Laatste nieuws
E.H.J. Van Wijlick G.A. den Hartog
10 minuten leestijd
euthanasie

Euthanasie bij verlaagd bewustzijn

1 reactie

Belofte maakt niet altijd schuld

Euthanasie uitvoeren bij een comapatiënt mag niet. Zonder bewustzijn is immers geen sprake van (ondraaglijk) lijden. Maar wat te doen bij minder zware gradaties van verlaagd bewustzijn? De KNMG schreef een richtlijn voor deze ingewikkelde beslisfase.

De patiënte was verzwakt en had door reuma en metastasen pijn in haar hele lichaam. Ook was zij benauwd als gevolg van ascites en hartfalen. Vooral haar afhankelijkheid vond de patiënte ondraaglijk. De arts had een onafhankelijk consulent geraadpleegd die de patiënte een dag vóór het overlijden bezocht en concludeerde dat aan alle zorgvuldigheidseisen was voldaan. Op de dag dat de euthanasie was gepland, bleek de patiënte niet wekbaar en reageerde zij niet op prikkels. Zij had een cheyne-stokesademhaling en snelle pols. De arts schatte in dat ze na enkele uren zou overlijden. In tegenstelling tot de weken daarvoor lag de patiënte er rustig bij en waren er geen tekenen van pijn of kortademigheid. Omdat de situatie was veranderd besloot de arts de euthanasie niet uit te voeren.

Smart ervaren
Sommige artsen zullen er moeite mee hebben om in zo’n situatie van euthanasie af te zien. Zij hebben immers toegezegd die uit te voeren, en in veel gevallen hebben zij reden om te veronderstellen dat de patiënt die uitvoering zou hebben gewild. Misschien heeft de patiënt dat uitdrukkelijk aangegeven in een schriftelijke wilsverklaring, of palliatieve sedatie afgewezen omdat hij niet in een coma wilde raken, bijvoorbeeld omdat hij tot het einde toe de regie wilde houden of omdat hij die situatie te belastend vond voor zijn familie.

De wil van de patiënt
is niet de enige grond
voor euthanasie

Onder de Nederlandse wetgeving is het echter het enige juiste besluit om de euthanasie dan niet meer uit te voeren. Immers één van de zorgvuldigheidseisen die de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (euthanasiewet) aan toelaatbare euthanasie stelt, is dat er sprake moet zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Maar lijden betekent: met smart ervaren. Het veronderstelt dus bewustzijn. Wie buiten bewustzijn is kan niet meer lijden, dus ook niet ondraaglijk lijden. De euthanasie mag dan niet meer worden uitgevoerd.

Niet eenvoudig
Maar zijn er soms toch omstandigheden waardoor het toelaatbaar is euthanasie uit te voeren bij een patiënt die op het ogenblik van de uitvoering in een toestand van verlaagd bewustzijn is geraakt? Het lijkt een eenvoudige vraag, maar is dat niet. Enige tijd geleden heeft het College van procureurs-generaal, ondersteund door de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de KNMG verzocht voor deze situaties een richtlijn op te stellen. Hiertoe heeft de KNMG een commissie ingesteld. De richtlijn, Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn, is onlangs door het Federatiebestuur vastgesteld.

De regionale toetsingscommissies euthanasie (Rte) krijgen per jaar enkele meldingen waarbij op het moment van uitvoering van euthanasie het bewustzijn van de patiënt was verlaagd en er geen communicatie meer mogelijk was. Dit gebeurt waarschijnlijk vaker dan de Rte kunnen vaststellen, omdat het meldingsformulier niet vraagt naar de bewustzijnstoestand van de patiënt bij de uitvoering. Het centrale punt is dat er altijd aan alle zorgvuldigheidseisen is voldaan, inclusief de verplichte consultatie. Ook is de afspraak gemaakt om de euthanasie op redelijk korte termijn uit te voeren. En vervolgens raakt de patiënt in een toestand van verlaagd bewustzijn.

