Laatste nieuws
Philip Kahn
8 minuten leestijd

Laatste kans voor de toelating

2 reacties

Verantwoordelijkheid voor de zorg beter regelen

Marktwerking en concurrentie stellen nieuwe eisen aan de relatie tussen ziekenhuis en specialisten. Hoe moet de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg in het ziekenhuis worden geregeld?

De NVZ en de Orde onderhandelen over een nieuwe model toelatingsovereenkomst tussen ziekenhuis en specialist. De afgelopen jaren hebben marktwerking, concurrentie en de aanscherping van de verantwoordelijkheid van ziekenhuisbesturen voor de kwaliteit van de zorg de relatie tussen ziekenhuis en specialist sterk beïnvloed. Recentelijk zijn daar plannen van de minister van volksgezondheid aan toegevoegd waarbij de specialist zijn honorarium declareert aan het ziekenhuis in plaats van via het ziekenhuis aan de patiënt of de zorgverzekeraar. De huidige toelating wankelt en is over zijn houdbaarheidsdatum heen.

Een concurrentiebeding tussen ziekenhuis en
medisch specialist zou terecht zijn

De huidige modelovereenkomst regelt de rechten en plichten van ziekenhuis en medisch specialist. Verschillende wetten hadden invloed op dit modelcontract, zoals de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de Kwaliteitswet en de Integratiewet. Daarnaast waren er collectieve afspraken nodig tussen ziekenhuisbestuur en medische staf – vastgelegd in het Document Medische Staf – die doorwerkten in de individuele relatie tussen ziekenhuis en specialist.1 Deze structuur van stafbrede regelingen via het Document Medische Staf bleek geen succes, want er is nauwelijks invulling aan gegeven.

Vrije prijzen
Het afgelopen decennium hebben verschillende ontwikkelingen invloed gehad op ziekenhuizen, specialisten en hun onderlinge relatie. De marktwerking (B-segment) deed zijn intrede waardoor specifieke vormen van medisch-specialistische hulp tegen ‘vrije’ prijzen ook buiten het ziekenhuis mochten worden aangeboden, bijvoorbeeld door privéklinieken. Het werd voor specialisten aantrekkelijk om specifieke onderdelen van zorg buiten het ziekenhuis te leveren. Hierdoor kwam meer spanning te staan op de volgens de huidige toelatingsovereenkomst vereiste toestemming die, ook parttime werkende, specialisten moeten krijgen van het ziekenhuisbestuur om elders te mogen werken. Er zijn serieuze bedrijfseconomische risico’s voor ziekenhuizen om met relatief dure zorg achter te blijven. Ziekenhuizen die voor deze B-segment-zorg in apparatuur en infrastructuur investeren, moeten voorkomen dat specialisten, of zelfs een heel specialisme, vertrekt waardoor patiënten deze zorg elders betrekken en het ziekenhuis met grote desinvesteringen achterblijft. Een concurrentiebeding in de overeenkomst tussen ziekenhuis en medisch specialist, of ten minste financiële afspraken hierover, zou terecht zijn. Maar in de huidige toelatingsrelatie ontbreken deze volledig. Nu staat er soms alleen een concurrentiebepaling in de maatschapovereenkomst, maar het ziekenhuis is hierin geen partij. Bovendien voorziet dit niet in de situatie dat een maatschap collectief uit het ziekenhuis vertrekt. Vanwege dit bedrijfsrisico kunnen banken bij de financiering van grootschalige bouwprojecten een verklaring van de vakgroepen vragen waarin staat dat zij intramuraal blijven werken en dus continuïteit van zorg en van bedrijfsvoering waarborgen.

Vrijheid
Anderzijds voelt de medisch specialist zich beknot in zijn ondernemingsvrijheid als hij ook buiten het ziekenhuis wil werken, maar hiervoor toestemming nodig heeft van het ziekenhuisbestuur. Hoewel toestemming alleen mag worden geweigerd als dit schadelijk is voor het ziekenhuis en/of de patiënten, is de scheidslijn niet altijd duidelijk en leidt dit nogal eens tot juridische geschillen. Een heldere omschrijving wanneer wel en wanneer niet elders mag worden gewerkt, verdient de voorkeur. Het principe zou moeten zijn dat een specialist zich committeert aan één ziekenhuis; daar moet de verbondenheid en loyaliteit mee worden gevoeld. De ondernemingszin en prikkel tot innovatie moeten worden gevonden door meer beleidsvrijheid binnen het ziekenhuis, bijvoorbeeld in resultaatverantwoordelijke eenheden.

