Laatste nieuws
huisartsgeneeskunde

Kinderen beter af bij de huisarts

Plaats een reactie

Eerstelijns curatieve zorg hoort niet thuis bij de kinderarts

Waarom zouden kinderartsen de eerstelijnszorg gaan doen? De kracht van de huisarts is juist dat deze, behalve medische kennis van het kind, ook kennis van familie en leefomgeving heeft. Een verschuiving naar de kinderarts maakt de zorg bovendien duurder.

Steeds vaker duiken er berichten op die de indruk wekken dat het niet goed gaat met de gezondheid van het Nederlandse kind. Zo ook in het artikel ‘Kindergeneeskunde en JGZ horen bij elkaar’ (MC 20/2010: 905) van drie hoogleraren kindergeneeskunde. Zij houden een pleidooi voor het oprichten van vier landelijke centra voor kindergeneeskundige topzorg. En passant stellen ze voor de curatieve zorg voor kinderen in de eerste lijn voortaan maar door de kinderarts te laten uitvoeren. Dat zou de kwaliteit van zorg voor kinderen verbeteren. De huisarts, die deze zorg van oudsher levert, wordt neergezet als onvoldoende opgeleid, onervaren en gefocust op de oudere patiënt. Hiermee stellen zij de huisartsgeneeskunde zonder enige verdere onderbouwing op non-actief, om de algemene kinderarts aan het werk te houden in een tijdperk waarin het totaal aantal kinderen aan het afnemen is.

Leefomgeving
Laten we beginnen met de feiten. Die geven een totaal ander beeld van de gezondheid van het Nederlandse kind. Die is namelijk prima. Een internationaal onderzoek geeft aan dat Nederlandse kinderen op het gebied van gezondheid en veiligheid het hoogst scoren in vergelijking met de 21 rijkste landen in de wereld.1 2 Dit zegt iets over de welvaart waarin Nederlandse kinderen leven, maar ook iets over het functioneren van de Nederlandse gezondheidszorg. Die wordt namelijk in alle echelons uitgevoerd door een ter zake kundige specialist: de JGZ-arts in de preventieve zorg, de huisarts in de eerstelijns curatieve zorg en de kinderarts in de tweede- en derdelijnszorg. Om ongefundeerd dit goed functionerende zorgsysteem voor kinderen overboord te gooien, omdat ze het in Italië en Amerika anders doen, is het kind met het badwater weggooien.

Eén op de vijf consulten van de huisarts
betreft een kind

Driekwart van de Nederlandse kinderen gaat minstens één keer per jaar naar de huisarts, één op de vijf consulten van de huisarts betreft een kind.3 De kracht van de eerstelijnszorg door de huisarts is dat deze behalve medische kennis van het kind, ook kennis van familie en leefomgeving heeft. En dat het kind, zodra het kind-af is, nog steeds bij dezelfde huisarts terechtkan. De huisarts levert laagdrempelig continue, integrale en persoonlijke zorg aan kind én gezin. Een krachtige schakel in het Nederlandse gezondheidszorgsysteem, bewezen effectief met het oog op het verhogen van kwaliteit van zorg, waar het buitenland met grote belangstelling naar kijkt.4 Juist een verdere versterking van de eerste lijn blijkt een belangrijke stap in het beheersen van de stijgende kosten van de Nederlandse gezondheidszorg.5 Zowel de overheid als de zorgverzekeraars zijn hiervan inmiddels in toenemende mate doordrongen.6

Alarmeren
Rest de fundamentele vraag of de kwaliteit van zorg voor kinderen kan verbeteren door verschuivingen in de zorgketen. Verbetert de zorg als JGZ-artsen, sterk in het signaleren, ook curatief gaan werken? Dat weten we niet. De verschuiving van curatieve eerstelijnszorg naar de JGZ leidt in ieder geval tot een logistiek probleem. Een JGZ-arts is niet 24 uur per dag bereikbaar voor klachten en problemen van het kind en moet dat ook niet willen. Zijn specialisme ligt bij de preventieve zorg, het monitoren van gezonde kinderen en alarmeren bij mogelijke afwijkingen. De JGZ-arts is degene die de kennis in huis heeft om afwijkingen van het normale te herkennen en te beslissen welke specialist (huisarts of kinderarts) de benodigde zorg kan leveren. De mogelijkheid voor JGZ-artsen om, volgens protocol, te verwijzen naar de eerste en tweede lijn bestaat al langer.

Als helder is bij welke aandoening wordt verwezen, wat er van degene naar wie verwezen is wordt verwacht en wie de follow-up verzorgt, kan dit een effectieve en goede manier van zorg zijn. Adequate onderlinge informatieoverdracht is hierbij vanzelfsprekend een vereiste.

Grillige aandoeningen
Verbetert de zorg als kinderartsen de eerstelijnszorg gaan doen? Waarschijnlijk niet. In het genoemde MC-artikel wekken de auteurs de suggestie dat de huisarts onvoldoende geschoold is om goede zorg te leveren aan het aan hem gepresenteerde kind. Hij zou te weinig ervaring hebben met zeldzame acute ziektebeelden zoals een meningitis. Dit gebrek aan ervaring is echter geen gevolg van een niet-adequate opleiding van de huisarts, maar van de per definitie zeer lage frequentie van deze zeldzame ziektebeelden in de eerste lijn. Je bouwt nooit ervaring op met ziektebeelden die je zelden ziet. Door de eerstelijnszorg te verplaatsen naar de algemeen kinderarts zou ook de kinderarts, mutatis mutandis, zijn specifieke ervaringskennis verliezen. Dit verlies aan kennis is niet op te vangen met vier centra voor topzorg, omdat zeldzame acute aandoeningen, zoals een meningitis, zich nu eenmaal niet landelijk laten centreren. Het zijn juist deze zeldzame acute en grillige aandoeningen die de typische uitdaging vormen voor de eerstelijns curatieve zorg. In de opleiding van de huisarts wordt getraind op het omgaan met deze onzekerheid.

