Laatste nieuws
Ben Crul
9 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

Verliefde arts krijgt waarschuwing

6 reacties

De politieagent die wordt veroordeeld voor rijden onder invloed. Of de strenge dominee die zelf een buitenechtelijke relatie blijkt te hebben. Zij zouden toch beter moeten weten, is doorgaans de reactie. Hebben zij geen voorbeeldfunctie? Zo ook een (inmiddels afgetreden) lid-geneeskundige van het hoogste tuchtcollege. Hij zou – alleen al vanwege eigen jurisprudentie – toch moeten weten hoe belangrijk het is om privé en professie uit elkaar te houden?

De kno-arts was na een eenmalig consult ingegaan op de wens van een gehuwde patiënte tot nader contact. Hij sloot de behandelovereenkomst (en de DBC) wel terstond af, maar ongeveer twee weken later belde hij haar toch op. Haar verjaardag sierde hij op met een sms’je. Nummer en geboortedatum had hij overduidelijk uit haar status.

Dat is ongepast en verwijtbaar, zo oordeelt het college. Het wordt de arts aangerekend dat hij op deze wijze voortbouwde op een doktersconsult. Hij had moeten weten (en wist dat natuurlijk ook wel) dat door zijn benadering een (seksuele) verschuiving in de relatie zou kunnen plaatsvinden. Maar geeft de hiervoor uitgedeelde waarschuwing nu echt blijk van een zero-tolerence-beleid?

De kno-arts wordt in ieder geval niet verantwoordelijk gehouden voor de relatie die ontstaat doordat de vrouw vier maanden later zelf weer contact opneemt. Er ontstond uiteindelijk een relatie waar ook ‘seksuele handelingen’ zijn verricht. Of dat ook in het ziekenhuis plaatsvond, zoals haar echtgenoot en klager beweert, onderzoekt het tuchtcollege dan ook niet.

Ook het feit dat de vrouw onder psychiatrische behandeling was, speelt daarbij geen rol. Het tuchtcollege geeft zelf aan dat over het bestaan en de duur van een afkoelingsperiode na het beëindigen van de arts-patiëntrelatie geen eenduidige opinie bestaat.

Het beste advies lijkt toch nog altijd te zijn: nooit aan beginnen en de behandelrelatie zuiver houden. Hoe de hormonen ook gieren.

B.V.M. Crul, arts
mr. D.Y.A. van Meersbergen, jurist KNMG

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage d.d. 21 juli 2009

Beslissing inzake de klacht van A,
wonende te B, klager, tegen C, kno-arts, wonende te D, de persoon over wie geklaagd wordt, hierna te noemen de arts.

1. Het verloop van het geding
Het klaagschrift is ontvangen op 3 maart 2008. De arts heeft op de klacht gereageerd, waarna partijen achtereenvolgens hebben gerepliceerd en gedupliceerd. Daarna heeft klager een proces-verbaal van politie met bijlagen in het geding gebracht. Partijen hebben geen gebruikgemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het college heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 9 juni 2009. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Klager werd bijgestaan door mr. L. van Leeuwen, werkzaam bij de Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering (SRK Rechtsbijstand) te Zoetermeer. De arts werd bijgestaan door mr. A.C. de Die, advocaat te ’s-Gravenhage. De advocaten hebben pleitnotities overgelegd.

2. De feiten
Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan.
Op 8 augustus 2007 is de echtgenote van klager, mevrouw E na verwijzing door de huisarts, eenmalig op consult geweest bij de arts in verband met gehoorproblemen. Dit consult vond plaats in het F in G, waar de arts werkzaam was. In de verwijsbrief van de huisarts was onder andere vermeld dat door E een antidepressivum werd gebruikt.

De conclusie van het door de arts verrichte onderzoek was dat sprake was van reeds genezen lichte oorontsteking en dat verdere behandeling en/of controle niet nodig was. Na afloop van het consult hebben de arts en E kort gesproken over privézaken, zoals haar werk, haar gezin en de vakantie. Bij het einde van het gesprek gaf E aan contact te willen houden.