Disfunctionerende specialisten
Een andere belangrijke ontwikkeling is dat ziekenhuisbesturen hun verantwoordelijkheid, die voortvloeit uit de Kwaliteitswet, in onvoldoende mate (kunnen) waarmaken en onvoldoende hebben vormgegeven. De evaluatie van de Kwaliteitswet in 2001 was hier duidelijk over. Maar ook specifieke gevallen zoals de casus hartchirurgie in het Nijmeegse St Radboud ziekenhuis, de neurologiecasus uit het Medisch Spectrum Twente en andere laten zien dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zorg door vele partijen onvoldoende wordt gevoeld waardoor de patiënt ernstig wordt gedupeerd.2-5 De raad van bestuur heeft zijn verantwoordelijkheid in deze gevallen laten liggen, maar ook de vakgroep en het medisch stafbestuur waren passief. In zijn brief aan de Tweede Kamer wees de minister op de wenselijkheid de bevoegdheden van ziekenhuisbesturen te versterken door deze een wettelijke aanwijzingsbevoegdheid te geven en de verantwoording van specialisten aan de raden van bestuur over de geleverde kwaliteit van zorg aan te scherpen.6 Deze wettelijke aanwijzingsbevoegdheid was overigens overbodig, aangezien in toelatingscontracten de raad van bestuur al over zo’n bevoegdheid beschikt. De minister handelde vooral vanuit een politiek gevoelde noodzaak om de besturen van instellingen juridische middelen te geven om goede kwaliteit te kunnen afdwingen. De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) heeft zorgen geuit over de nauwelijks (door de raden van bestuur) afdwingbare kwaliteit van zorgverlening.7 8 Aanleiding vormde de gevallen van disfunctionerende specialisten die in de media en in de politiek voor de nodige onrust zorgden. De RVZ plaatste kritische kanttekeningen bij het door specialisten zelf houden van evaluatiegesprekken in het systeem van Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS) en de vrijblijvendheid waarmee rapportages van kwaliteitsvisitaties aan raden van bestuur kunnen worden toegestuurd.

Medisch manager
De RVZ heeft gepleit voor een medisch manager in ziekenhuizen, een functie die met de nodige bevoegdheden moet worden opgetuigd. Eerder pleitte de commissie-Lemstra ook al voor een medisch manager.9 De platte organisatiestructuur bij maatschappen/vakgroepen waardoor het elkaar ter verantwoording roepen wordt bemoeilijkt, wordt doorbroken door de functie van medisch manager die, met goedvinden van zijn collega’s, zorg draagt voor het monitoren van de kwaliteit binnen de vakgroep, hier zijn vakgroepgenoten op kan aanspreken en die eerst aanspreekbare is voor de raad van bestuur. Anderzijds heeft hij ook gedelegeerde bevoegdheden vanuit de raad van bestuur richting zijn vakgroep. Aangezien de raad van bestuur eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit van de zorg, is het essentieel dat inzicht bestaat in de individueel geleverde kwaliteit en dat daarover verantwoording wordt afgelegd. Dit moet getrapt geschieden. Geeft de informatie die de medisch manager verstrekt aanleiding tot vragen, dan kan in tweede instantie de individuele beroepsbeoefenaar om nadere uitleg worden gevraagd. In de model toelatingsovereenkomst moet worden verankerd dat elke specialist instemt met het feit dat er een medisch manager is en dat hij deze inzicht verschaft in de door hem geleverde zorg, aanwijzingen van deze medisch manager opvolgt, enzovoort. Waarover verantwoording moet worden afgelegd en welke gegevens daartoe moeten worden overgelegd, zou in de nieuwe toelatingsovereenkomst expliciet moeten worden bepaald. Dat de visitatierapporten daarvan deel moeten uitmaken, hebben velen al bepleit.10