Glasgow Coma Scale
Wanneer spreken we van een verlaagd bewustzijn of coma? Artsen gebruiken termen als: comateuze toestand, diep coma, volledig comateus, niet meer aanspreekbaar zijn, niet bij bewustzijn zijn, verlaagd bewustzijn en subcomateus. Om hier helderheid in te brengen hanteert de richtlijn de term ‘verlaagd bewustzijn’ voor situaties waarin communicatie met de patiënt onmogelijk is. Coma is binnen die
categorie een bijzonder geval. We spreken van een coma als moet worden aangenomen dat er geen sprake meer is van enige vorm van bewustzijn. Er is dus ook een vorm van verlaagd bewustzijn die geen coma is. Hoe onderscheid je die twee typen? Er bestaat daarvoor één erkend bruikbaar hulpmiddel: de Glasgow Coma Scale (GCS). Die is eigenlijk bedoeld om bewustzijnsniveaus door de tijd heen te kunnen vergelijken, bijvoorbeeld bij een vegetatieve toestand of een zogenaamde minimally conscious state. Die vallen, net zoals het locked-in syndrome, buiten het bereik van deze richtlijn. Maar de GCS kan ook voor dit specifieke doel gebruikt worden (zie kader).

Belofte
Het kernprobleem is de eis van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. De eis dat er sprake moet zijn van een vrijwillig en weloverwogen verzoek, levert geen extra moeilijkheden op. De euthanasiewet stelt immers niet dat het verzoek door de patiënt op het moment van de euthanasie nog herhaald moet kunnen worden. Een duidelijke wilsverklaring vooraf is voldoende. Het zou wel een probleem kunnen zijn dat die wilsverklaring geen betrekking heeft op een situatie van verlaagd bewustzijn. Maar dan heeft de patiënt aan die situatie niet gedacht, omdat hij zich gefocust heeft op het lijden dat hij ervaart en dat hem te wachten staat. En daarom blijft de centrale vraag of daar nog sprake van is.

Bij een coma, volgens de richtlijn een EMV-score op de GCS van 6 of lager, is er geen sprake van bewustzijn en dus niet van lijden. Euthanasie kan dan niet uitgevoerd worden. Dat de patiënt die gewenst zou hebben, doet daar niets aan af. In onze euthanasiewet is de wil van de patiënt immers niet de enige en volledige rechtvaardigende grond voor euthanasie. Die wil kan alleen worden gevolgd in gevallen van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Verlies van waardigheid en ontluistering kunnen ook niet meer beschouwd worden als ondraaglijk lijden, als de patiënt zich daar zelf niet meer bewust van is. Dat is ook bevestigd in een uitspraak van de Hoge Raad. Is het dan geen probleem dat de arts heeft toegezegd de euthanasie uit te voeren? Voor iedere belofte geldt echter altijd dat er onuitgesproken condities zijn. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, vaak onvoorspelbare, die uitvoering van de belofte onmogelijk of ontoelaatbaar maken. Juridisch gesproken ligt de situatie helder: je kunt niet rechtsgeldig toezeggen om iets te doen wat de wet verbiedt. Het is daarom gewenst dat artsen in hun overleg met patiënten zorgvuldig formuleren en tijdig aan patiënt en naasten duidelijk maken dat euthanasie niet is geoorloofd als de patiënt in een coma is geraakt.

Ondraaglijk?
Maar dan de tweede situatie, een verlaagd bewustzijn dat geen coma is: een EMV-score tussen 7 en 12 op de GCS. Het is dan mogelijk dat de patiënt tekenen vertoont van voortdurend lijden. Te onderscheiden zijn kernsymptomen zoals kreunen, een gebrek aan lucht, benauwdheid met of zonder stridor, en grimasseren. Deze kunnen worden versterkt door additionele symptomen als onrust, verwardheid of (fecaal) braken.