De arts heeft E gezegd dat na het consult de arts-patiëntrelatie was beëindigd. De arts heeft de diagnosebehandelcombinatie (DBC) van het consult geadministreerd en de DBC gesloten.

Op 9 augustus 2007 is E onder behandeling gekomen van een psychiater van de H te D. Deze stelde vast dat zij leed aan een bipolaire gedragsstoornis.

Omstreeks 25 augustus 2007 heeft de arts E op haar mobiele telefoon gebeld. De telefoon werd opgenomen door klager, waarna de arts de verbinding heeft verbroken. Later heeft E teruggebeld. Toen zij liet weten dat zij op dat moment in het buitenland verbleef, heeft de arts haar gezegd dat hij later nog zou terugbellen. Dit heeft de arts enige weken later ook gedaan.

Op 14 november 2007 stuurde de arts een sms-bericht aan E, waarin hij haar feliciteerde met haar verjaardag. De vrouw heeft klager geïnformeerd over de ontvangen telefoontjes en het sms-bericht. Dit was voor klager aanleiding om op 17 november 2007 een brief aan de arts te sturen van de volgende inhoud:

‘... Sedert mijn vrouw E medio dit jaar een consult bij u had, hebt u in de afgelopen maanden driemaal contact met haar gelegd. Dit betroffen privécontacten zonder enige medische aanleiding, waarbij u gebruikmaakte van haar mobiele nummer. Uit het feit dat u haar op haar verjaardag een sms stuurde, leid ik af dat u daarvoor de gegevens uit haar dossier hebt gebruikt.

Naar mijn oordeel is het initiëren van deze contacten in strijd met uw beroepscode, die stelt dat een arts niet verder doordringt in de privésfeer van een patiënt dan in het kader van de hulpverlening nodig is. Uw handelen belast de arts-patiëntrelaties die wij beiden met u hebben en die ik niet in gevaar wil brengen. Ik verzoek u dan ook met klem om uw privé-initiatieven jegens mijn vrouw te staken.

Mijn vrouw is niet op de hoogte van het feit dat ik u deze brief zend. Ik vind het niet gepast om daar uitleg over te geven. Ook wens ik geen verdere communicatie over deze kwestie die ik hier als afgedaan beschouw….’.

De vrouw was (inderdaad) niet op de hoogte van het versturen van deze brief. Later heeft klager, na overleg met haar psychiater, de vrouw hierover alsnog geïnformeerd.

De arts heeft aanvankelijk geen verder contact meer met E gelegd. Dit veranderde nadat zij medio december 2007 zelf contact zocht met de arts. Vervolgens is er tussen de arts en haar een relatie ontstaan waarbij veelvuldig sms- en telefonisch contact heeft plaatsgevonden. Ook hebben diverse ontmoetingen tussen de arts en haar plaatsgevonden. Tijdens een aantal van deze ontmoetingen zijn seksuele handelingen verricht.

In januari 2008 heeft E de arts ingelicht over het feit dat zij een incestverleden had en leed aan een bipolaire stoornis.

Op 31 januari 2008 heeft de arts een recept voor oordruppels uitgeschreven voor E. Zij was op dat moment onder behandeling bij een collega-arts.

Nadat op 19 februari 2008 klager bekend was geworden van het bestaan van de relatie tussen E en de arts, is de relatie door haar op 22 februari 2008 beëindigd.

3. De klacht
De klacht houdt in dat de arts in strijd met zijn beroepscode de arts-patiëntrelatie heeft gebruikt voor het leggen van privécontacten met E, waardoor een seksuele relatie is ontstaan, waarbij hij – eveneens in strijd met de beroepscode – gebruik heeft gemaakt van zijn behandelkamer in het F. De gebeurtenissen vonden plaats terwijl de arts wist dat E leed aan een bipolaire gedragsstoornis en het slachtoffer is van incest. De arts is als lid-geneeskundige verbonden aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. Gelet op zijn positie en de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden is zijn gedrag extra verwijtbaar.

