Laatste nieuws
Han van Oosterbos
6 minuten leestijd
huisartsenzorg

Mislukte marktwerking

Plaats een reactie

Wijkgerichte eerstelijnsgezondheidszorg is taak van gemeenschap

Gemeenten moeten de ruimte krijgen om verschillende voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn onder te brengen in wijkgerichte gemeenschapscentra. Een georganiseerde eerste lijn is daarvoor noodzakelijk.

De afgelopen jaren stond het beleid van de overheid op het terrein van de gezondheidszorg in het teken van marktwerking en deregulering. Voor de eerstelijnszorg is de uitkomst van dit beleid dat de toegankelijkheid van de huisartsenzorg steeds meer in het geding is geraakt. Het aantal moeilijk te vervullen vacatures neemt toe. De vrijheid van vestiging zorgt voor een ongelijke spreiding van hulpverleners over stad en land. Steeds meer huisartsen haken af omdat het vak niet langer aantrekkelijk is. De werkdruk neemt toe als gevolg van de groeiende vraag, complexere problemen, mondiger patiënten en steeds meer administratieve rompslomp. Maximumtarieven zijn een farce. In de eerste lijn wordt overal hetzelfde tarief gehanteerd en niet geconcurreerd op prijs. Waar dit wel dreigde te gebeuren, namelijk bij de huisartsendiensten voor avond-, nacht- en weekendzorg, heeft een deal tussen de landelijke belangenorganisaties van huisartsen (LHV) en van zorgverzekeraars (ZN) ervoor gezorgd dat alle marktwerking in de kiem werd gesmoord. Gevolg: een enorm verschil in kosten - tussen de goedkoopste voorziening en de duurste een factor 2 -  dat wordt gladgestreken in een aangepast tarief per dienstenstructuur. Hoezo efficiency in de zorg?

Nieuwe visie


Veelal met een verwijzing naar de door hun voorgestane marktwerking hebben overheid en zorgverzekeraars jarenlang het totstandkomen van een adequate financiering getraineerd: die zou oneerlijke concurrentie in de hand werken tussen de vrijgevestigde huisarts-ondernemer en de huisartsen in het gezondheidscentrum.


Er lijkt echter behoefte te ontstaan aan een nieuwe visie. Een visie die oplossingen biedt voor het behoud van een goede toegankelijkheid en continuïteit van de huisartsenzorg en de eerstelijnsverloskunde. Een visie die rekening houdt met het feit dat niet alleen de zorgvrager verandert, maar ook de hulpverlener. De hulpverlener is minder bereid om de eigen levenssfeer op te offeren voor patiënten en wil zich toeleggen op zijn kerncompetenties, niet gehinderd door administratief gedoe. De hulpverlener feminiseert in toenemende mate, wil in deeltijd werken en taken delegeren. Solopraktijken worden steeds onaantrekkelijker, samenwerkingsverbanden zijn de nieuwe norm. Het gezondheidscentrum als prototype voor alle mogelijke vormen van samen onder één dak is terug van weggeweest.


In dit kader is het verheugend dat de vorige minister van VWS De Geus in zijn brief aan de Tweede Kamer vaststelt dat samenwerking in de eerste lijn echt werkt. Op talrijke plaatsen in het land, in wijken en op regionaal niveau, zoeken huisartsen en hulpverleners uit verschillende disciplines elkaar op en worden er initiatieven ontplooid om de zorg en de samenwerking te verbeteren. Inmiddels lijkt ook voor de belangrijkste stakeholders - de zorgverzekeraars (Menzis, De Friesland) voorop, VWS aarzelend volgend, de lokale overheid met een tussensprint en de LHV in de achterhoede - het zwaartepunt in de eerste lijn niet meer te liggen bij de solist, maar bij de georganiseerde eerste lijn. Voor het eerst lijkt daarbij ook de marktdoctrine te wankelen. In een verkennende ambtelijke notitie met als titel ‘Bouwstenen Zorg in de Buurt’, die de brief van De Geus vergezelde, wordt voorzichtig de mogelijkheid van aanbodsturing geïntroduceerd.