In principe zou een specialist zich moeten committeren
aan één ziekenhuis

Dienstverband
Het is nog maar de vraag of de toelating überhaupt blijft bestaan. In een brief aan de Tweede Kamer (van april 2010) acht de minister het ‘gezien de demissionaire status van het huidige kabinet (…) niet opportuun naar aanleiding van het onderzoek van SEO een besluit te nemen over het instellen van een verplichting tot het in dienst nemen van medisch specialisten.’ De minister wil ‘voor dit moment’ de status quo handhaven.11 Een volgend kabinet moet hierover beslissen. Verder wil de minister, met het oog op de beheersing van de medisch-specialistische kosten, de ziekenhuisbesturen verantwoordelijk maken voor de financiering van de medisch-specialistische zorg. Het ziekenhuis wordt budgethouder en onderhandelt met zijn specialisten over hun honoraria. De specialist declareert aan het ziekenhuis en het ziekenhuis declareert de integrale prestatie en de daarmee verband houdende kosten (inclusief medisch-specialistisch honorarium) bij de zorgverzekeraar.12 Nog meer dan nu, wordt daarmee het vrij ondernemerschap van de specialist onder druk gezet; feitelijk leidt dit tot een dienstverbandachtige constructie. De instelling moet zijn specialisten hun honoraria betalen, waardoor de specialist nog maar één debiteur heeft. Juridisch en fiscaal zal dit nog de nodige haken en ogen hebben.

Prikkels
Als de toelating deze ontwikkelingen al overleeft, dan zal een nieuwe overeenkomst fundamenteel anders moeten worden. Enerzijds moet de toelating de specialist voldoende prikkels (blijven) geven om de kwaliteit en innovatie van zorg op een steeds hoger plan te tillen, anderzijds moet de verantwoordelijkheid van het ziekenhuisbestuur zodanig worden aangescherpt dat het deze verantwoordelijkheid kan waarmaken. In lijn met de gepropageerde functie van medisch manager kan een grote mate van autonomie worden gegeven aan resultaatverantwoordelijke eenheden binnen het ziekenhuis. Verwezen kan worden naar het SEO-rapport over de relatie tussen specialist en ziekenhuis.13 Dat er structureel wat moet en gaat veranderen in deze relatie is wel duidelijk.14

mr. dr. Ph.S. Kahn, secretaris raad van bestuur, HagaZiekenhuis Den Haag

Correspondentieadres: p.kahn@hagaziekenhuis.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.
Geen belangenverstrengeling gemeld.

Samenvatting

  • De effecten van marktwerking en concurrentie in de zorg moeten hun weerslag krijgen in het nieuwe model toelatingscontract.
  • Kabinetsbeleid, maar ook casuïstiek in ziekenhuizen, maken het noodzakelijk de verantwoordelijkheid van het ziekenhuisbestuur voor de kwaliteit beter te regelen in het modelcontract.
  • De medisch manager en de resultaatverantwoordelijke eenheid moeten een plaats krijgen in de besturing van het ziekenhuis.
  • De nieuwe plannen van de minister zullen de toelating hoe dan ook onder druk zetten en de relatie ziekenhuis-specialist in een geheel ander licht plaatsen.

 

Referenties

1. Kahn PhS, Ziekenhuis en specialist herzien hun relatie; nieuwe model toelatingsovereenkomst is een compromis. Medisch Contact 2000; 55 (26): 983-5.

2. Casparie AF e.a., Evaluatie Kwaliteitswet zorginstellingen, Den Haag, ZonMw 2001.

3. Kahn PhS, Verantwoordelijk voor de black box van kwaliteit, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht september 2008: 424-31.

4. Commissie-Lemstra, ‘En waar was de patiënt…? Rapport van de externe onderzoekscommissie MST over het (dis)functioneren van een medisch specialist en zijn omgeving’. September 2009.

5. Chirurg Scheperziekenhuis Emmen; verloskunde/gynaecologie Hoorn.

6. Brief minister VWS aan TK van 9 juli 2009 ‘Ruimte en rekenschap voor zorg en ondersteuning’.

7. ‘Governance en kwaliteit van zorg’.RVZ, Den Haag, maart 2009.