4. Het standpunt van de arts
De arts heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder verder ingegaan.

5. De beoordeling
5.1. Namens de arts is verzocht het door klager in het geding gebrachte proces-verbaal van politie en de bijlagen bij de beoordeling buiten beschouwing te laten. Dit, overigens door de arts niet toegelichte verzoek, is zoals uit voormelde weergave van de feiten al kon blijken, van de hand gewezen. Aan het college is geen rechtsregel bekend die in de weg staat aan kennisneming in de tuchtzaak van de inhoud van in de strafzaak opgemaakte stukken. Dat het Openbaar Ministerie de zaak tegen de arts wegens onvoldoende bewijs heeft geseponeerd, maakt dit niet anders.

De arts en zijn advocaat hebben van de stukken kennis genomen en de gelegenheid gehad de inhoud daarvan te bestrijden.

5.2 Het college wenst voorop te stellen in beginsel geen oordeel te willen uitspreken over buitenechtelijke (seksuele) gedragingen tussen volwassen personen, waarbij een BIG-ingeschreven beroepsgenoot is betrokken. Dergelijke gedragingen vallen buiten het bereik van het tuchtrecht, tenzij die plaatsvinden binnen de arts-patiëntrelatie of daaruit rechtstreeks en exclusief voortvloeien dan wel daarmee in nauw verband staan.

5.3. In deze zaak wordt als vaststaand aangenomen dat de persoonlijke contacten tussen de arts en E pas werkelijk zijn ontstaan nadat de behandelrelatie bij het einde van het eenmalige consult op 8 augustus 2007 was beëindigd. Het college laat voor dit oordeel buiten beschouwing dat de arts in januari 2008 eenmalig een recept voor E heeft uitgeschreven. Dit is gelet op de voorliggende omstandigheden, namelijk dat E inmiddels onder behandeling was van een andere arts die niet direct
beschikbaar was, van te weinig gewicht om aan te nemen dat de behandelrelatie (met alle consequenties van dien) voor dit kortdurende moment opnieuw was ontstaan.

5.4. Over het bestaan en de duur van een afkoelingsperiode na het beëindigen van een arts-patiëntrelatie bestaat geen eenduidige opinie. In dit geval zal na het eenmalige contact in augustus 2007 dan ook niet worden geoordeeld dat de arts tijdens de duur van een afkoelingsperiode onoorbaar heeft gehandeld.

De arts heeft enkele weken na het consult het initiatief genomen om met E in contact te komen. Hij heeft haar op haar privénummer benaderd en het telefooncontact verbroken toen klager opnam. Enige tijd later heeft hij haar een sms-bericht gestuurd om haar met haar verjaardag te feliciteren. Aannemelijk is dat hij over het 06-nummer heeft kunnen beschikken door het medisch dossier te raadplegen. Vaststaat zeker dat de arts zijn kennis van de verjaardag van E aan het medisch dossier heeft ontleend. Deze manier van doen is ongepast en tuchtrechtelijk verwijtbaar. Door E te benaderen met het uitsluitende doel om privé met haar contact te zoeken, heeft de arts onprofessioneel gehandeld. De arts wist dat wat hij deed niet in de haak was. Hij ontweek het contact immers toen hij per toeval klager aan de lijn kreeg.
Het past een arts niet om in gevallen als deze, voortbouwend op het doktersconsult, professioneel en privé door elkaar te halen. Bovendien is het niet bij één keer gebleven. Hij heeft zijn initiatieven herhaald totdat hij door klager tot de orde werd geroepen. De arts dient zich ervan te onthouden contacten aan te gaan met patiënten, of met hen die dat kort geleden nog waren, terwijl hij weet of behoort te weten dat het kan gebeuren dat door zijn benadering een ongepaste (seksuele) verschuiving in de relatie zal plaatsvinden.