Voor iedere belofte geldt dat er
onuitgesproken condities zijn

Als zulke tekenen zich voordoen, mag je aannemen dat er sprake is van lijden, maar kan dat als ondraaglijk worden beschouwd? In deze situatie kun je op twee manieren redeneren; het is aan de arts om daartussen te kiezen. Volgens de eerste redenering zijn er weliswaar tekenen van lijden, maar is het, nu daarover met de patiënt niet gecommuniceerd kan worden, onmogelijk om vast te stellen of dat lijden ondraaglijk is. De arts kan daarom niet voldoen aan de wettelijke eis dat hij overtuigd moet zijn van de ondraaglijkheid van het lijden. Dus kan de euthanasie niet uitgevoerd worden en moet de arts zich ertoe beperken adequate palliatieve zorg te bieden.

Je kunt ook, volgens de andere redenering, zeggen dat er tekenen zijn dat het lijden, waarvan eerder is vastgesteld dat het uitzichtloos en ondraaglijk is en euthanasie rechtvaardigt, niet is opgeheven. De patiënt was bijvoorbeeld benauwd en is dat nog steeds. Het is niet meer vast te stellen of dat lijden nog steeds even ernstig is, maar die kans is reëel. Gegeven de continuïteit tussen het vroegere en huidige lijden kan dat lijden nog steeds als ondraaglijk in de zin van de euthanasiewet worden aangemerkt en kan de euthanasie doorgaan. Het is dan erg verstandig een collega te raadplegen die zich een oordeel vormt over de mogelijke tekenen van lijden. Het gaat hier niet om een wettelijk verplichte consultatie, die heeft immers al plaatsgevonden (zie schema).

Het is van belang dat ook de eerste redenering als legitiem erkend wordt. Dat betekent namelijk dat een arts die bezwaar heeft tegen de tweede redenering niet gehouden kan worden aan een belofte om euthanasie uit te voeren.

Omweg
Behalve naar de diepte van het verlaagd bewustzijn maakt de richtlijn nog een tweede belangrijk onderscheid: naar de oorzaak ervan. In de meeste gevallen ontstaat het verlaagd bewustzijn als gevolg van het verloop van de ziekte van de patiënt. Soms is het daarentegen een rechtstreeks en aanwijsbaar gevolg van medisch handelen. Zo is het mogelijk dat medicatie die wordt toegediend bij een plotseling verslechterende toestand van de patiënt onbedoeld tot een bewustzijnsverlaging leidt. Deze situatie is bijzonder omdat het verlaagd bewustzijn in principe omkeerbaar is: je zou de toegediende doseringen kunnen verlagen totdat de patiënt weer aanspreekbaar is. Je zou de sedatie ook kunnen continueren, maar je moet aannemen dat dit eerder niet als een redelijk alternatief is beschouwd. Als je de patiënt weer bij bewustzijn brengt, breng je daarmee ook zijn lijden in volle omvang terug. Volgens de richtlijn is het in die situatie aanvaardbaar de overeengekomen euthanasie uit te voeren, ook als waarneembare tekenen van lijden ontbreken. Daarmee wordt als het ware alleen een omweg vermeden.

Bestaande normen
De richtlijn is in overeenstemming met uitspraken van de Rte tot op heden. Tweemaal is een euthanasie bij verlaagd bewustzijn als onzorgvuldig beoordeeld. In beide gevallen deden zich geen waarneembare tekenen van lijden voor.
In de andere gevallen luidde het oordeel ‘zorgvuldig’: dan ging het om een verlaagd bewustzijn waarbij duidelijke tekenen van lijden optraden, of om een in principe omkeerbare bewustzijnsverlaging ten gevolge van medisch handelen. De richtlijn is dus een codificatie van bestaande normen, bevat geen nieuwe regels of nieuwe interpretatie van regels, maar biedt handvatten voor artsen, de Rte en het Openbaar Ministerie.

drs. E.H.J. van Wijlick, beleidsadviseur KNMG,
prof. dr. G.A. den Hartogh, emeritus hoogleraar ethiek,
beiden lid (respectievelijk secretaris en voorzitter) van de KNMG-commissie euthanasie bij een verlaagd bewustzijn.*

