Denken in termen van urgentie bij triage (2)
Plaats een reactieDe telefonische triage is het meest hachelijke onderdeel van de hulpverlening in een huisartsenpost. Een verkeerde inschatting kan leven of dood betekenen, stelt E.J. van Dijk, die onderzoek deed naar het functioneren van deze posten (MC 48/2010: 2589).
De huisarts zou behoorlijk scoren bij telefonische urgentiebepaling maar voor de assistenten die buiten de kantooruren deze verantwoordelijkheid hebben, is dit een stuk moeilijker.
Met mijn ervaring als huisarts en als cardioloog handhaaf ik de oude stelling dat de anamnese belangrijk is, maar dat voor een juist oordeel het lichamelijk onderzoek niet gemist kan worden.
Het stellen van een diagnose of het bepalen van een urgentie door een arts – en zeker door een assistent – blijft nattevingerwerk. De vraag moet zich beperken tot: ‘kan de patiënt hier komen of is een bezoek nodig?’
Natuurlijk zijn hier uitzonderingen op, maar bijvoorbeeld bij trauma’s, heftige hoofdpijn, of borst- en buikklachten dient de patiënt gezien te worden alvorens een beleid kan worden bepaald.
Men moet bedenken dat ook bij een telefonische vraag de volle verantwoordelijkheid op de medische hulpverlener rust. Of is dit ouderwets? Uitsluitend telefonische trage is hachelijk en onvoldoende en daarom de geneeskunde onwaardig.
Heiloo, december 2010
dr. Ch.H. de Beus, voorheen huisarts en cardioloog
- Er zijn nog geen reacties