8. ‘De relatie medisch specialist en ziekenhuis in het licht van kwaliteit van zorg’. RVZ, Den Haag, maart 2010.

9. Zie noot 4, aanbeveling 4.

10. Zie onder meer voetnoot 3; aanbeveling 2 van de Onderzoeksraad voor veiligheid, Een onvolledig bestuurlijk proces: hartchirurgie in UMC St. Radboud, Den Haag: Onderzoeksraad voor veiligheid 2008; zie verder prof.mr. J. Legemaate in zijn jaarrede voor de VGR, J. Legemaate, ‘Low trust’ in de gezondheidszorg, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, augustus 2009: 351-9 en RVZ maart 2010: 16.

11. ‘Aanbieden rapporten medisch specialisten’ Brief minister VWS aan TK van 26 april 2010.

12. ‘Voorhang beheersingsmodel medisch specialisten’ Brief minister VWS aan TK van 26 april 2010.

13. ‘De relatie tussen medisch specialisten en het ziekenhuis’ SEO economisch onderzoek, Amsterdam maart 2010.

14. Ook de voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht Legemaate heeft er in zijn jaarrede op gewezen dat er ‘zowel in de feitelijke als in de juridische verhoudingen tussen medisch specialisten en ziekenhuisbesturen verdergaande veranderingen (zullen) moeten optreden.’, zie noot 10.

Elke specialist moet instemmen met een medisch manager en diens aanwijzingen opvolgen. Beeld: images.com
Elke specialist moet instemmen met een medisch manager en diens aanwijzingen opvolgen. Beeld: images.com
<strong>PDF van dit artikel</strong>
specialisteninkomens marktwerking in de zorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Ik kan me voorstellen dat het wenselijk is om vrijgevestigd medisch specialisten (VMS) zoveel mogelijk te koppelen aan een ziekenhuis. De minister wilde echter graag dat er zoveel mogelijk ZBCs zouden komen. Tevens wil het ministerie het aantal regul...iere ziekenhuizen drastisch verminderen, maar wel meer artsen opleiden. Strategische allianties doet soms financieel overleven. Het is steeds onwenselijker om als VMS aan 1 ziekenhuis gekoppeld te blijven. Het zijn niet de VMS die voorgaande bedacht hebben.
    De introductie van het IFMS is een stap vooruit waarmee we wederom voorlopen op vele andere Europese landen. Een specialist kan o.a. pas goed functioneren als hij kwalitatief goede/de beste zorg kan leveren. Dat is lang niet altijd mogelijk (“geen geld voor”). Zo zijn er ook dysfunctionerende leden Raden van Bestuur. Hoe is de continuiteit van een voltallig bestuur van een perifeer ziekenhuis ook al weer? Hoeveel “interims” kennen deze ziekenhuizen? De zorgverzekeraars zijn bezig met een door de overheid gefiatteerde vorm van zakkenvullerij en de lachende derde bij het aanbieden van budgetten aan de ziekenhuizen voor honorarium van specialisten. Het is een neppe marktwerking met een door zorgverzekeraars gestuurde zorg waarin met plafonds gewerkt wordt waarbij bovengemiddelde kwaliteit en secundaire en tertiare behandelingen ondergewaardeerd betaald worden. Hoe lang duurde het ook al weer voordat de B-segment onderhandelingen voor 2010 in alle ziekenhuizen waren afgerond? Volgens mij nog steeds niet.
    Wetenschappelijk gezien is het een aanfluiting hoe gezondheidszorginstanties en het ministerie een mening vormen en handelen n.a.v. publicatie van niet juist onderbouwde cijfers van een demissionair minister Klink met zijn gevaarlijke tunnelvisie en het op een onbeschaafde wijze beinvloeden van de publieke opinie hiermee. Een gehele structuur op zijn kop zetten omdat er een paar honderd miljoen in de pot terug moet?
    Men vergeet voor het gemak dat de medisch specialist bij de invoer van het DBC systeem al 10% gekort is (er werd stiekem 10% minder budget beschikbaar gesteld ...) en per januari j.l. nog eens met (een ononderbouwde) bijna 13%. Daar komen in juli de volgende kortingen nog bij (tot wellicht 40%). Kent u anderen werkzaam in de zorg die de afgelopen jaren tussen de 23 en 63% aan salaris gekort zijn? Waren het niet Klink en Hoogervorst die al meerdere keren door de Orde gewezen werden op uit de hand gelopen salarissen van ondersteunende VMS? Dit is genegeerd.
    Een aantal politici weet niet eens weten hoe de kostenstructuur van de VMS is. Hoe kan men nu een specialist die 220.000 euro bruto bruto verdient, 40% gaan korten terwijl hij zich net heeft ingekocht voor een dergelijk bedrag middels een verplichte 10 jarige lening, 30.000 euro per jaar moet betalen voor verplicht arbeidsongeschiktheidsverzekering en pensioen en maatschapskosten heeft van 25.000 euro? Die voorbeelden zijn er nu. U kunt uitrekenen wat er dan overblijft. En dat na 18 jaren opleiding, de werkuren die gemaakt worden en de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden die de specialist heeft? Vinden we dat wel maatschappelijk acceptabel? Wellicht is het wenselijk dit in Europees verband duidelijk te krijgen.