 

Illustratie: Roland Blokhuizen

Winst


Wat tot nu toe in alle beschouwingen over de georganiseerde eerste lijn wordt gemist, is een uitwerking van de visie in concreet beleid, zowel naar inrichting als naar financiering. Ook de regering-Balkenende komt in de Miljoenennota 2004 niet verder dan de vaststelling dat ‘een sterke en betaalbare eerste lijn noodzakelijk is om de kosten in de tweede lijn te beteugelen, waarbij een gestructureerde samenwerking tussen de zorgaanbieders in de eerste lijn een absolute voorwaarde is’. In de onlangs uitgebrachte themastudie over de huisartsenzorg van de ING wordt eveneens voor de zoveelste keer vastgesteld dat ‘samenwerking’ een sleutelwoord is en dat winst vooral valt te behalen uit een verandering van organisatie. Hoe we deze doelen gaan realiseren, blijft hier grotendeels buiten beeld.


Het in maart verschenen STG-rapport ‘Duizend bloemen in één kleurrijk boeket’ over de weg naar een georganiseerde eerste lijn, biedt hier meer uitkomst. In dit rapport wordt niet alleen een analyse gegeven van de motieven voor samenwerking, ook worden succesvolle samenwerkingsverbanden in de regio beschreven. Bovenal biedt het


rapport echter een keuze, een concrete aanzet voor beleid en een tweetal denkrichtingen voor de herstructurering van de eerste lijn in de toekomst: de eerstelijnszorginstelling en het facilitaire bedrijf. Het betreft hier geen blauwdruk aangezien - afhankelijk van de lokale en regionale situatie - op verschillende wijze invulling gegeven kan worden aan deze concepten. Bij de  eerstelijnszorginstelling ligt het zwaartepunt op de samenhang en samenwerking van het primaire proces, terwijl het facilitaire bedrijf de organisatie van de ondersteunende diensten aan beroepsbeoefenaren in de eerste lijn als uitgangspunt neemt. Een eerstelijnszorginstelling biedt onderdak aan één of meer disciplines, zoals: huisartsgeneeskunde, verpleegkundige zorg, farmaceutische zorg, paramedische zorg, psychosociale zorg, verloskunde, ouder- en kindzorg. De optimale schaalgrootte voor een eerstelijnszorginstelling is een adherentiegebied van 10.000 tot 15.000 patiënten. Een facilitair bedrijf biedt bedrijfsmatige ondersteuning betreffende alle taken die horen bij de werkgeversfunctie, huisvesting, administratie, automatisering en ondersteuning bij de bedrijfsvoering en het opzetten van samenwerkingsverbanden. Voor het facilitair bedrijf moet worden gedacht aan een schaalgrootte van minimaal 50.000 tot 300.000 inwoners. De georganiseerde eerstelijnsgezondheidszorg biedt zodoende: patiënten een herkenbare organisatie op wijk- of dorpsniveau en één loket voor een breed pakket aan generalistische zorg, een aantrekkelijke werkplaats voor hulpverleners met goede facilitaire ondersteuning, een sterke aanspreekbare partij voor zorgverzekeraars en voor de samenwerking met aanpalende voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

Financieringsregeling


Resteert een grote belemmering voor de totstandkoming van samenwerkingsverbanden: het ontbreken van een adequate financieringsstructuur. Lange tijd gold daarvoor het excuus van de verstoring van de marktwerking en de al te grote verscheidenheid van samenwerkingsvormen die een financieringsregeling in de weg zouden staan. De voorstellen van de commissie-Tabaksblat voor de financiering van de huisartsenzorg, doen dit excuus echter teniet. Doordat Tabaksblat onderscheid maakt tussen de bedrijfskosten en het inkomen van de beroepsbeoefenaar, kan het bedrijfskostendeel uitstekend worden aangewend voor de financiering van de eerstelijnszorginstelling en de facilitaire structuur. Het betreft thans alleen nog een kwestie van willen van de overheid.