Verschuiving van eerstelijnszorg naar de kinderarts zal de zorg in ieder geval veel duurder maken. De laagdrempelige toegankelijkheid van aanvullende diagnostiek zorgt voor een toename van het onterecht gebruik van diagnostische middelen. Dit verhoogt de kosten van zorg.

De huisarts herkent een enstige infectie net zo vaak
als de SEH

Uit eigen onderzoek blijkt dat bij kinderen die zich met koorts op een huisartsenpost presenteren net zo vaak een ernstige bacteriële infectie (SBI) werd gediagnosticeerd als bij binnenlopers op een spoedeisende hulp van een kinderziekenhuis. De huisarts diagnosticeerde deze SBI zonder aanvullend onderzoek, terwijl bij alle kinderen op de SEH aanvullend bloedonderzoek was gedaan. De gevolgen van de verplaatsing naar de kinderarts van de enorme kinderschaar met oorontstekingen, luchtwegklachten en buikpijn, die nu adequaat door de huisarts worden behandeld, laat zich raden. De huisarts is degene die de kennis in huis heeft om op basis van anamnese, lichamelijk onderzoek en kennis van de leefomgeving van het kind een inschatting te maken van de kans op een aandoening die specialistische zorg behoeft en hier zo nodig voor te verwijzen.

Waardevolle schakel
De huisarts vormt een waardevolle schakel in de zorgketen voor het Nederlandse kind. Dat moeten we vooral zo laten. Voorstellen voor een vergaande verandering in het zorgstelsel zonder een goede onderbouwing dragen niet bij aan het verbeteren van die kwaliteit. Samenwerking tussen de verschillende echelons in de zorg aan kinderen is wél van groot belang, zowel voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg als voor het opvangen van de veranderende zorgvraag. Mooie voorbeelden van zulke samenwerking zijn de verschillende, recentelijk verschenen multidisciplinaire richtlijnen, zoals ‘Obstipatie bij kinderen’ en ‘Voedselallergie bij zuigelingen’. Een goede samenwerking met optimale afstemming binnen de echelons kan alleen van de grond komen als men kennis heeft van elkaars werkterrein. Die samenwerking zou zich dan ook niet moeten beperken tot de zorg, maar kan al beginnen bij de opleiding van medisch studenten en het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. JGZ-artsen die stage lopen bij kinderartsen en huisartsen, huisartsen bij kinderartsen en JGZ-artsen en kinderartsen bij de JGZ-artsen en huisartsen. Dat was een prima suggestie van de drie hoogleraren kindergeneeskunde.

prof. dr. Marjolein Berger, hoogleraar huisartsgeneeskunde, UMC Groningen
prof. dr. Niek de Wit, hoogleraar huisartsgeneeskunde, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijnsgeneeskunde, UMC Utrecht
prof. dr. Patrick Bindels, hoogleraar huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam

Correspondentieadres: m.y.berger@med.umcg.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.
Geen belangenverstrengeling gemeld.

Samenvatting

  • De zorg voor het kind in Nederland is van hoge kwaliteit en de huisarts is daarin een onmisbare schakel.
  • Samenwerking tussen jeugdgezondheidsarts, huisarts en kinderarts is van groot belang bij deze zorg.
  • De samenwerking zou al kunnen beginnen tijdens de opleiding. Hier ligt een uitdaging voor opleiders en onderzoekers.

Als alle kinderen met luchtwegklachten, oorontsteking en buikpijn voortaan naar de kinderarts gaan in plaats van naar de huisarts, wordt de zorg veel duurder. Beeld: Ellen Kok, HH
Als alle kinderen met luchtwegklachten, oorontsteking en buikpijn voortaan naar de kinderarts gaan in plaats van naar de huisarts, wordt de zorg veel duurder. Beeld: Ellen Kok, HH

Literatuur

1. Unicef. Child poverty in perspective: an overview of child well-being of children and adolescents in the economically advanced nations. Italië: Unicef Innocenti Research Centre, 2007.

2. NHG-Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg: Huisartsenzorg en jeugd. Utrecht: NHG/LHV, 2008.

3. Linden MW van der et al. Tweede Nationale Studie naar Ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk. Het kind in de huisartsen praktijk. Rotterdam/Utrecht: Erasmus MC, afdeling Huisartsgeneeskunde/NIVEL, 2005.

4. Starfield B, Shi L, Grover A, Macinko J. The effects of Specialist supply on populations’ health: assessing the evidence. Health Affairs, web exclusive 2005; w5: 97-107.

5. L.Shi, Macinko J, Starfield B, Xu J, Regan J, Politzer R, Wulu J. Primary care, infant mortality, and low birth weight in the states of the USA. J Epidemiol Community Health 2004; 58: 374-80.

6. Croonen HF, Crul BVM. Marktwerking is geen zaak van alles of niets. Demissionair minister Klink evalueert zijn beleid. Medisch Contact 2010; 65 (10): 428-31.

<strong>Klik hier voor een PDF van dit artikel</strong> Klik hier voor het genoemde MC-artikel van P.J.J. Sauer, A.J. van der Heijden en H.K.A. Visser
huisartsgeneeskunde kindergeneeskunde
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.