    Laten we de zaken in perspectief zien. Jaarlijks zullen de kosten in de zorg toenemen. Harder werkende medisch specialisten (wilde Klink graag) hebben ervoor gezorgd dat de wachtlijsten grotendeels zijn weggewerkt. De dubbele vergrijzing, toename aan zorgvraag en duurdere technieken in de zorg (die veelal overigens ook van betere kwaliteit zijn) zullen de kosten nog veel verder doen toenemen. Dat we dan enkele honderden miljoenen meer aan honoraria moeten betalen is dan zo, als we tenminste geen wachtlijsten willen bij gelijkblijvende productiecijfers. Wellicht is het iets om de medisch specialist, zijnde niet de Orde, te betrekken bij het bedenken en uitvoeren van efficientere handelingen om zodoende te bezuinigen?
    Dat er bezuinigd kan worden in de zorg is een feit. Op andere gebieden worden miljarden uitgegeven? Zo lenen we 5 miljard euro te leen aan Griekenland (krijgen we het ooit terug?), maar staan wel toe dat men daar 12 jaren eerder met pensioen blijft gaan? Tegelijkertijd stellen we voor dat de Nederlander nog eens 2 jaren later met pensioen moet. Zo berekende economisch onderzoeksbureau Nyfer dat aan de immigratie van niet-westerse allochtonen 7,2 miljard euro per jaar wordt uitgegeven. Niet dat dat niet goed is, maar gezien de economische crisis en toenmende kosten op andere gebieden is een herziening van andere “potjes” wellicht ook op zijn plaats ookal is dat voor een korte periode om de crisisperiode te overbruggen.

    Wellicht kan de minister het goede voorbeeld geven door niet naar Afrika af te reizen om daar meerdere voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal te gaan kijken. Wellicht kunnen zorgverzekeraars het goede voorbeeld geven door niet met geld van de burger dure reclamespotjes op televisie en radio te geven, geen managers naar de Olympische Spelen in Canada te sturen omdat ze daar sponsoren, of na 3 jaren inventaris aan eigen personeel door verkopen i.p.v. deze goederen 15 jaren te gebruiken (net als rontgenapparatuur op operatiekamers).
    Of een toename van nog meer managementposities in ziekenhuizen de oplossing is, daar heb ik sterk mijn twijfels over. Nieuwe apparatuur om patienten te behandelen volgens de hedendaagse kwaliteitsnormen en geld om het EPD op peil te houden, daar is geen geld voor. Investeringen worden stopgezet. En dan nog meer managers in de zorg?
    Het is wenselijk dat de fiscus een uitspraak doet over de fiscale positie van de VMS bij declaratierecht bij 1 instantie. Niet alleen voor de vrij gevestigd medisch specialist, maar ook de ziekenhuizen die met terugwerkende kracht o.a. sociale premieafdracht zullen moeten betalen.