5.5. Het college houdt de arts tuchtrechtelijk niet verantwoordelijk voor de gebeurtenissen die op de brief van klager van 17 november 2007 zijn gevolgd. Doordat E na die datum zelf contact met de arts opnam en door het inmiddels opgetreden tijdsverloop na het consult in augustus 2007 vallen de toen gevolgde contacten, van welke aard die ook geweest mogen zijn, buiten het beoordelingskader van het tuchtrecht. Daarbij kan geen betekenis worden toegekend aan de mogelijk kwetsbare toestand waarin E verkeerde. Klager had in zijn brief van 17 november 2007 van de stoornis bij zijn vrouw niet gerept. Wat men er ook van moge denken dat de arts, die over bedoelde kwetsbare toestand pas na november 2007 kennis zou hebben gekregen, toen het contact met E niet direct alsnog heeft verbroken, voor de tuchtrechtelijke verwijtbaarheid speelt dit geen rol.

5.6. Klager rekent de arts verder aan dat deze het seksueel contact ook in het ziekenhuis waar de arts werkzaam was, heeft laten plaatsvinden. Om de zojuist genoemde reden is deze overigens door de arts bestreden stelling niet relevant. Onderzoek daarnaar zal dus achterwege blijven.

5.7. Ten slotte heeft klager benadrukt dat de arts als lid van het Centraal Tuchtcollege extra verantwoordelijkheden draagt die zijn verwijtbaarheid accentueert. Deze stelling onderschrijft het college. Per saldo zal dit evenwel niet tot een zwaardere maatregel dan overwogen leiden, nu mede in aanmerking wordt genomen dat de arts inmiddels ook de gepaste consequentie heeft getrokken door zich als beroepslid uit het Centraal Tuchtcollege terug te trekken.

Alle omstandigheden van dit geval tegen elkaar afwegende wordt als volgt beslist.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Gravenhage

- legt de arts de maatregel van
waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. C.C. Dedel-van Walbeek, lid jurist, dr. mr. P.H.M.T. Olde Kalter, drs. A.J.M.F. Janssen, dr. J.W. van ’t Wout, leden artsen en bijgestaan door mr. J.P. Hoogland, secretaris en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2009.

PDF van dit artikel
diagnose behandeling combinatie (dbc)
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M.E. van Zanten

    , Almelo

    In het naschrift op de ingezonden brief van collega Schudel, waarin hij stelt dat de redactie van Medisch Contact over de schreef is gegaan met betrekking tot de privacy van de gewaarschuwde collega, verdedigt de redactie zich met de vermelding dat e...en lokaal dagblad als eerste de gegevens van ziekenhuis, specialisme en woonplaats had gepubliceerd.

    Daarmee lag het nieuws al ‘op straat’ en was het volgens de journalistieke wetten verantwoord om er met dezelfde feiten ook over te berichten. De redactie gaat in dezen voorbij aan het feit dat wat lokaal bekend is, landelijk nog zeker niet algemeen bekend hoeft te zijn en hanteert daarnaast kennelijk dezelfde onethische principes als de lokale dagbladpers.

    Het is teleurstellend te merken dat de redactie op hetzelfde (lage) niveau als de lokale dagbladpers wenst te acteren.

    M.E. van Zanten, kno-arts

  • Jan Stevens

    , Amsterdam

    Bij lezing van de uitspraak van het regionale tuchtcollege te Den Haag van 21 juli 2009 rijst bij mij de vraag of de klager in deze zaak een persoonlijk, zelfstandig en rechtstreeks belang heeft bij het indienen van de klacht.

    Omdat daarvan in de b...eslissing geen melding wordt gemaakt, weten we niet of de echtgenote van de klager - een naar wij mogen aannemen wilsbekwame vrouw - als primair rechtstreeks belanghebbende op enige wijze kenbaar heeft gemaakt in te stemmen met het indienen van de tuchtklacht door haar echtgenoot.

    Volgens vaste jurisprudentie zal een klager, die zonder instemming van de wilsbekwame rechtstreeks belanghebbende een klacht indient, niet ontvankelijk worden verklaard tenzij hij aantoont ook persoonlijk een rechtstreeks belang te hebben. Uit de tekst van de beslissing wordt dit niet duidelijk. Ik veronderstel dat het punt van de ontvankelijkheid in de tuchtprocedure niet aan de orde is gekomen omdat dit verweer niet is gevoerd en het college geen aanleiding heeft gezien zich daarover ambtshalve uit te spreken.