Dit onderscheid in kosten biedt overigens ook de mogelijkheid voor een verdergaande stap in het kader van community care. Door de dreigende tekorten voelen steeds meer gemeenten zich verantwoordelijk voor het op peil houden van de gezondheidsvoorzieningen voor hun inwoners. Geef hun de ruimte om meer verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het realiseren van de infrastructuur i.c. de huisvesting. Hierbij kan tegelijkertijd een financiële en inhoudelijke meerwaarde worden gerealiseerd door verschillende voorzieningen op het gebied van wonen, zorg en welzijn onder te brengen in multifunctionele accommodaties.

niet verstoppen


In het hart van de wijk staat dan straks een centrum met voorzieningen. Het is geen huisartsencentrum, geen gezondheidscentrum, geen dienstencentrum, geen zorgcentrum en geen buurtcentrum. Er staat een wijkgerichte gemeenschapsvoorziening (community centre) waarin hoogwaardige en adequaat ondersteunde professionals werken die op alle vragen over gezondheid, zorg, welzijn, zingeving en diensten een antwoord geven. Geen schotten, afgestemd met andere voorzieningen in de wijk (onderwijs, wijkagent), duurzaam en klantgericht.


Een georganiseerde eerste lijn is hiertoe een must. De rijksoverheid dient zich daarom niet langer te verstoppen achter het comfortabele begrip ‘marktwerking’, maar eindelijk eens zijn verantwoordelijkheid te nemen. Het instellen van een task force ‘modernisering eerste lijn’ die duidelijkheid schept over de te varen koers (inrichting en financiering) en die met kracht het transformatieproces naar een georganiseerde eerste lijn kan ondersteunen, zou daartoe een eerste stap kunnen zijn.

H. van Oosterbos,
voorzitter directie Zorggroep Almere

Correspondentieadres: hvanoosterbos@zorggroep-almere.nl

SAMENVATTING


l De marktwerking in de eerstelijnsgezondheidszorg is mislukt.


l Op talrijke plaatsen gaan huisartsen en hulpverleners uit verschillende disciplines samenwerken.


l Een adequate finacieringsstructuur ontbreekt. De voorstellen van de commissie-Tabaksblat moeten worden uitgevoerd.


l De gemeenten moeten de ruimte krijgen om meer verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het realiseren van de infrastructuur.


l Er kan dan een wijkgerichte gemeenschapsvoorziening ontstaan waarin hoogwaardige en adequaat ondersteunende professionals werken.


l Een task force ‘modernisering eerste lijn’ die duidelijkheid schept over de te varen koers, is hard nodig.

Links:

MC-artikelen:


Ondernemende huisartsen, sturing geven aan zorgprocessen, 5 september 2003


Marktwerking huisartsenzorg is verspilling van energie, NieuwsReflex 25 april 2003


Flexibele huisartsen, de kans om de eerstelijnszorg anders te organiseren, 14 februari 2003


'Niet wachten tot Den Haag eruit is', Morris Tabaksblat, topondernemer spiegelt en vergelijkt, 15 november 2002


Kabinet: huisarts 'krijgt loon naar werken', bericht website


Een gezonde spil in de zorg, Commissie-Tabaksblat wil huisartsenzorg ingrijpend veranderen, 6 april 2001



Rapporten:


Klik hier voor het rapport over de huisartsenzorg van VWS 'huisartsenzorg roept om zorg'


Klik hier voor het rapport 'Bouwstenen zorg in de buurt, van het ministerie van VWS/Financien

.


De brochure De huisartsenpraktijk, een bijzondere onderneming van Stichting de Vrije Huisarts

zorgverzekeraars marktwerking in de zorg marktwerking
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.