    De onderzoeken over de productiviteit van vrij gevestigd medisch specialisten lijkt in de doofpot gestopt .... De enquetes die in de twee ziekenhuizen met stafmaatschappen gehouden is, mag ook openbaar worden. Dan heeft PWC de onderzoeken ook niet voor niets gedaan ...
    Ook onwenselijk is de situatie van zorgverzekeraars die budgetten aan ziekenhuizen geven voor honorarium. Veelal onbesproken blijft dat zorgverzekeraars al jaren lang te weinig budget beschikbaar stellen aan ziekenhuizen i.v.m. het aantal toegekende erkenningsbeschikkingen. U begrijpt wat er gaat gebeuren als een ondergewaardeerd budget zo door gaat en verdeeld moet worden onder relatief veel specialisten.

    Persoonlijk lijkt me het zeer onwenselijk, maar men kan het de vrij gevestigd medisch specialist niet kwalijk nemen straks ook met eenzelfde botte ongenuanceerde bijl te gaan hakken. Ik hoop dat we tevens zullen vastleggen wie verantwoordelijk gaat worden voor de gevolgen voor patienten en de gezondheidszorg na dit soort ononderbouwde maatregelen, of maakt Klink dan al gebruik van de jarenlange wachtgeldregeling zonder enige vorm van sollicitatieplicht waarna de volgende functies / commissariaten alweer in de schoenen geschoven worden?
    De VMS lijken aangeschoten wild vanuit een ononderbouwde tunnelvisie van Klink. En dat terwijl de zorg in Nederland tot de toppers ter wereld behoort, het aantal medisch specialisten per hoofd van de bevolking relatief laag is en de waardering van de patient voor de geleverde zorg erg hoog is (i.t.t. de waardering van de patient voor zorgverzekeraars). Zelf laat Klink schrijven: “Doelmatiger werken is de beste manier om te bezuinigen”, het tegenovergestelde zet hij op dit moment in gang.

    Emmen, juli 2010
    Dr. M.F. Meek, plastisch chirurg en handchirurg

  • F.C. de Beer

    , ZWOLLE

    Elke jurist zingt zoals het vogeltje gebekt is. De arts is echter van ander pluimage! Wat de jurisprudentie aan meerwaarde in de zorg levert is wat mij betreft twijfelachtig. De meerwaarde van management in het algemeen is aantoonbaar betrekkelijk en... in de zorg is die van een bedenkelijk niveau. Ik ben bang dat in combinatie die twee de zorg niets te bieden hebben. Ik heb nog nooit kunnen lezen dat deze angst ongegrond is. Integendeel. Het stukje van meester Kahn (MC 65 nr 26 |1 juli 2010|)is ook weer getoonzet zoals we dat jaar in jaar uit in het MC moeten lezen. Is de Hoofdredactie van het MC de aansluiting met een -belangrijk- deel van haar doelgroep inmiddels aan het verliezen? Ik moet eruit begrijpen dat de redactie zich niet bewust is van wat leeft onder medisch specialisten. Het recent onder curatele stellen van de voorzitter van de Orde als spreekbuis naar de minister en de grote opkomst in Den Haag van medisch specialisten is uniek. Dat de zaak alleen draait om geld is een politieke misvatting en dient uitsluitend ertoe de specialist in het verdomhoekje te houden. Waar het echt om gaat wordt uitstekend verwoord door Milco Linsen en de stichting Bezorgd. Het zal tijd worden dat de Hoofdredactie eindelijk eens de spreekbuis open zet voor wat de specialist echt aan het hart gaat. De in Nederland geleverde topzorg voor een topprijs (lees: bescheiden) is in Europa alom erkend. De politiek wil de bijl aan de wortel van die uitstekende zorg leggen. Neem het vervolgonderwijs, neem de thuiszorg, het is allemaal prutswerk gebleken. Dat zijn redenen waarom dokters er ziek van zijn! Daarom vindt de politiek de specialist op haar weg, die bereid is om ervoor te strijden.
    Ben Crul! Laat dat eindelijk eens voor het voetlicht komen!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.