    Dat is jammer. Wellicht zal hierover bij een eventuele behandeling in hoger beroep duidelijkheid worden gegeven. Helaas is het niet mogelijk via de site van de tuchtcolleges te weten te komen of een beslissing na afloop van de beroepstermijn onherroepelijk is geworden of dat er hoger beroep is ingesteld; dat merk je soms pas een jaar later als je de casus herkent in een beslissing van het Centraal Tuchtcollege. Afwachten dus.

    mr. L.A.M. van den Berg-Voermans, voorheen jurist bij het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg te Amsterdam, n.p.

  • dr. H.A. Hylkema

    , Zwolle

    Hoewel ik respect heb voor de redactie van Medisch Contact, ben ik van mening dat u met het verhaal van de ‘verliefde kno-arts’ de plank wel totaal misslaat en uzelf blameert en.

    Publicatie van een uitspraak van de tuchtraad heeft als bedoeling de k...waliteit van onze gezondheidszorg te dienen. Uw commentaar heeft de sfeer van een artikel in Nieuwe Revu of Story. Daarnaast is, zonder enige moeite, de identiteit van de betrokkene te achterhalen.

    Terugkomen op de manier van publiceren zal de privacy van de betrokken arts alleen maar meer schaden.

    Door de manier van publiceren heeft u de feitelijke boodschap van de publicatie, namelijk dat deze faux pas voor ieder op de loer ligt en dat dit ook de beste kan overkomen door onnadenkendheid, sterk ontkracht.

    dr. H.A. Hylkema, oogarts

  • Redactie Medisch Contact

    , Utrecht

    Uw reactie is invoelbaar, maar onvermeld is dat onder meer het Leidsch Dagblad als eerste de gegevens van ziekenhuis, specialisme en woonplaats al had gepubliceerd. Daarmee ligt het nieuws ‘op straat’ en is het voor een ander nieuwsmedium als MC volg...ens de wetten van de journalistiek verantwoord om er met dezelfde feiten ook over te berichten.

  • dr. H.A. Hylkema, oogarts

    Hoewel ik respect heb voor de redactie van Medisch Contact, ben ik van mening dat u met het verhaal van de ‘verliefde kno-arts’ de plank wel totaal misslaat en uzelf blameert (MC 33-34/2009: 1370)

    Publicatie van een uitspraak van de tuchtraad heeft ...als bedoeling de kwaliteit van onze gezondheidszorg te dienen. Uw commentaar heeft de sfeer van een artikel in Nieuwe Revu of Story. Daarnaast is, zonder enige moeite, de identiteit van de betrokkene te achterhalen.

    Terugkomen op de manier van publiceren zal de privacy van de betrokken arts alleen maar meer schaden.

    Door de manier van publiceren heeft u de feitelijke boodschap van de publicatie, namelijk dat deze faux pas voor ieder op de loer ligt en dat dit ook de beste kan overkomen door onnadenkendheid, sterk ontkracht.

    Zwolle, augustus 2009
    dr. H.A. Hylkema, oogarts

  • C.F.S. Schudel, gepensioneerd kno-arts

    , Zwolle

    De redactie van Medisch Contact is over de schreef gegaan door in een redactioneel stukje over een niet goed te praten fout van een aangeklaagde collega zowel het ziekenhuis als de woonplaats te melden. Hoezo geanonimiseerd?

    Dit gaat de journalistie...ke grenzen te buiten en kan helaas, zonder nog meer schade aan te richten (het nogmaals oprakelen), niet worden gecorrigeerd. De meerwaarde van de bovengenoemde feiten ontgaat me ten enenmale en ik denk dat schaamte bij de eindverantwoordelijke zou moeten overheersen.

    Niemand is zonder fouten maar dit had nooit zo mogen worden opgeschreven.

    Zwolle, augustus 2009
    C.F.S. Schudel, gepensioneerd kno-arts

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.