* Naast de auteurs bestond de KNMG-commissie euthanasie bij een verlaagd bewustzijn uit:
drs. G.K. Kimsma, huisarts; dr. J.C.M. Lavrijsen, specialist ouderengeneeskunde; prof. mr. J. Legemaate, beleidscoördinator gezondheidsrecht KNMG; dr. E.F.M. Veldhuis, chirurg n.p.; prof. dr. D.L. Willems, arts, hoogleraar ethiek; dr. T.C.A.M. van Woerkom, neuroloog.

Correspondentieadres: e.van.wijlick@fed.knmg.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld.

Samenvatting

  • Euthanasie bij verlaagd bewustzijn mag in beginsel niet, omdat er dan geen sprake is van ondraaglijk lijden.
  • Soms is de verlaging van het bewustzijn minder diep en zijn er tekenen van lijden.
  • Volgens de KNMG-richtlijn zijn dan twee redeneringen mogelijk: door gebrek aan communicatie valt de ondraaglijkheid niet vast te stellen, maar is ook niet uit te sluiten.
  • Het is aan de arts hoe hiermee om te gaan. Dit kan betekenen dat een euthanasiebelofte bij nader inzien niet gestand kan worden gedaan.

KNMG-persbericht: Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn
KNMG-richtlijn Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn.
KNMG-dossier Ethanasie

Lees in de rubriek Retrograad: Euthansie en coma

De term ‘verlaagd bewustzijn’ geldt voor situaties waarin communicatie met de patiënt onmogelijk is. beeld: Corbis
De term ‘verlaagd bewustzijn’ geldt voor situaties waarin communicatie met de patiënt onmogelijk is. beeld: Corbis
<strong>PDF van dit artikel</strong>

<!--Glasgow Coma Scale

De Glasgow Coma Scale (GCS) is ook bij patiënten die op korte termijn zullen overlijden een bruikbaar instrument om de bewustzijnsverlaging te onderzoeken. Er wordt naar drie reacties gekeken:

1. Het openen van de ogen (E)

houdt ogen gesloten 1

opent ogen na toediening van pijnprikkel 2

opent ogen op aanspreken 3

heeft spontaan de ogen open 4

2. De motorische reactie (M)

geeft geen reactie op een pijnprikkel 1

strekt op een pijnprikkel 2

buigt abnormaal op een pijnprikkel 3

trekt terug op een pijnprikkel 4

lokaliseert de pijnprikkel 5

voert opdrachten uit 6

3. De verbale reactie (V)

maakt geen geluid 1

maakt alleen geluiden, geen woorden 2

produceert enkele woorden 3

is verward, geeft onjuiste antwoorden 4

is georiënteerd, geeft juiste antwoorden 5

De minimale EMV-score is 3 en de maximale score is 15. Scoort een patiënt 6 of lager (E1-M4-V1) dan zal in het algemeen sprake zijn van een coma. Deze patiënten zijn niet wakker en zijn zich ook niet bewust-van. Om de score juist te kunnen interpreteren is het noodzakelijk om te letten op de onderlinge verhouding tussen de afzonderlijke scores. Een patiënt met een locked-in syndrome, komt namelijk ook uit op een EMV-score van 6. Deze patiënt is echter wakker en met hem kan in beperkte mate gecommuniceerd worden.

Problematisch zijn vooral patiënten die niet wakker zijn, maar soms partieel wakker zijn. Met hen kan niet meer adequaat over het lijden gecommuniceerd worden, terwijl tekenen van lijden wel kunnen worden waargenomen. Zij hebben een score in de range 7 t/m 12.

