niet gerust.
Rotterdam, mei 2005
Mw. H. Veeren, AVG, voorzitter NVAVG
- Er zijn nog geen reacties