Schematische weergave euthanasie bij een verlaagd bewustzijn

EMV

verlaagd bewustzijn

(EMV-score 3 t/m 12)

specifieke vormen van verlaagd bewustzijn

3

EMV-score 3 t/m 6: coma
niet wakker en niet bewust-van

geen lijden

Verzoek mag niet worden uitgevoerd

4

5

6

lijden valt niet
uit te sluiten

Tekenen van lijden

Nee? Uitvoeren kan niet*

7

EMV-score 7 t/m 12:
niet wakker maar (soms) partieel bewust-van

8

9

10

Ja? Uitvoeren verzoek

mag, maar hoeft niet. Dan is wel palliatie geboden.

11

12



* tenzij door medicatiebeleid er een ongewenste verlaging van het bewustzijn is opgetreden, die mogelijk omkeerbaar is.-->

KNMG euthanasie coma
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    De nieuwe richtlijn van euthanasie indien den EMV-score uitkomt tussen de 7 t/m 12 bij een terminale patiënt raakt een niet onbelangrijk onderdeel van de euthanasieregelgeving, die tot nu toe onderbelicht is gebleven . In het kader van zorgvuldige ...gedachtevorming over dit ethische onderwerp is het een essentiële bijdrage, toch valt er nog wat op te zeggen.
    Eerste kantlijn. De connotatieve samenhang tussen de termen ondraagbaar lijden en uitzichtloosheid is onvoldoende uitgediept. Is ondraagbaar lijden niet altijd uitzichtloos? Is ondraagbaar lijden niet altijd zonder uitzicht op welke medische verbetering dan ook? Uitzichtloosheid betreft enerzijds de toestand van de patiënt , maar anderzijds ook de duur van zijn lijden. Uitzichtloosheid betekent geen uitzicht. Er is open, onbepaald zicht op een einde in de beleving van de patiënt, voor zover nog mogelijk met de EMV-score, en in de beleving van zijn of haar direct betrokken. Als echter de duur van het lijden begrensd is en het overlijden volgens medisch inzicht binnen afzienbare tijd zal plaatsvinden, kan dat de uitzichtloosheid en daarmee ook de ondraagbaarheid van het lijden niet veranderen? Het gaat over een terminale patiënt in zijn stervensfase. De begeleidend arts weet dat dit de laatste 48 uur moeten zijn. Immers bij deze EMV-score drinkt de patiënt niet meer. Het delen van deze kennis met de patiënt is in deze fase misschien niet goed meer mogelijk, maar dient mijns inziens niet te worden nagelaten. Het bespreken van deze prognose kan de onrust van de direct betrokken doen veranderen. Waarom dan niet terminaal sederen tot een EMV-score van onder de 7 als de direct betrokken zich daar in kunnen vinden?
    Tweede kantlijn. Wat te doen bij een omkeerbare bewustzijnsdaling? Van Wijck en Den Hartiogh gaan er van uit dat het weer terugbrengen van het bewustzijn het lijden in zijn volle omvang weer terugkeert. Dat valt te betwijfelen. In mijn praktijkvoering heeft zich zo een situatie voorgedaan dat een patiënt zich in een omkeerbare bewustzijnsdaling bevond en de partner mij zei: “Deze situatie zou hij niet willen.” Bespreking van euthanasie en SCEN-consultatie was gebeurd. Ik heb de intermitterende dormicum toediending stopgezet. De patient is wakker geworden en ik heb hem levensbeëindigend handelen voorgelegd. Hij stemde daarin toe. Er vond vervolgens een nog uniek ontroerend afscheid plaats tussen hem en zijn partner en kinderen, waarna de euthanasie is voltrokken. Over de betekenis van dit afscheid heeft de partner mij daarna nog herhaaldelijk gesproken. Beschrijving van dit enkele geval weerspreekt de universaliteit van voornoemde uitspraak van Van Wijck en Den Hartiogh. De casus illustreert hoe een korte, overzichtelijke terugkeer van het bewustzijn met uitzicht op euthanasie geen ondraagbaar lijden hoeft te geven. In tegendeel: het was een onmisbaar moment.


    Den Haag, 3 juli 2010

    Roel Amons, huisarts

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.